bestimmte Artikel

1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

In deze les ga je:

-de geslachtregels van een znw oefenen
- de lidwoorden van het geslacht herkennen

Jij kan straks:
- het juiste lidwoorden bij het juiste znw/ geslacht  plaatsen.
- één of meerdere geslachtregels noemen.

Slide 3 - Slide

Welke Nederlandse lidwoorden ken je (nog)?

Slide 4 - Open question

Hebben zelfst nw ook in het Nederlands een geslacht?

Slide 5 - Open question

...in het Nederlands ook
de stoel- mannelijk
de trap - mannelijk
de gemeenschap- vrouwelijk
de regering- vrouwelijk
het paard- onzijdig
het systeem- onzijdig


Slide 6 - Slide

der-mannelijk (mänlich)
-personen of dieren met geslacht man
timer
1:00

Slide 7 - Slide

der-mannelijk (mänlich)
-personen of dieren met geslacht man
-dagen, maanden, jaargetijden (Tagen, Monate, Jahreszeiten)
-windrichtingen                                 (Windrichtungen)
- "het weer" begrippen                    (Wetter Begriffe)
- namen van vissen en vogels       (Fische und Vögel)
- landbouwproducten                       (Landwirtschaftprodukte)
- automerken                                         (Automarken)
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Welke is/zijn goed?
A
der Regen
B
der Mercedes
C
der Papagai
D
der Frau

Slide 9 - Quiz

die- vrouwelijk (weiblich)
- personen of dieren met geslacht vrouw

Slide 10 - Slide

die- vrouwelijk (weiblich)
- personen of dieren met geslacht vrouw
-woorden die eindigen op -heit,- keit, -schaft, -ung -ei  -e
-namen van bomen en bloemen            (Bäume und Blume)

z.B: die Rose, die Eiche, die Haselnuss, die Birke
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Welke is / zijn goed?
A
die Blume
B
die Ei
C
die Freiheit
D
die Übung

Slide 12 - Quiz

das- onzijdig (sächlich)
-"het" woorden in Nederlands  (het raam- das Fenster )
 (het brood- das Brot)

Slide 13 - Slide

das- onzijdig (sächlich)
-"het" woorden in NL  (het raam- das Fenster )
- woorden met de verkleinvorm -chen of -lein aan het eind van een woord
Buchlein (boekje)
Brötchen (broodje)

Slide 14 - Slide

Welke is/zijn goed?
A
das Tier
B
das Heft
C
das Haus
D
das Würstchen

Slide 15 - Quiz

Dusss....

Slide 16 - Slide

"die" geeft aan dat het ... is
A
mannelijk
B
onzijdig
C
vrouwelijk

Slide 17 - Quiz

"der" geeft aan het dat ... is
A
onzijdig
B
mannelijk
C
meervoud
D
vrouwelijk

Slide 18 - Quiz

"das" geeft aan dat het ... is
A
vrouwelijk
B
meervoud
C
onzijdig
D
mannelijk

Slide 19 - Quiz

.... Freundschaft (vriendschap)
A
der
B
das
C
die

Slide 20 - Quiz

... Pflanze (plant)
A
der
B
das
C
die

Slide 21 - Quiz

... Wasser (water)
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quiz

... Volkswagen
A
der
B
das
C
die

Slide 23 - Quiz

... Sommer
A
die
B
der
C
das

Slide 24 - Quiz

Nu jij...
-Maak op blz 32- opdr: 9,10,11*
* iets moeilijker zelf goed kijken naar de tabel onderaan
blz 31
-Daarna opdr 1,2 op blz 27
Klaar? Lees de theorie nog even goed door.

Slide 25 - Slide

Exit ticket

DOE JOUW BOEK DICHT A.U.B


Slide 26 - Slide

Exit ticket

Schrijf op je papiertje onder elkaar het volgende:
- je naam
-de drie Duitse lidwoorden
-achter ieder lidwoord een kenmerk en voorbeeld
dus zo:
die / woorden op -e zijn vrouwelijk / die Rose

Slide 27 - Slide



Plak je ticket op de deur bij het verlaten van de klas.

Slide 28 - Slide