4VWO Module 1 Schaarste, geld en handel H1.2 Kiezen of delen
H1.2 Kiezen of delen
Leerdoelen:
Je kunt werken met een budgetlijn voor 2 producten
Je kunt veranderingen van de budgetlijn door veranderingen van het budget en van prijzen uitleggen
je kunt de budgetlijn op de arbeidsmarkt verklaren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H1.2 Kiezen of delen
Leerdoelen:
Je kunt werken met een budgetlijn voor 2 producten
Je kunt veranderingen van de budgetlijn door veranderingen van het budget en van prijzen uitleggen
je kunt de budgetlijn op de arbeidsmarkt verklaren
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Het budget
Als je alle middelen die iemand heeft bij elkaar optelt, krijg je het budget.
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
Je hebt een budget van € 10,- per maand voor broodjes en snacks bij de kantine. Een broodje kost € 2,50 en een snack kost € 2,-. Je kunt dan kiezen uit de volgende mogelijkheden:
Slide 5 - Slide
De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:
Slide 6 - Slide
De budgetlijn
Je kunt dit laten zien a.d.h.v. een budgetlijn:
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
De algemene vergelijking van een budgetlijn is als volgt:
In ons voorbeeld:
Slide 9 - Slide
De algemene vergelijking van een budgetlijn is als volgt:
budget = (prijs goed 1 x aantal goed 1) + (prijs goed 2 x aantal goed 2)
In ons voorbeeld:
€ 10 = € 2,50 x aantal broodjes + € 2 x aantal snacks
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van
snacks stijgt
naar € 2,50.
Dan wordt de nieuwe
budgetlijn:
Slide 12 - Slide
Verschuiving budgetlijn
Als het budget of de prijs van de producten verandert, verandert ook de budgetlijn.
Stel dat de prijs van
snacks stijgt
naar € 2,50.
Dan wordt de nieuwe
budgetlijn:
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Stel dat vervolgens je budget stijgt naar € 12,50.
Dan wordt de nieuwe budgetlijn:
Slide 15 - Slide
Stel dat vervolgens je budget stijgt naar € 12,50.
Dan wordt de nieuwe budgetlijn:
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Oefensom
Gegeven is dat iemand een budget heeft van € 10. Hij koopt daarvan appels en bananen. Een appel kost € 0,25 en een banaan € 0,50.