Dictee 5 Nederlands VSO ZML Leerroute 3-4

Dictee 5 Nederlands
VSO ZML Leerroute 3-4-5
(niveau groep 5 primair onderwijs)
Gemaakt door Paul Abma
1 / 52
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Dictee 5 Nederlands
VSO ZML Leerroute 3-4-5
(niveau groep 5 primair onderwijs)
Gemaakt door Paul Abma

Slide 1 - Slide

Combidictee 5 Nederlands
sch     schr
be-   ge-   ver- 
aai    ooi   oei

Slide 2 - Slide

schat

Slide 3 - Slide

schrob

Slide 4 - Slide

bang

Slide 5 - Slide

bank

Slide 6 - Slide

waai

Slide 7 - Slide

kooi

Slide 8 - Slide

loei

Slide 9 - Slide

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 10 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 11 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 12 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 13 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 14 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 15 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 16 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 17 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 18 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 19 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 20 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 21 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 22 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 23 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 24 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 25 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 26 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 27 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 28 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 29 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 30 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 31 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 32 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 33 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 34 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 35 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 36 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 37 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 38 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 39 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 40 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 41 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 42 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 43 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 44 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 45 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 46 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 47 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 48 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 49 - Open question

Welk woord hoorde jij?
Schrijf het op zonder hoofdletter.

Slide 50 - Open question

Niet alles goed geschreven?
Maak je niet druk.
Je hebt weer heel wat geleerd vandaag!

Slide 51 - Slide

Veel goed? Mooi!
Veel fout? 
Ook mooi, want dan heb je vandaag veel geleerd!

Slide 52 - Slide