Biologie hoofdstuk 6 les 4

Biologie hoofdstuk 6 les 4

Het belang van water

Zoet en zout water

Welkom bij de les! 

Waarom dragen wedstrijdzwemmers een zwemmuts?

1. Dan bleken je haren niet door het chloor
2. Dan blijven je haren droog tijdens de wedstrijd
3. Dan koel je minder snel af
4. Dan heb je minder last van weerstand in het water

Waarom hoeft een larve niet boven water te komen om zuurstof te halen?

1. De larve eet planten waarin zuurstof zit
2. De larve heeft in het water geen zuurstof nodig
3. De larve maakt zelf zuurstof
4. De larve haalt zuurstof uit het water

In sommige sloten zit zo weinig zuurstof, dat er geen vis in kan leven. Waarom leven er wel waterinsecten?

1. Ze maken zelf zuurstof
2. Ze kunnen zonder zuurstof leven
3. Ze komen op het land om adem te halen
4. Ze halen zuurstof uit de lucht

Waarom is zeep een ramp voor een schaatsenrijder?

1. De poten worden vettig, daardoor kan hij niet meer bewegen
2. De zeepresten komen op het voedsel, waardoor het dier stikt
3. In zeepwater zit te weinig zuurstof, waardoor het dier stikt
4. De stevigheid van het wateroppervlak verdwijnt - hij verdrinkt

Wat is een kenmerk van een zoogdier?

1. Een sterk gestroomlijnd lichaam
2. Langer onder water kunnen blijven
3. Voedsel van het land en uit de zee is geschikt
4. Een eigen vaste lichaamstemperatuur

Welk dier heeft een constante lichaamstemperatuur?

1. otter
2. eend
3. stekelbaars
4. alle 3

Het water is 5 graden Celsius.
Hoe warm is de stekelbaars?

1. 5 graden
2. 10 graden
3. 15 graden
4. 37 graden

Het water is 25 graden Celsius.
Hoe warm is de bever?

1. 10 graden
2. 15 graden
3. 25 graden
4. 37 graden

Het water is 10 graden Celsius.
Hoe warm is de eend?

1. 10 graden
2. 15 graden
3. 25 graden
4. 37 graden

Een zwemmer gaat van NL naar Engeland. Vooraf smeert hij zich in met vet. Waarom?

1. Om soepel door het water te kunnen glijden
2. Om zich te beschermen tegen de koud
3. Om zijn huid te beschermen tegen ongedierte
4. Om zijn spieren soepel te houden tijdenshet zwemmen

De bakker gebruikt voor het deeg: meel, zout, water en gist.
Welke zin is juist?

1. Brooddeeg is een oplossing
2. Brooddeeg is een zuivere stof
3. Brooddeeg is een mengsel

Een legering is een speciaal soort mengsel. Hoe wordt dit mengsel gemaakt?

1. Door twee gassen te mengen
2. Door twee vloeistoffen te mengen
3. Door twee vaste stoffen te mengen

De waterplant maakt zuurstof.
Je ziet dat aan de belletjes.
Welke zin is waar?

1. De zuurstof is niet opgelost.
2. De zuurstof is opgelost.
3. De zuurstof is vloeibaar.
4. De zuurstof is verdampt.

Wat wordt bedoeld met "geconcentreerd appelsap"?

1. Er is water uit het sap van de appels gehaald
2. Er is water bij het sap van de appels gedaan
3. Er is suiker uit het sap van de appels gehaald
4. Er is suiker bij het sap van de appels gedaan

Als je soep eet met veel zout, dan kun je zeggen dat er een hoge concentratie zout in zit.

1. Waar
2. Niet waar

Je kunt zout uit het zeewater halen, door...

1. ... het zeewater te verwarmen
2. ... het zeewater te koken
3. ... het zeewater te bevriezen
4. ... het zeewater te filteren

Je gaat deze les leren...

• dat zout in de zee/oceaan afkomstig is van het land en beetje bij beetje door rivieren is aangevoerd;
• dat de hoeveelheid zout bepaald of water zout/zoet is;
• dat vissen en planten aangepast zijn aan zout/zoet;
• dat kwelders en schorren ontstaan door slib

Wat is het verschil tussen zout en zoet water?

Water...

1. uit rivieren is zoet
2. uit rivieren is zout
3. uit de zee is zoet
4. uit de zee is zout

Kun je het bassin voor dolfijnen vullen met kraanwater?

Waar komt het water in een kwelder vandaan?

1. uit de bodem
2. uit de zee
3. uit de rivier

Waarom vind je in een kwelder geen rozen/tulpen/paardenbloemen?

1. te zoet water
2. te zout water

Deze zeekraal... (zie blz. 85)

1. ... leeft in zout water
2. ... leeft in zoet water

Zeekraal... (zie blz. 85)

1. ...neemt het zoute water op
2. ...scheidt het zout uit

1. Lamsoor leeft met de voeten in het zeewater
2. Lamsoor leeft wat verder van de zee af
3. Lamsoor neemt het zout op
4. Lamsoor scheidt het zout uit

In het water van oceanen en zeeën zit veel zout. Hoe komt het in het water terecht?

1. via dieren
2. via rivieren
3. via regen
4. via mensen

Hoe komt het dat grote metalen schepen blijven drijven?

1. opwaartse druk
2. neerwaartse druk

Een snoek is een zoetwatervis. Wat weet je over het water waarin de snoek leeft?

1. In dat water zit weinig zout.
2. In dat water zit veel suiker.
3. In dat water is veel slib opgelost.
4. Dat water kan niet bevriezen.

De paling paart...

1. in zoet water
2. in zout water
3. in de rivieren
4. in de zee

Wat hindert de paling?

1. te veel zout in de rivieren
2. dijken en sluizen
3. te weinig zout in de rivieren

Wat heb je deze les geleerd?

Welk cijfer geef je je eigen inzet op schaal 1 tot en met 10

110