wk 47: les 2 - werkwoordspelling (Engelse ww, vdw, odw)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vrijdag 25 november - 2AT1

• 10 minuten stillezen
• Terugblik: pv tt en pv vt, huiswerk bespreken
• Werkwoordspelling: Engelse werkwoorden, (on)voltooid deelwoord
• Aan de slag!
• Toets nabespreken

Vorige les heb je geleerd...

...hoe de de pv tt en de pv vt moet schrijven.

Deze les ga je leren...

...hoe je het (on)voltooid deelwoord moet schrijven.

...hoe je Engelse werkwoorden moet vervoegen.

27. Werkwoordspelling: pv tt, pv vt

De leerling maakt het huiswerk.            pv tt - ik-vorm+t

De leerling maakte het huiswerk.          pv vt - ik-vorm+te

De leerlingen maakten het huiswerk.  pv vt - ik-vorm+ten

De leerling downloadt de film.                 pv tt - ik-vorm+t

De leerling downloadde de film.             pv vt - ik-vorm+de

De leerlingen downloadden de film.    pv vt - ik-vorm+den

27. Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Managen

Hij managet           (Hij loopt)

Hij managede      (Hij rende)

Hij heeft gemanaged

 

27. Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

Deleten

Hij deletet           (Hij loopt)

Hij deletete      (Hij werkte)

Hij heeft gedeletet

 

27. Werkwoordspelling - Het voltooid deelwoord

Een voltooid deelwoord staat altijd samen in de zin met een vorm van hebben, zijn of worden (de persoonsvorm).

Hoe weet je of het voltooid deelwoord op een -d of een -t eindigt?

1. Maak het woord langer in de verleden tijd
2. Gebruikt 'T eX KoFSCHiP

De plannen zijn gewijzig...   1. Gisteren wijzigde ik de plannen   2. stam = wijziG  ---> gewijzigD       

Zijn nummer is geblok...       1. Gisteren blokte ik zijn nummer     2. stam - blokK    ----> geblokT

27. Werkwoordspelling - Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is. Het is dus nog niet voltooid.

Maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.

Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Aan de slag!

• Huiswerk nakijken 
• Lees blz. 112
• Maak opdr. 6, 7, 8
• Klaar?
• Maak de vragen op de volgende slides.

1 a heeft, wil

 b gebeurt, haalt

 c toetst, herstelt

 d krijgt, waarschuwen

 e kleedt, besteed

 f wis, onthoudt

2 a krabde, afzette

 b leefde, vreesde

 c begreep, legden, lagen

 d verwachtte, zou

 e vermeldden, was

 f is, wist, werd

Wanneer eindigt een voltooid deelwoord op een 'd' en wanneer op een 't'?

Hoe oud (worden) je tante morgen?

De buren hebben hun eigen truien (breien)

1. (worden) je moe van werkwoordspelling?
2. (worden) je broer ook zo moe van werkwoordspelling?

De werkwoordspelling heb ik altijd (haten).

Werkwoordspelling:
De hardrijder is (bekeuren).

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
(geloven) Hij ... mij nu niet.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Mijn moeder ...... (recyclen) alles.

Noteer de juiste vorm van het werkwoord:
Als je iets (beloven), is het normaal dat je die belofte (nakomen).

Noteer het verschil tussen sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden

Is het werkwoord sterk of zwak?

kloppen

bedenken

reizen

koken

slapen

verhuizen

vastmaken

vertellen

zwakke werkwoorden

sterke werkwoorden

Welke trucje gebruik je bij de persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden?

1. 't ex-kofschip
2. het werkwoord langer maken
3. lopen
4. Schrijven zoals je het hoort

De laatste jaren (tobben) hij met zijn gezondheid.
(persoonsvorm verleden tijd)

Persoonsvorm verleden tijd
Ik … (verbazen) me over de wilskracht van het verlegen meisje.

Persoonsvorm verleden tijd
(vermoeden) ... jullie dat hij iets stal?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

(gebeuren) Er ... hier nooit iets.

Persoonsvorm verleden tijd:

Gisteren ... (vallen) mijn snoepjes allebei op de grond.

Persoonsvorm verleden tijd

Ik ... vorig jaar naar het zuiden van Frankrijk. (rijden)

Persoonsvorm verleden tijd:

Simon en Kaja ... (geven) elkaar een hand.

Persoonsvorm verleden tijd

Er ... net vogelpoep op mijn autoruit. (zitten)

Einde van deze les