14. Les 3 Periode 3 Préparation PO 1 mon style

PO1: mondeling 'mon style' + 'page de style'
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

PO1: mondeling 'mon style' + 'page de style'

Slide 1 - Slide

PO1
1) Page de style 50%
2) Mondeling 'montre ton style 50%

Samen 1 cijfer (PO1, niet herkansbaar,  3%)

Volgende week tijdens blok Frans: mondeling

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Page de style
  • Laat zien wat jouw stijl is
  • Merken, kleding, accessoires, stijl (sportif, décontracté, classique, moderne, branché)

Slide 4 - Slide

Page de style
  • Check zelf: 10 plaatjes, 10 zinnen minimaal. Maak het persoonlijk!
  • Eigen zinnen, gebruik je module als basis
  • 1) In iedere zin een werkwoord: j'aime porter un jeans.
  • 2) In iedere zin een bijvoeglijk naamwoord: j'aime porter un pantalon rouge.
  • 3) In iedere zin een voegwoord: j'aime porter un pantalon rouge parce que j'adore les vêtements colorés.

Slide 5 - Slide

PO mondeling 'mon style'

  • vraaggesprek 
  • page de style
  • het gesprek wordt opgenomen
  • gesprek duurt rond de 7 minuten

Slide 6 - Slide

PO mondeling 'mon style'
  • Begin met jezelf voorstellen aan mij (naam, leeftijd, woonplaats, hobby's) 
  • Vragen en antwoorden over elkaars kleding, stijl
  • Welke merken, kleuren vind je leuk?
  • Wat is je stijl, houd je van mode?
  • Beschrijf je kleding
  • Waar koop je je kleding? 


Slide 7 - Slide

Op deze vragen geef je antwoord
  • Tu aimes quelles couleurs?
  • Aimes-tu quelles marques?
  • Tu suis la mode? Quel est ton style?
  • Quels vêtements tu préfères?
  • Tu achètes tes vêtements où?
  • Tu préfères acheter tes vêtements en ligne?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ik wil graag Frans klinken als ik Frans praat
Oui!
Non
Je veux, mais je ne peux pas

Slide 10 - Poll

Uitspraak
  • Check de uitspraak (www.acapela-group.com of via google)
  • Analyseer de uitspraak (laatste letter spreek je vaak niet uit)

Slide 11 - Slide

Plak woorden aan elkaar
J'habite en Italie et j'ai quinze ans

Slide 12 - Slide

Spreek de laatste letter niet uit
J'ai quatorze ans et mon style préfére est le style moderne

Slide 13 - Slide

Page de style
  • Check zelf: 10 plaatjes, 10 zinnen minimaal. Maak het persoonlijk!
  • Eigen zinnen, gebruik je module als basis
  • 1) In iedere zin een werkwoord: j'aime porter un jeans.
  • 2) In iedere zin een bijvoeglijk naamwoord: j'aime porter un pantalon rouge.
  • 3) In iedere zin een voegwoord: j'aime porter un pantalon rouge parce que j'adore les vêtements colorés.

Slide 14 - Slide

Images
zoek minimaal 10 afbeeldingen die verschillende dingen van jouw stijl laten zien. 
Download ze en plak ze in een document of print ze en plak op een vel papier

Slide 15 - Slide

Voegwoorden
- parce que = omdat
- mais = maar
- donc = dus
- et = en
- c'est pourquoi = daarom...

Deze voegwoorden wil ik in de zinnen terugzien

Slide 16 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Gebruik in iedere zin een bijvoeglijk naamwoord:
- beau, belle
- sportif
- couleurs
- confortable
- etcétera

Slide 17 - Slide

Werkwoorden
Gebruik in iedere zin een werkwoorden, par exemple:
- aimer, adorer, préférer
- porter
- mettre
- acheter
- etcétera

Slide 18 - Slide

Volgorde
1) Onderwerp (Je)
2) Werkwoord(en)
3) Rest van de zin (plek, tijd, lijdend voorwerp)



Slide 19 - Slide

Aimer, adorer, préférer, détester
Zeggen waar je wel en niet van houdt...
1) Stam (-er)
2) Uitgang:   J'aime                     Nous aimons
                          Tu aimes                Vous aimez
                       
  Il, elle, on aime    Ils, elles aiment

Een eskimo eet ons ezeltje enthousiast

Slide 20 - Slide

Aimer, adorer, préférer, détester
Zeggen waar je wel en niet van houdt...

Ik houd van broeken. 
J'aime les pantalons.

Regel: Aimer, adorer, préférer, détester + lidwoord (le, la, les)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Ik ben dol op schoenen
A
Tu adores chaussures.
B
J'adore les chaussures.
C
Tu adores les chaussures.
D
J'adore chaussures.

Slide 23 - Quiz

Hoe zeg je: ik houd van sportieve kleding (vêtements)

Slide 24 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de vorm
enkelvoud
meervoud
mannelijk
le jean bleu
les jeans bleus
vrouwelijk
la robe bleue
les robes bleues

Slide 25 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de plek
Het bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfstandig naamwoord:

Le jean bleu, la robe rouge, les chaussures vertes

Slide 26 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de plek
Deze staan bijvoeglijke naamwoorden voor het zelfstandig naamwoord:

Bon - beau - joli - gros - jeune - haute - nouveau - long - petit - grand - vieux - mauvais - autre - large, (tralalala)

Slide 27 - Slide

Hoe zeg je: de rode broek?

Slide 28 - Open question

Hoe zeg je: de blauwe jurk?

Slide 29 - Open question

Hoe zeg je: de zwarte truien?

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Bonne chance!

Slide 33 - Slide