24 maart lezen in De regels van drie + NG + Woordsrt H4

woensdag 
24 maart      1D
Vandaag:
- Lezen in De regels van drie
- Grammatica zinsdelen ng 
- Grammatica woordsoorten H4 zww, kww, hww
- Vragen stellen over meervouden op -en (Sp. H3)

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

woensdag 
24 maart      1D
Vandaag:
- Lezen in De regels van drie
- Grammatica zinsdelen ng 
- Grammatica woordsoorten H4 zww, kww, hww
- Vragen stellen over meervouden op -en (Sp. H3)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les:
-Je kunt je inleven in andere personen, situaties en gevoelens door het lezen van fictie.
- Je kunt het naamwoordelijk gezegde in een zin herkennen.
- Je kunt drie verschillende types werkwoorden in een zin herkennen.

Leerlingen thuis: doe maar lekker mee, stel je vragen in de LessonUp-chat.

Slide 3 - Slide

Fictie lezen!
We lezen verder vanaf r. 1350 (blz. 45, H7)




Slide 4 - Slide

Lesdoel
Door het maken van een collage, laat ik zien wat de belangrijkste personages, gebeurtenissen, ruimte en sfeer zijn tot nu toe. 
Ik leer een collage te maken.

Slide 5 - Slide

Werken met Pic collage

Slide 6 - Slide

Stappenplan grammatica:
  1.  pv zoeken
  2.  ... / pv / ... / ... /
  3. onderwerp?
  4. DOET of IS het onderwerp iets? --> wg of ng gez.
  5. wat doet het onderwerp --> wg (+ eventueel lv)   OF
  6. wat is het onderwerp --> ng [GEEN LV]
     --> Ken je de koppelwerkwoorden?

Slide 7 - Slide

Werkwoorden die een NG kunnen vormen:
KOPPELWERKWOORDEN  ( z w a b b e l s )

zijn                                                blijken                          heten
worden                                       lijken                             dunken
blijven                                         schijnen                      vóórkomen

Slide 8 - Slide

NIEUWE STOF
Grammatica woordsoorten H4


Slide 9 - Slide

Grammatica: Woordsoorten
Elk woord in een zin kan je benoemen

Slide 10 - Slide

Soorten werkwoorden
Er zijn drie soorten werkwoorden. 
Zelfstandige werkwoorden 
Koppelwerkwoorden 
Hulpwerkwoorden (altijd als er meer werkwoorden zijn)

Doel: aan het eind van de les kun je deze drie soorten werkwoorden herkennen in een zin.


Slide 11 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord

In elke zin staat minimaal een werkwoord.  Staat er meer dan een werkwoord in een zin, dan is een ervan het belangrijkste werkwoord van die zin. Dit werkwoord kan een zelfstandig werkwoord of een koppelwerkwoord zijn.

Slide 12 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord

Een zelfstandig werkwoord geeft op zichzelf duidelijk aan wat iets of iemand doet.

lopen - vallen - lachen - rennen - klimmen 

Slide 13 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord

Een koppelwerkwoord geeft op zichzelf duidelijk aan wat iets of iemand is.

zijn - worden - blijven - blijken - lijken - schijnen - heten - dunken - voorkomen   (zwabbels)

Slide 14 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord, koppelwerkwoord en hulpwerkwoord

Alle werkwoorden die verder nog in de zin staan, helpen het belangrijkste werkwoord. Dit noemen we daarom ook hulpwerkwoorden.

Slide 15 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
1. Zoek alle werkwoorden uit de zin. Staat er maar één in? Dan is dit automatisch een zelfstandig werkwoord OF een koppelwerkwoord. Kijk of het onderwerp iets DOET of iets IS/wordt of blijft. 

2. Staat er meer dan 1 werkwoord? Zoek de persoonsvorm. Dit is een hulpwerkwoord. Streep dit hulpwerkwoord weg.

3. Herhaal stap 1 en 2 totdat er maar één werkwoord overblijft. Dit is het belangrijkste werkwoord in de zin en dus een zelfstandig werkwoord of een koppelwerkwoord.

Slide 16 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Wij zullen vanmiddag koekjes gaan bakken.

pv = zullen
zullen = hww

Slide 17 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Wij zullen vanmiddag koekjes gaan bakken.
Wij gaan vanmiddag koekjes bakken.

pv = gaan
gaan= hww

Slide 18 - Slide

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Wij zullen vanmiddag koekjes gaan bakken.
Wij gaan vanmiddag koekjes bakken.
Wij bakken vanmiddag koekjes.

bakken = zww

Slide 19 - Slide

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Morgen
wordt
het
feest
gevierd.

Slide 20 - Drag question

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
kocht 
het
mooie
cadeau.

Slide 21 - Drag question

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Zij
laten
hun
auto
morgen
repareren. 

Slide 22 - Drag question

In de pauze koopt Marloes waarschijnlijk M&M's in de foyer.
koopt = ...
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 23 - Quiz

Noteer het gezegde van deze zin:
In de pauze koopt Marloes waarschijnlijk M&M's in de foyer.

Slide 24 - Open question

Waarom lijken gorilla's in de dierentuin net mensen?
lijken = ...
A
zww
B
kww
C
hww

Slide 25 - Quiz

Noteer het gezegde van deze zin:
Waarom lijken gorilla's in de dierentuin net mensen?

Slide 26 - Open question

Freek had een beroemde bioloog willen worden.
A
willen = hww
B
willen = zww
C
willen = kww

Slide 27 - Quiz

Freek had een beroemde bioloog willen worden.
A
had = hww
B
had = zww
C
had = kww

Slide 28 - Quiz

Freek had een beroemde bioloog willen worden.
A
worden = hww
B
worden = zww
C
worden = kww

Slide 29 - Quiz

Noteer het gezegde van deze zin:
Freek had een beroemde bioloog willen worden.

Slide 30 - Open question

Huiswerk bespreken
Grammatica zinsdelen ng blz. 119 opdr. 3
Grammatica woordsoorten hww, zww, kww blz. 120 opdr. 1 en 2







Slide 31 - Slide

Aan de slag!
Grammatica woordsoorten zww, kww, hww. blz. 120 maak: opdr. 4, 5 en 6

Grammatica zinsdelen opdracht 4 en 6 blz. 119 maken

Huiswerk dinsdag: blz. 119 opdr.  +  blz. 120 opdracht 4, 5 en 6

Klaar? Lekker lezen in je leesboek.

Slide 32 - Slide


Na deze les wil ik...
de uitleg over het naamwoordelijk gezegde nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen over het ng
zelf oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
nog meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul je vraag in via een volgende slide)
de uitleg over de drie soorten werkwoorden nog 1 keer horen
meer voorbeelden krijgen over de drie soorten werkwoorden

Slide 33 - Poll