Week 22 - NED LJ2E - Samenhang aanbrengen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Samenhang

Samenhang

Een tekst heeft een inleiding, kern en slot. De samenhang van een tekst wordt verduidelijkt met signaalwoorden. Daardoor begrijp je een tekst makkelijker.

Signaalwoorden

Afgelopen weekend was weer een gezellig en fijn weekend. Ten eerste heb ik  lekker uitgeslapen en daarna uitgebreid ontbeten. Ten tweede ben ik een eind gaan wandelen en vervolgens heb ik de gang geschilderd. Tenslotte hebben we pizza besteld en een leuke film gekeken.

Je hebt net de tekst gelezen, welke signaalwoorden heb je gezien?

Signaalwoorden

Signaalwoorden geven verbanden aan in een tekst, alinea en of zin. Ze worden ook wel verbindingswoorden genoemd. 

Oefenen

Noem de signaalwoorden.

Yaniek wil de hele dag vrij, omdat hij denkt veel last te krijgen van het trekken van zijn verstandskies.

Ik heb een dagje vrij en ga lekker winkelen.

Finn en ik gaan vanavond eerst
om 18.30 bij de Griek eten, daarna
gaan we naar de film.

Ik heb al veel bijbaantjes gehad, zoals
werken bij een supermarkt.

Je moet niet te veel cola drinken, want
cola is slecht voor je gezondheid.

1. Tijd
2. Opsomming
3. Argumentatie
4. Voorbeeld/toelichting

In het weekend maak ik nooit huiswerk. Ik doe dan alleen leuke dingen, zoals afspreken met vrienden, gamen.

1. Tijd
2. Opsomming
3. Argumentatie
4. Voorbeeld/toelichting

Vroeger hield ik niet van spruitjes, maar intussen ben ik er dol op.

1. Tegenstelling
2. Opsomming
3. Argumentatie
4. Voorbeeld/toelichting

Noem zoveel mogelijk signaalwoorden.

Situatie

Je werkt bij een airliner (TUI/Transavia/KLM etc.). Tijdens de teamvergadering heb jij een agendapunt ingebracht: hospitality. Er zijn veel klachten van gasten over de beleving. Zij vinden dat medewerkers weinig extra's doen, de glimlach ver te zoeken is en de prijs-kwaliteit dus niet in verhouding is.

Wat moet er volgens jou anders en waarom? 

Indeling presentatie

• Inleiding: creatieve aandachtsrichter, stelling en standpunt
  
• Noem 2 argumenten voor. Gebruik het AUB-model.
  
• Noem 1 argument tegen
  
• Ontkracht/weerleg je tegenargument

Voorbeeld

• Wat moet anders? Meer hospitalitytrainingen.
  
• Stelling: medewerkers moeten minimaal 3 hospitalitytrainingen per jaar volgen.
  
• Standpunt: ik ben voor.
  
• Argumentatie, uitleg, bijvoorbeeld (AUB-model)

Aan de slag

Ga verder met opdracht 2 & 3 (thema 4 - hoofdstuk 5 spreken)

Maak het eerste gedeelte van je spreekplan compleet.

Indeling presentatie

• Inleiding: creatieve aandachtsrichter, stelling en standpunt
  
• Noem 2 argumenten voor. Gebruik het AUB-model.
  
• Noem 1 argument tegen
  
• Ontkracht/weerleg je tegenargument