quiz DKA - Diabetische Ketoacidose

DKA - Diabetische Ketoacidose
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

DKA - Diabetische Ketoacidose

Slide 1 - Slide

Wat is de belangrijkste oorzaak van DKA?
A
hyperglikemie door onvoldoende insuline
B
te veel sporten
C
te weinig beweging
D
hypoglykemie

Slide 2 - Quiz

DKA ontwikkelt zich snel, vaak binnen enkele uren.

A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurt er met het bloedzuurgehalte tijdens DKA?
A
het wordt alkalisch
B
het blijft normaal
C
het wordt zuur door de ophoping van ketonen
D
het wordt lager door te veel insuline

Slide 4 - Quiz

DKA komt alleen voor mensen met diabetes type 1
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

de pH van het bloed is verlaagd bij DKA
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

DKA kan niet worden veroorzaakt door een infectie, stress, of het niet goed gebruiken van insuline.
A
niet waar
B
waar

Slide 7 - Quiz

Welke is typisch voor de bloedwaarden van iemand met DKA?
A
lage pH en hoge bloeddruk
B
hoge pH en lage bloedsuiker
C
hoge pH en hoge bloedsuiker
D
lage pH en hoge bloedsuiker

Slide 8 - Quiz

Wat is een belangrijk aspect van het monitoren van de patiënt tijdens de behandeling van DKA?
A
bloeddruk meten elke 12 uur
B
het meten van pH en de bloedsuikerspiegel
C
urine controleren zonder glucose te meten
D
alleen glucose meten

Slide 9 - Quiz

Vloeistoftoediening is een belangrijke eerste stap in de behandeling van DKA.

A
niet waar
B
waar

Slide 10 - Quiz

Welke van de volgende elektrolyten is het meest zorgwekkend bij DKA en moet goed worden gecontroleerd?
A
magnesium
B
calcium
C
kalium
D
natrium

Slide 11 - Quiz

Metabole alkalose (verhoogde pH) is kenmerkend voor DKA.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Welke van de volgende symptomen is typisch voor DKA maar niet voor HHS?
A
acetongeur uit de adem
B
ernstige uitdroging
C
verwardheid
D
veel dorst

Slide 13 - Quiz

HHS veroorzaakt geen metabole acidose, terwijl DKA dat wel doet.
A
niet waar
B
waar

Slide 14 - Quiz

Cerebrale oedeem is een veelvoorkomende complicatie van DKA
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

De behandeling van DKA omvat het snel verlagen van de bloedsuikerspiegel met insuline.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz