Blok 4 lesweek 4 Ontwikkeling stimuleren: voelen en bewegen.
PDO blok 4 les 4a en b
1 / 23
next
Slide 1: Slide
PDOMBOStudiejaar 1
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
PDO blok 4 les 4a en b
Slide 1 - Slide
Wat wordt er in dit hoofdstuk behandeld?
4.1 Ik en de ander (les 3 a/b)
4.2 Creativiteit stimuleren (les 4 a)
4.3 Lekker bewegen (les 4 a)
4.4 iedereen is uniek
Slide 2 - Slide
4.1 Ik en de ander
Wat gaan we vandaag behandelen?
- Doelen van deze les
- 4.2 en 4.3
- Huiswerk
Slide 3 - Slide
4.1 Ik en de ander
Doelen van deze les:
Aan het eind van de les weet je wat de onderstaande begrippen inhouden:
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Sensitieve-responsiviteit
- Respect voor de autonomie
- Zelfvertrouwen en positief zelfbeeld
Slide 4 - Slide
4.2 Creativiteit stimuleren Les 4a
Slide 5 - Slide
4.2 Creativiteit stimuleren
Creativiteit is meer dan alleen een tekening maken:
- Bedenken van originele oplossingen
- Creatief denken komt in elke activiteit terug
- Uitdagende spelomgeving
- Out-of-the-box
- Het resultaat telt (niet)
Verdeel in 8 even grote
stukken. Je mag 3 x snijden.
Slide 6 - Slide
4.2 Creativiteit stimuleren
Creatief proces
- ontwikkelen fantasie
- ontwikkelen motoriek
- ontwikkelen cognitieve vaardigheden
- ontwikkelen ruimtelijk inzicht
- ontwikkelen taalvaardigheid
- ontwikkelen sociale vaardigheden
- ontwikkelen emotionele vaardigheden
Slide 7 - Slide
4.2 Creativiteit stimuleren
Reageren op creatieve werken van kinderen
Enkele tips:
- Beschrijf wat je ziet zonder te oordelen
- Benoem op een neutrale manier wat je ziet of opvalt
- Stel open vragen aan kinderen
- Spreek geen negatieve oordelen uit
- Wees ‘echt’ en geef geen compliment om het compliment
Slide 8 - Slide
4.2 Creativiteit stimuleren
Voor elke leeftijd iets anders
0 tot 2 jaar: verwondering en ontdekken
2 tot 4 jaar: rommelig, maar wel lekker zelf doen
4 tot 6 jaar: rust vinden in creativiteit
6 tot 12 jaar: je eigen plan maken
12 tot 21 jaar: zelfstandig aan de slag met creatieve vaardigheden
Slide 9 - Slide
Wat is inlevingsvermogen hebben?
A
Het vermogen hebben om anderen te begeleiden.
B
Het vermogen hebben om op een goede manier te reageren op kinderen.
C
Kunnen invoelen van hoe iets voor iemand is.
D
Vertrouwen hebben in jezelf en anderen.
Slide 10 - Quiz
Wat is geen vaardigheid voor samenwerken?
A
Luisteren
B
Creatief zijn
C
Initiatief nemen
D
Je mening geven
Slide 11 - Quiz
Wat is sensitieve responsiviteit?
A
Je gebruikt je eigen gevoeligheid om op een juiste wijze te kunnen reageren op een leerling.
B
Je neemt de inbreng van leerlingen serieus en waardeert ze.
C
Je helpt leerlingen om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen.
D
Je houdt rekening met de behoefte en gevoelens van de leerling. Je benoemt ze en houdt er rekening mee.
Slide 12 - Quiz
Je laat een foto zien van een rivier met aan beide kanten van de rivier een kind. Jij vraagt: ‘Op welke manieren kunnen deze kinderen weer bij elkaar komen’ of 'Waarom zijn deze kinderen niet bij elkaar?'
Zijn dit goede vragen om de creatieve ontwikkeling te stimuleren?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
4.2 Creativiteit stimuleren
Einde les 4 a
Slide 14 - Slide
4.3 Lekker bewegen. Les 4b
Slide 15 - Slide
3.4 Lekker bewegen
Erik Scherder is hoogleraar klinische neuropsychologie
Kijkvraag: Waarom is bewegen zo goed voor je brein?
Slide 16 - Slide
4.3 Lekker bewegen
Antwoord op de kijkvraag:
- Als je beweegt maakt je constant keuzes: ga ik links of rechtsaf, kan ik langs dit pas rennen of beter lopen, zal ik hard schieten of zacht).
- Je komt voor uitdagingen te staan: zou ik over het slootje kunnen springen?
- Het helpt je vaardigheden te ontwikkelen: je wordt beter in het spel, in het samenwerken, in sociale interacties, enz.
Kortom spelen is belangrijk voor de rest van je leven.
Slide 17 - Slide
4.3 Lekker bewegen
De lichamelijke en motorische (motoriek) ontwikkeling van kinderen en jongeren ontwikkelt zich door bewegen:
- buiten spelen,
- binnen spelen
- gezond eten.
Slide 18 - Slide
4.3 Lekker bewegen
Spelontwikkeling: we kijken dan naar de stappen die het kind maakt tijdens het spelen.
Vraag: welk verschil zie je in de spelontwikkeling van een groep 2 leerling en een groep 8 leerling als het gaat om voetballen?
Slide 19 - Slide
4.3 Lekker bewegen
Een kind wordt dus gaande weg steeds beter in spelen. Dat is dus spelontwikkeling.
Pak blz. 134 voor je en lees 'Gerichte beweegactiviteiten' tot 'Zelf activiteiten organiseren'.
Groepsopdracht op de volgende blz.
Slide 20 - Slide
4,3 Lekker bewegen
Groepsopdracht:
Jullie gaan zo in vier groepen uiteen.
Elke groep bedenkt vijf beweegactiviteiten die je kunt gebruiken in de BPV.
-Twee voor groep 1 of 2
-Twee voor groep 3, 4 of 5
-Eén voor groep 6, 7 of 8
Jullie krijgen hier 10 minuten de tijd voor. Na 10 minuten deelt één student uit elke groep de gevonden activiteiten voor de klas.
Doel v.d. opdracht: samen 25 beweegactiviteiten maken die je kunt gebruiken op stage. Zo leer je van elkaar.
timer
10:00
Slide 21 - Slide
4.3 Lekker bewegen
Zoals Erik Scherder (eerste filmpje) als zei is vrij spelen en buitenspelen belangrijk voor een kind.
Het volgende filmfragment is gemaakt voor ouders, maar is ook voor aankomende onderwijsassistenten en leerkrachten erg interessant.
Kijkduur: 4 min.
Slide 22 - Slide
Huiswerk voor komende week/periode:
-maak de opdrachten van 4.2 en 4.3 in je werkboek. 4.4 hoef je niet te leren. Deze stof wordt ook niet getoetst.