Révision verbes - début de l'année (semaine 35)


On va faire une
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


On va faire une

Slide 1 - Slide

Mais, premièrement ...



Slide 2 - Slide

ils / elles
je
nous
tu
vous
elle
il
hij
jij
jullie / u
zij (ev)
wij
zij (mv)
ik

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Welke regelmatige werkwoorden op -ER ken je?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Vul de juiste vorm in:
Tu (parler) _________

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Vous (regarder) _________

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Elle (demander) _________

Slide 9 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Nous (habiter) _________

Slide 10 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Ils (porter) _________

Slide 11 - Open question

Vul de juiste vorm in:
Je (manger) _________

Slide 12 - Open question

Schrijf in je schrift: 



-   de Franse persoonlijke voornaamwoorden met de  
     Nederlandse vertaling erachter
-   het complete rijtje van de vervoeging van het                
     werkwoord aimer

Lever het blaadje in als je de opdracht af hebt. 

Slide 13 - Slide


VRAI
FAUX

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

ils / elles
je
nous
tu
vous
il / elle / on
est
es
êtes
sommes
sont
suis

Slide 17 - Drag question

"jullie zijn" is in het Frans:

Slide 18 - Open question

"jij bent" is in het Frans:

Slide 19 - Open question

"zij is" is in het Frans:

Slide 20 - Open question

"ik ben" is in het Frans:

Slide 21 - Open question

"zij (mnl) zijn" is in het Frans:

Slide 22 - Open question

"wij zijn" is in het Frans:
A
vous êtes
B
on est
C
nous sommes
D
elles sont

Slide 23 - Quiz

Welke vervoeging hoort niet in het rijtje thuis?
A
je suis
B
tu es
C
nous avons
D
vous êtes

Slide 24 - Quiz

Check 

Noteer in je schrift het rijtje van het werkwoord être en laat dit nakijken door je buurman / -vrouw.

Slide 25 - Slide


VRAI
FAUX

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Slide