Assisteren in de gezondheidszorg blok 7

Assisteren in de gezondheidszorg 
Blok 7 Helpende hand


1 / 48
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Assisteren in de gezondheidszorg 
Blok 7 Helpende hand


Slide 1 - Slide

Wat leer je?
  • Kleine, eenvoudige en veelvoorkomende medisch-technische handelingen herkennen en benoemen
  • Uitleg geven over kleine eenvoudige medisch-technische handelingen

Slide 2 - Slide

Welke medisch-technische handelingen mag een doktersassistente uitvoeren?
A
Oren uitspuiten
B
Wratjes aanstippen
C
Bloeddruk meten
D
Oorgaatjes prikken

Slide 3 - Quiz

Geef zo veel mogelijk voorbeelden van medisch-technische handelingen die een verpleegkundige mag uitvoeren

Slide 4 - Open question

Medisch technische handelingen
  • Opnemen van de bloeddruk
  • Toedienen van injecties
  • Prikken van bloed
  • Aanstippen van wratten
  • Verwijderen van hechtingen
  • Uitspuiten van de oren
  • Verbinden van wonden
  • Uitvoeren van urineonderzoek
  • Maken van uitstrijkjes
  • Steriliseren van instrumenten
  • Verlenen van EHBO
 

Slide 5 - Slide

Waarom is handhygiëne bij het uitvoeren van medisch-technische handelingen zo belangrijk?

Slide 6 - Open question

Handhygiene
  • Verspreiding van ziektes voorkomen
  • Zeep of handalcohol
  • Tegengaan verspreiding van ziekteverwekkers
  • Vooral kinderen en ouderen!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Wat is de eerste stap voor goede handhygiëne
A
Was je handen voor je hulp verleent
B
Trek wegwerp-handschoenen aan
C
Was je handen pas als je het slachtoffer geholpen hebt
D
Vermijdt zoveel mogelijk bloed of ander vocht

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Wat is dit voor wond?
A
Snijwond
B
Brandwond
C
Schaafwond
D
Schuifwond

Slide 12 - Quiz

Hoe behandel je een schaafwond?

Slide 13 - Open question

Schaafwonden 

  • schoonspoelen met lauw stromend water.
  • Droog de omgeving van de wond voorzichtig met een schone doek.
  • Bij grote schaafwonden dek je de wond af met een niet-verklevend steriel verband.

Slide 14 - Slide

Wat doe je bij een kleine wond?

Slide 15 - Open question

Wat doe je bij een kleine wond?

  • schoonspoelen met lauw stromend water. Is er geen water in de buurt?
  • Droog de omgeving van de wond voorzichtig met een schone doek.
  • oppervlakkig vuil (zoals steentjes of autoglas)met een pincet om verwijderen.
  • afdekken met steriel kompres, snelverband of schone doek.

Slide 16 - Slide

Bij een wond is de huid opengegaan, door een val, een snee of een steek.
Wanneer moet een slachtoffer met een wond de arts zien?

Slide 17 - Open question

Wanneer moet een slachtoffer met een wond naar de huisarts?

  • Bij een vervuilde wond, erg diepe of grote wond
  • wond is niet schoon te krijgen;
  • wonden in het gezicht, aan ogen of geslachtsdelen;
  • wond is ontstaan door een beet; steek of vuil voorwerp
  • er botten, spieren of andere onderhuidse weefsels te zien zijn;
  • er voorwerpen vastzitten in de wond;
  • de wond niet geneest;
  • de vaccinatie tegen tetanus langer dan 10 jaar geleden is

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat voor wond zie je hier?
A
Brandwond
B
Schaafwond
C
Doorligwond
D
Snijwond

Slide 20 - Quiz

Wat voor soort wond zie je op de afbeelding?
A
Uitwendige wond
B
Uitwendig open wond
C
Inwendige wond

Slide 21 - Quiz

wat doe je als het een grotere wond is
A
Niets
B
belt je moeder
C
huisarts of huisartsenpost
D
Bel 112

Slide 22 - Quiz

Open grote wonden


  • Oefen druk uit op de wond en bel 112.
  • Grote voorwerpen laat je in de wond zitten.
  • Dek grote wonden direct af, zonder met water te spoelen.

Slide 23 - Slide

Wat doe je bij een blaar?

Slide 24 - Open question

Een splinter verwijder
je met een
A
Naald
B
Pincet

Slide 25 - Quiz

Bij een uitwendige wond is er gevaar dat er ........ bij de wond komen
A
bacteriën
B
schimmels

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

Waarom spoel je een wond?
A
zodat het bloed weg is
B
zodat het vuil er uit spoelt
C
om de ontsteking weg te spoelen
D
anders plakt de pleister niet

Slide 28 - Quiz

welke temperatuur heeft het water bij het spoelen van een wond
A
warm
B
koud
C
heet
D
lauwwarm

Slide 29 - Quiz

Welk verband gebruik je bij een wond die erg bloedt?
A
snelverband
B
hechtstrips
C
pleister
D
Mitella

Slide 30 - Quiz

Bij welke wonden gebruik je een ontsmettingsmiddel?
A
Schaafwond en Brandwond
B
Splinterwond en Brandwond
C
Schaafwond en Splinterwond
D
Alleen bij een brandwond

Slide 31 - Quiz

Iemand heeft een grote bloedende wond waar een voorwerp uitsteekt. Wat moet de EHBO’er doen?
A
Het voorwerp eruit halen en dan de wond dichtdrukken.
B
Het voorwerp laten zitten en daaromheen drukken, niet op de wond.
C
Het voorwerp eruit halen en dan de wond verbinden.
D
Op het voorwerp drukken en iemand anders vragen om op de huid rondom de wond te duwen.

Slide 32 - Quiz

Dit verband gebruik je om snel een ernstig bloedende wond te verbinden.
A
dekverband
B
snelverband
C
wonddrukverband
D
pleister

Slide 33 - Quiz

Dit verband leg je aan over een ander verband en zorgt voor druk op de wond.
A
dekverband
B
snelverband
C
wonddrukverband
D
mitella

Slide 34 - Quiz

Waarom is een uitwendige wond gevaarlijk?
A
Er kunnen ziektekiemen naar binnen dringen
B
Er kan dan een harde korst op komen
C
Er kan veel vocht uit komen
D
Zo'n wond wordt makkelijk veel groter

Slide 35 - Quiz

Tetanus is een bacterie die je kunt oplopen bij een wond
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

wat gebeurt er met een wond als je niet hygiënisch werkt
A
niets
B
zweren en bloeden
C
ontsteking

Slide 37 - Quiz

Waarom houd je een bloedende wond als het kan omhoog?
A
Dan word het bloeden minder
B
Dan zie je beter wat je doet
C
Dan kunnen er minder ziektekiemen binnen komen
D
Dan heb je meteen minder pijn

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Wat is de goede
volgorde van
handelen?
A
1-4-2-3
B
2-1-3-4
C
2-1-4-3
D
1-2-4-3

Slide 41 - Quiz

Welke 2 stelling(en) zijn juist als er GEEN stromend water (of drinkbaar water) bij de hand is?
A
wond voorzichtig afdekken en naar een plaats met stromend water gaan
B
niet-kleurend waterig ontsmettingsmiddel gebruiken om de wond schoon te maken
C
omgeving van de wond schoonmaken met alcohol
D
wond schoonmaken met alcohol (70%)

Slide 42 - Quiz

Bij het uitruimen van de
vaatwasmachine snijdt
je collega zich aan een mes. 
Je snelt te hulp met de EHBO-tas.
Wat doe je?
A
Reinigen, droogdeppen en behandelen met hechtstrips
B
Reinigen, droogdeppen, behandelen als een huidwond en een dekverband aanleggen
C
de snijwond (laten) dichtdrukken en behandelen met hechtstrips

Slide 43 - Quiz

Marian veegt de tafel schoon met
een vaatdoekje. Ze schrikt als ze
een flinke splinter in haar hand
heeft. Wat ga je doen om haar
te helpen?
A
zo snel mogelijk spoelen en met een pincet verwijderen
B
spoelen, splinter laten zitten en huisarts bellen voor advies
C
handschoenen aan, splinter verwijderen met een pincet en dan spoelen

Slide 44 - Quiz

Mark is gevallen en heeft een flinke schaafwond op zijn elleboog. Na langdurig spoelen krijg je de wond niet schoon. Kleine steentjes zijn onder de huid geschoven. Ook met een zacht borsteltje en een pincet krijg je het vuil niet uit de wond. Wat ga je doen?
A
De wond rondom droogdeppen en aan de lucht laten drogen
B
De wond rondom droogdeppen en een huisarts raadplegen
C
De wond rondom droogdeppen, ontsmettingsmiddel aanbrengen en de wond afdekken met second skin
D
De wond rondom droogdeppen en ontsmettingsmiddel aanbrengen

Slide 45 - Quiz

Je gaat een kleine snijwond met scherpe randen behandelen. Welke 2 materialen gebruik je?
A
snelverband
B
hechtstrips
C
handschoenen
D
pincet

Slide 46 - Quiz

Eugene is gebeten door een hond.
Wat is de juiste actie betreffende
het inschakelen van de juiste
professionele hulp?
A
112 bellen
B
naar de spoedeisende eerste hulp
C
direct naar de huisarts
D
geen professionele hulp inschakelen

Slide 47 - Quiz

Je collega heeft tijdens het
schoonmaken haar arm open-
gehaald aan een uitstekende,
(niet roestige) spijker. De wond
bloedt een beetje. Je biedt hulp.
Wat stel je vast en wat doe je als
eerste?
A
Dit is een bloeding. Als eerste ga ik de wond ontsmetten met een ontsmettingsmiddel
B
Dit is een snijwond. Als eerste doe ik handschoenen aan
C
Dit is een steekwond. Als eerste ga ik spoelen onder de kraan

Slide 48 - Quiz