- in welke stad en in welk land je op vakantie bent geweest.
- met wie je bent geweest
- je hebt spaanse vrienden gemaakt
- met welk vervoersmiddel jullie op vakantie zijn geweest.
- hoe het weer was. Noem ook de temperatuur.
- noem 3 activiteiten die je hebt gedaan.
- waar jullie geslapen hebben. En hoe je de vakantie vond.