Bijbelse vragen Quiz

Quiz Bijbelse Vragen              
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GodsdienstBasisschoolGroep 7

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Quiz Bijbelse Vragen              

Slide 1 - Slide

Vragen 
over Pasen

Slide 2 - Slide

Wat is een ander woord voor het Sanhedrin?
A
De oude, wijze mannen
B
de gemeente
C
De (Hoge) Raad

Slide 3 - Quiz

Hoe lang duurt de "lijdenstijd"?
A
7 dagen
B
40 dagen
C
7 weken
D
21 dagen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'vasten'?
A
niet eten
B
niet eten en drinken
C
niet drinken
D
niets lekkers eten

Slide 5 - Quiz

Wie was Kajafas?

Slide 6 - Open question

vragen uit het 
Oude Testament

Slide 7 - Slide

Hoe heet de man van Hanna?
A
Eli
B
Hofni
C
Pinehas
D
Elkana

Slide 8 - Quiz

Schrijf zoveel mogelijk bijbelboeken uit het Oude Testament op. Je krijgt 2 min de tijd.
timer
2:00

Slide 9 - Slide

Wat weet je van Elkana
A
Hij denkt dat Hanna dronken is.
B
Hij houdt heel veel van Hanna
C
Hij houdt meer van Peninna dan van Hanna

Slide 10 - Quiz

Wat doet Hanna met het verdriet om haar kinderloosheid?
A
Zij brengt het bij de Heere.
B
Zij klaagt erover tegen Elkana.
C
Ze moppert erover tegen Eli.

Slide 11 - Quiz

Hanna bidt om een zoon. Dit vertelt zij daarna aan Eli. Hij zegt haar...
A
...dat God haar gebed niet zal verhoren.
B
...dat God haar gebed zal verhoren.

Slide 12 - Quiz

Wat hoort Samuël in de nacht?
A
De stem van Eli, die hem roept.
B
De stem van de Heere, Die hem roept.
C
De stem van de Heere, Die Eli roept.

Slide 13 - Quiz

Wat nemen de Israëlieten mee als zij gaan vechten tegen de Filistijnen?
A
De ark des Heeren.
B
Een brandoffer voor de Heere.
C
De wet des Heeren.

Slide 14 - Quiz

De oude Eli wacht gespannen af wat er gaat gebeuren. Wat is voor hem het belangrijkste?
A
Hij wil weten hoe het met zijn zonen afloopt.
B
Hij wil weten wat er met de ark gebeurt.
C
Hij wil weten of het volk Israël wint.

Slide 15 - Quiz

Wat gebeurt er in de Filistijnse steden waar de ark komt?
A
De inwoners van die steden vallen voor de ark op de grond neer.
B
De dieren worden ziek van de zweren.
C
De mensen worden ziek van de zweren en velen sterven.
D
De inwoners van die steden gaan de Heere dienen.

Slide 16 - Quiz

Wie moet Samuël tot eerste koning over Israël zalven?

Slide 17 - Open question

Uit welke stam komt Saul?
A
De stam van Kis
B
De stam van Levi
C
De stam van Benjamin

Slide 18 - Quiz

Welk teken krijgt Saul om te weten dat de Heere hem echt heeft uitgekozen?
A
De ezelinnen zijn nog steeds niet gevonden.
B
De ezelinnen zijn terug bij zijn vader.

Slide 19 - Quiz

Waar heeft Saul zich verstopt op het moment dat het volk weet dat hij de nieuwe koning wordt?
A
Tussen de bagage.
B
In een spelonk.
C
In de woestijn.

Slide 20 - Quiz

Saul moet wachten op Samuël. Wat gaat hij doen als het lang duurt voordat Samuël komt?
A
Hij zendt boden naar Samuël met de vraag waar hij blijft.
B
Hij wordt wel ongeduldig, maar blijft toch gehoorzaam wachten.
C
Hij wacht niet langer en gaat zelf alvast offeren.

Slide 21 - Quiz

laatste vraag.....

Slide 22 - Slide

Wie wordt "de man naar Gods hart" genoemd?

Slide 23 - Open question

Watch the lamb: het oude en nieuwe testament komen samen...

Slide 24 - Slide