What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling toetsstof trimester 2
Herhaling toetsstof trimester 2
In deze LessonUp wordt de toetsstof van trimester 2 herhaald. Noteer in je schrift de onderdelen die je nog niet begrijpt.
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
French
Secondary Education
Age 13
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling toetsstof trimester 2
In deze LessonUp wordt de toetsstof van trimester 2 herhaald. Noteer in je schrift de onderdelen die je nog niet begrijpt.
Slide 1 - Slide
Vertaal: où
Slide 2 - Open question
Vertaal: quand
Slide 3 - Open question
Vertaal: comment
Slide 4 - Open question
Vertaal: combien
Slide 5 - Open question
Vertaal: pourquoi
Slide 6 - Open question
Vertaal: qui
Slide 7 - Open question
Vertaal: qu'est-ce que
Slide 8 - Open question
Welk vraagwoord ontbreekt?
........ tu t'appelles?
A
qui
B
qu'est-ce que
C
comment
D
pourquoi
Slide 9 - Quiz
Welk vraagwoord ontbreekt?
Tu habites ........?
A
combien
B
où
C
comment
D
qui
Slide 10 - Quiz
Welk vraagwoord ontbreekt?
...... est ton anniversaire?
A
quand
B
qui
C
comment
D
qu'est-ce que
Slide 11 - Quiz
Welk antwoord geef je op deze vraag?
Pardon, où est la gare?
A
J'ai 13 ans
B
Et après?
C
Je m'appelle...
D
C'est tout droit
Slide 12 - Quiz
Wat is de vertaling van; is het ver?
A
Vous pouvez répéter?
B
C'est tout près?
C
C'est loin?
D
C'est à droite
Slide 13 - Quiz
Hoe zeg je; te voet?
A
en bus
B
en métro
C
à pied
D
en train
Slide 14 - Quiz
Wat is geen vervoersmiddel?
A
train
B
vélo
C
bus
D
la gare
Slide 15 - Quiz
Wat is géén activiteit?
A
jouer à la console
B
à gauche
C
faire du foot
D
regarder la télévision
Slide 16 - Quiz
Vul in: C'est une .......... ville
A
grand
B
grands
C
grandes
D
grande
Slide 17 - Quiz
Wat is de vertaling van 'dorp'
A
ville
B
maison
C
village
D
capitale
Slide 18 - Quiz
Je wilt graag een cola. Hoe zeg je dat?
A
Je veux un coca
B
On y va
C
On doit un coca
D
Je connais un coca
Slide 19 - Quiz
Hoe zeg je dat HIJ blauwe ogen heeft?
A
Nous avons les yeux bleus
B
Elle a les yeux bleus
C
Il a les yeux bleus
D
Vous avez les yeux bleus
Slide 20 - Quiz
Welk werkwoord gebruik je om te vragen of iemand van iets houdt?
A
monter
B
refuser
C
demander
D
aimer
Slide 21 - Quiz
Vertaal: groot
Slide 22 - Open question
Vertaal: klein
Slide 23 - Open question
Welke maand komt er na 'mai'?
A
janvier
B
juin
C
décembre
D
août
Slide 24 - Quiz
Uiterlijke kenmerken
Slide 25 - Mind map
Vind je het leuk om op deze manier Frans te leren?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 26 - Poll
More lessons like this
La question
May 2023
- Lesson with
45 slides
Frans
Secundair onderwijs
U28 herhaling woordenschat
March 2022
- Lesson with
15 slides
Frans
Lager onderwijs
Frans - voorbereiding proefwerk
December 2022
- Lesson with
41 slides
Frans
Lager onderwijs
La question
January 2024
- Lesson with
46 slides
Frans
Secundair onderwijs
SCC - Herhaling werkwoorden op -ER + avoir, être, aller - 1B
April 2023
- Lesson with
32 slides
Frans
Secundair onderwijs
Quiz herhaling 2de trimester LAT 1
March 2023
- Lesson with
24 slides
Latijn
Secundair onderwijs
Frans 1B Hoe stel je een vraag?
December 2020
- Lesson with
19 slides
Frans
Secundair onderwijs
Sur ma route
December 2021
- Lesson with
18 slides
Frans
Secundair onderwijs