2023 Kapitel 4 vijfde week week 20 3vmbo

Buch?
Heft?
Kugelschreiber?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Buch?
Heft?
Kugelschreiber?

Slide 1 - Slide

Was machen wir diese Woche?
Kapitel 4:
Sprechen
Schreiben
OneNote Schrijfdossier

Slide 2 - Slide

Lernziele
Ik kan een afspraak maken en iemand uitnodigen

Slide 3 - Slide

die erste Stunde
  •  Überhören Kapitel 3 oder 4 ND/ 
  • Sprachmittel Kapitel 3 üben
  • Weiter mit OneNote  "Schrijven" Kap. 1-4 + Familie: erzähle über dich und deine Familie

  • Slimstampen üben? 
timer
5:00

Slide 4 - Slide

die zweite Stunde

  • Überhören Kapitel 4 DN/Sprachmittel/ Grammatik personal pronomen+Modalverben vt
  • Linke hälfte Kapitel 3 durchnehmen
  • Schreiben S. 41: m 43 in OneNote

  • Weiter mit OneNote "Schrijven" Kap. 1-4 + Familie 
  • Slimstampen üben? 
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Was haben wir diese Stunde/ Woche gemacht/ gelernt?
Notiere zwei Sachen die du gelernt hast!

Slide 6 - Slide

die dritte Stunde
Deze les is er niet ivm Hemelvaart

Überhören S. 48 ND 
 Machen S. 42+ Lesen 44,45,46
S. 47 Zum Schluss en de Checkliste

Bist du fertig? Übe Slimstampen
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Lernliste 4
1 het pretpark                                   8 de fietstocht
2 de klimhal                                       9 zin hebben in
3 een uitstapje maken                10 vaak
4 afspreken                                       11 derde
5 leuk zijn                                           12 zevende
6 thuis                                                   13 achtste
7 de wandeling

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Mag ik u iets vragen?
U moet de 2e straat links afslaan
U moet altijd rechtdoor rijden
U moet bij de stoplichten rechts afslaan
Rijdt u bij de rotonde rechtdoor.

Slide 10 - Slide

Darf ich Sie etwas fragen?

Slide 11 - Slide

Sie müssen die zweite Straße links abbiegen

Slide 12 - Slide

Sie müssen immer geradeaus fahren/ Fahren Sie immer geradeaus

Slide 13 - Slide

Sie müssen an der Ampel rechts abbiegen

Slide 14 - Slide

Fahren Sie bei dem Kreisverkehr geradeaus

Slide 15 - Slide

Übersetze Kap 3








1 Hoe kom ik bij het station/ het vliegveld/ in het centrum?
2 Waar is het station/vliegveld/ centrum?

Slide 16 - Slide

Übersetzung
1 Wie komme ich zum Bahnhof/ zum Flughafen/ ins Zentrum?
2 Wo ist der Bahnhof/ der Flughafen/ das Zentrum?

Slide 17 - Slide

Übersetze
1 U moet over de brug / bij de stoplichten links afslaan
2 U moet de straat oversteken
3 De halte is dan links
4 heb je in het weekend plannen?
5 Ik heb helaas geen tijd
6 Hoe was je weekend?

Slide 18 - Slide

Übersetzung
1 Sie müssen über die Brücke / an der Ampel links abbiegen
2 Sie müssen die Straße überqueren
3 Die Haltestelle ist dann links/ befindet sich dann links
4 Hast du am Wochenende etwas vor?
5 Ich habe leider keine Zeit
6 Wie war dein Wochenende?

Slide 19 - Slide

A
B
1
2
3
je kiest een vraag uit A:  Zin 1, 2 of 3
Je kiest een antwoord uit B: 1 Twee vakjes
2 Twee vakjes
3. Twee vakjes
1
2
3

Slide 20 - Slide

Hoe maak je de verleden tijd
kunnen: ich
mogen: du
moeten: sie
weten: ihr 
willen: ich

Slide 21 - Slide

ich konnte
du durftest
sie musste
ihr wusstet
ich wollte

Slide 22 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Hoe doe je dit?
Vooraan in de zin komt het onderwerp. Dat is altijd nummer 1
Daarna probeer je er aan voor te zetten. 
Klopt de zin, dan de derde naamval!
klopt de zin niet, dan de vierde naamval
1 ich    du       er
3 mir   dir      ihm
4 mich dich ihn
(ik) ....... habe (hem) ....... gestern gesehen

Slide 23 - Slide

Maak nu af:
Je vier brieven
Je verhaaltje over jezelf en je familie
Naam, leeftijd , woonplaats, hobby , sport, huisdier

Ouder(s): naam, leeftijd, werk

Broer(s)/ Zus(sen): naam leeftijd werk, school

Slide 24 - Slide