H2 burgerlijke cultuur nederland

BURGERLIJKE CULTUUR 
IN NEDERLAND 
(17e  eeuw)
KLAS 6 KUBV 
SGDB
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BURGERLIJKE CULTUUR 
IN NEDERLAND 
(17e  eeuw)
KLAS 6 KUBV 
SGDB

Slide 1 - Slide

Werkwijze
In het schema zie je welke hoofdstukken je per week doorleest ter voorbereiding op de theorieles. 

De lessonups worden weer gedeeld. Meld je hiervoor nu aan bij klas 61KUBV
klascode: uiwqp

Zorg voor een schrift of map met blaadjes want soms moet je opdrachten uit de Lessonup ook in je schrift uitwerken.

W36
H1 Inleiding
W37
H2 cultuur en wetenschap
W38
H3 bouwkunst
W39
H3 bouwkunst
W40
H4 beeldende kunst
W41
H4 beeldende kunst
W42
H5 muziek
W44
H5 muziek
W45
H6 dans en drama
W46
H6 dans en drama / herhaling

Slide 2 - Slide

Nakijken opdracht 1 t/m 8 
Hoofdstuk 1 - Inleiding

Slide 3 - Slide

opdr. 1
Bestuurders  
Middenstand
Grote burgerij
Volksklasse
Bedeelden

Slide 4 - Drag question

Portret van Jan Six Rembrandt van Rijn, 1654
Opdracht 2: 
Licht de herkomst (emigrant tot elite) van Jan Six toe die hiernaast is afgebeeld.
emigrant
Vanwege meer tolerantie wat betreft godsdienst emigreert de familie Six  in 16e eeuw vanuit Frankrijk (Lille) naar Amsterdam. Het is dan al een welvarende koopmansfamilie. 

elite
Ze dragen bij aan de welvaart van de gouden eeuw en behoren in de 17e eeuw tot de belangrijkste regenten van Amsterdam. Jan Six wordt burgemeester van de stad.

Slide 5 - Slide

Portretten van drie regentessen van het leprozenhuis in Amsterdam, Ferdinand Bol, ca. 1668
Opdracht 3: 
Beschrijf in je schrift de verschillende mogelijkheden voor vrouwen tijdens deze periode (blz. 11-12).
Opdracht 4: 
Welke calvinistische aard vertegenwoordigen deze drie vrouwen?
calvinistische aard
Gevoelens van solidariteit en religieus plichtbesef horen bij het Calvinisme.. Daardoor heeft de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een goed ontwikkeld stelsel van liefdadigheidsinstellingen en armenzorg. Het bestuur van vele opvanghuizen is in handen van regenten.
positie vrouwen
Vrouwen hebben in Nederland een meer onafhankelijke positie, helemaal als hun man op zee is, zij ongehuwd of weduwe zijn (vrouwenoverschot). Ze maakten samen met mannen ook deel uit van het bestuur van opvanghuizen. De regenten voerden de algemene directie, de vrouwen waren verantwoordelijk voor het huishoudelijk beheer, waaronder het toezicht op bedienden en de inkopen.
werkende vrouwen
-runnen familiebedrijgf bij afwezigheid man
-openbaar koopvrouw
-echtgenoot assisteren bij zijn ambacht 
-voortzetten zaak/ambacht man na zijn dood
-laaggeschoold werk (dienstmeisje)
-uitdraagster (doorverkopen inboedels)

Slide 6 - Slide

Een opperkoopman van de VOC, Aelbert Cuyp, ca. 1640-60
Opdracht 5: 
Benoem de positieve en negatieve aspecten van de overzeese handel. Schrijf ze in je schrift. (blz. 13-14)
Opdracht 6: 
Welke twee (tegenstrijdige) beelden wil dit portret van de opperkoopman tonen 
overzeese handel
Positief: het maakte Amsterdam en Nederland zeer welvarend
Negatief: Er werd oorlog gevoerd voor de handel, inheemse bevolking werd uitgemoord, zeelieden op de schepen leefden (en stierven) onder erbarmelijke omstandigheden en Nederland ging meedoen aan de slavenhandel.
beeldvorming
De koopman wil niet al te opzichtig pronken met zijn rijkdom. Hij en zijn vrouw zijn sober (in zwart) gekleed. Tegelijkertijd wijst hij naar de vloot die verantwoordelijk is voor hun welvaart en ook de bediende (slaaf) die achter hen een parasol vasthoudt, benadrukt hun status en rijkdom.

Slide 7 - Slide

Twee Afrikaanse mannen
Rembrandt van Rijn, 1661
Opdracht 7: 
Wat is nogal tegenstrijdig aan de slavenhandel en de omgang met zwarte mensen in Nederland? 
(blz. 15)
Opdracht 8: 
Wat is er zo bijzonder aan dit schilderij van Rembrandt ?
slavernij
Eind 16e eeuw wordt Nederland actief in de slavenhandel. Ze verhandelen slaven en exploiteren ze op plantages in de koloniën. Er komen vanaf die tijd ook mensen van Afrikaanse afkomst naar Amsterdam. Zij leven hier echter meestal in vrijheid omdat slavernij hier niet is toegestaan.
over het schilderij
In de Jodenbuurt waar Rembrandt werkte woonde ook een kleine gemeenschap van Afrikaanse mensen. Deze twee mannen zijn mogelijk vrije mannen die bij hem in de buurt woonden. Hij maakt ze heel bijzonder tot hoofdonderwerp en niet tot bijfiguren (wat normaal was).

Slide 8 - Slide

De burgerlijke cultuur van Nederland
(17de eeuw)


H2: Cultuur en wetenschap

Slide 9 - Slide

Startvragen 
1. Wie zijn Karel V, Philipps II en Willem van Oranje
2. Wat is calvinisme
3. Ten kosten van welke stad groeide Amsterdam exponentieel
4. Wat was een belangrijke reden voor de relatief goede positie voor vrouwen in de gouden eeuw
5. Waar staan de afkortingen VOC en WIC voor
6. Noem 3 zaken waarmee rijke kooplieden hun grachtenpanden verfraaiden
7. Is de protestantse kerk een opdrachtgever van kunstenaars
8. Wat wordt met 'Homo Bulla' (de mens is een zeepbel) bedoelt
9. Wat is curiosa
10. Waar of niet waar? Er is veel anafalbetisme in de 17e eeuw in Nederland 
11. Wat dronk men in de 17e eeuw? Waarom
12. Noem drie wetenschappelijke ontdekkingen/ontwikkelingen uit de 17e eeuw

Karel V is de vader van Phillips II die Willem van Oranje tot stadhouder van de Nederlanden benoemd. Phillips II is opvolger van Karel V die uiteindelijk met Willem van Oranje in conflict komt waardoor de 80-jarige oorlog zal ontstaan

Een protestantse geloofsovertuiging naar de leer van Calvijn. In het calvinisme staat arbeidsmoraal (hard werken) en soberheid centraal.
Antwerpen

- Er was een vrouwenoverschot
- veel mannen waren door zeevaart en visserij vaak van huis
VOC - verenigde oostindische compagnie
WIC - West indische compagnie
 Meubels, schilderijen, familiewapens

Nee... het woord staat centraal!!!
aards verblijf is tijdelijk en leven is kwetsbaar
vreemde exotische voorwerpen

interessante tentoonstelling over curiosa in scheepvaartmuseum
Niet waar
Bier, water was vuil
Microscoop, slinger uurwerk, 
Schrijf de antwoorden in je schrift (je hebt 5 minuten)

Slide 10 - Slide

Belangrijke onderwerpen
Rijke burgers
Gilden
'Ter lering en vermaak' 
Rariteitenkabinetten
Persvrijheid
Kaarten
Wetenschap

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Burgerij 17e eeuw 
Burgers:  - Rijke burgers besturen het land
                    - Zelfbewust
                    - Omringen zich met kunst / voorwerpen die laten zien hoe welvarend ze zijn
 
Amsterdam:
  • belangrijkste handelscentrum vd wereld
  • goederen werden hier vanuit Azië, Afrika, Amerika over Europa verspreid. 

Slide 13 - Slide

+/- 30.000 inwoners in 1585 groeide die tot naar schatting in 1632 en 200.000 aan het eind van de jaren zestig van de 17de eeuw en werd daarmee in omvang na Londen en Parijs de derde stad van Noordwest-Europa. 

Slide 14 - Slide

In 1610 besloot het bestuur daarom tot een uitbreiding van de stad met een grachtengordel. Langs de grachten kwamen huizen voor de rijke burgers en ten westen van de stad werd de Jordaan aangelegd, een werk- en woonwijk voor handwerkslieden en kleine ondernemers. De voorspoed bevorderde ook het culturele leven en de stad werd een Europees kunstcentrum.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Je mag je wel ............................., maar houd  ..........................; 
laat je niet leiden door ........................... 
en wees altijd op je ...................
Vul de woorden in op de calvinistische devies
vermaken
hoede
maat
begeerte

Slide 17 - Drag question

zet het juiste begrip in de gildestructuur
De middenstand bestaat uit ambachtslieden die profiteren van de rijkdom van de hogere middenklasse en de regenten. 
Zij verenigen zich in gilden.
Leerling
Gezel
Meester
Meesterproef

Slide 18 - Drag question

Wie staat waar in deze gravure van het Sint Lucas gilde?
Gezel
Meester
Leerling

Slide 19 - Drag question

Opbouw: Gilden
  •  Het gilde zorgde ervoor dat alleen hun leden rechtmatig hun beroep mochten uitoefenen --> alleen als je lid was van het gilde mocht je je beroep uit oefenen

  • Ook stelde het gilde ook regels op voor haar leden en controleerde deze. Voorbeelden van deze regels waren bijvoorbeeld prijs- en kwaliteitsafspraken. --> eerlijke concurentie 

  •  Tot slot zorgde het gilde voor saamhorigheid en behartigde het de belangen van hun leden.  --> veiligheid en welbevinden

  • Ook zorgde het gilde voor haar zieke of oudere leden. --> vangnet voor dood/ziekte

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

rariteitenkabinet
Een wunderkammer of rariteitenkabinet is een kast waarin een verzameling rariteiten kon worden bewaard. Onder 'rariteiten' verstaan we zeldzame voorwerpen die meestal werden ingevoerd van buiten Europa.  Het woord kabinet sloeg aanvankelijk op het opbergmeubel waarin deze voorwerpen verzameld werden. Mettertijd ging men de kamer waar de 'rariteiten' opgeslagen waren kabinet of wunderkammer noemen. 
naturalia
Dat konden koralen,  schelpen, mineralen, planten en opgezette dieren zijn. kamer waar de 'rariteiten' opgeslagen waren kabinet of wunderkammer noemen. 
artificialia
Dat konden schilderijen, prenten, beeldhouwwwerken, sieraden, exotische gebruiksvoorwerpen  of boeken zijn.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wetenschap sinds renaissance
  • Van theologisch naar meer empirisch


Verklaring natuurverschijnselen vanuit het geloof
onderzoek op basis van directe, eigen waarneming

Slide 24 - Slide

Bloeiende wetenschap in NL
  • Weinig censuur
  • Calvinisme sluit aan bij renaissantistisch denken (empirische wetenschap) 

Slide 25 - Slide

1

Slide 26 - Video

00:00
Welke uitvindingen zie je

Slide 27 - Mind map

examenvragen oefenen
Kunstverzamelingen

Slide 28 - Slide

Verzamelen
Bekijk afbeelding 1. Je ziet daar de Kunstkamer met echtpaar en zoon, geschilderd door Frans Francken omstreeks 1615.

Het gaat in dit schilderij duidelijk om voorname personen die te midden van hun kostbare verzameling zitten.

Slide 29 - Slide

Hoe heet de kraag die je ziet in hun kleding?
A
Revers
B
Kanten kraag
C
Regentenkraag
D
Molensteenkraag

Slide 30 - Quiz

Leg uit waaruit, buiten hun verzameling, valt af te leiden dat het om voorname personen gaat. Geef twee argumenten

Slide 31 - Open question

Verzamelen
Bekijk afbeelding 1 en 2. Op de tweede afbeelding zie je de kunstkamer van Cornelis van der Geest geschilderd door Willem van Haecht uit 1630. 

In beide schilderijen is een gevarieerde verzameling zichtbaar. Er zal een zekere nieuwsgierigheid naar kunst en vreemde zaken ten grondslag hebben gelegen aan deze verzameldrift. Er zijn echter nog andere motieven om een dergelijke collectie aan te leggen.
afbeelding 1
afbeelding 2

Slide 32 - Slide

Wat is een economisch argument om in de 17e eeuw een verzameling te hebben.
A
Het is een belegging
B
Ze wisten niet wat ze anders met hun geld moesten doen
C
Het is statusverhogend omdat het zeldzaam is
D
Het is liet zien dat je je bezig hielt met wetenschap

Slide 33 - Quiz

Wat is een sociaal argument om in de 17e eeuw een verzameling te hebben.
A
Het is een belegging
B
Ze wisten niet wat ze anders met hun geld moesten doen
C
Het is statusverhogend omdat het zeldzaam is
D
Het is liet zien dat je je bezig hielt met wetenschap

Slide 34 - Quiz

Artificialia
Naturalia
Sleep de objecten uit de kunstkamer naar het juiste begrip

Slide 35 - Drag question

De kunstkamers en rariteitenkabinetten uit de zeventiende eeuw zijn de eerste aanzet naar musea zoals wij ze kennen. Er zijn echter verschillen.

Beschrijf 2 zaken waarin een museum anders is van een kunstkamer

Slide 36 - Open question

Verzamelen
Bekijk afbeelding 2 en 3 (is een detail van 2). Lees de brontekst. 

Voor verzamelaars als Cornelis van der Geest is het verwerven van kennis en inzicht en het bewaren van Gods vruchten van de schepping een levenshouding: het streven naar het allerhoogste.  Het schilderij van Van Haecht is daarom niet alleen een overzicht van zijn collectie, maar heeft ook een allegorische betekenis. 

Dat komt tot uiting in het detail van afbeelding 3 waarin twee figuren met ezelskoppen schilderijen vernielen.
afbeelding 2
afbeelding 3
brontekst

Slide 37 - Slide

Wat is een allegorie?
A
het geheel van verhalen en denkbeelden van een bepaalde cultuur waarin belangrijke vragen aan bod komen zoals de oorsprong van de mens, de wereld en natuurverschijnselen.
B
een symbolische voorstelling waarbij een idee of abstract begrip (bijvoorbeeld deugden en ondeugden) wordt verbeeld door één of meer personificaties

Slide 38 - Quiz

Wat personifieren de ezels in de allegorie van afbeelding 3 NIET?
A
Domheid
B
Onwetenheid
C
Botheid
D
Gierigheid

Slide 39 - Quiz

examenvragen oefenen 
Vrouwen in de gouden eeuw

Slide 40 - Slide

Elisabeth Bas
Bekijk afbeelding 1.  Het is een portret dat Ferdinand Bol maakte van een oude vrouw, mogelijk Elisabeth Bas. 

Deze kapiteinsvrouw is een goed voorbeeld van de positie van de vrouw in de Nederlandse samenleving. Die wijkt af van de rest van Europa.

Elisabeth beheert samen met haar man een logement waar kunstenaars, schrijvers en andere intellectuelen graag komen. Ze gaat daar mee door als haar echtgenoot overlijdt en laat haar kinderen 28000 gulden na. Een vermogen in die tijd. Aan haar kleding is te zien dat ze weduwe is, maar ook een welgestelde calviniste


Slide 41 - Slide

Waarin is de positie van de vrouw anders in Nederland dan in de rest van Europa?
A
Ze zijn sexier
B
Ze zijn zelfstandiger
C
Ze worden ouder
D
Ze zijn belangrijker dan mannen

Slide 42 - Quiz

Het schilderij van de vrouw lijkt op een staatsieportret. Ook daarin wijkt Nederland af van de rest van Europa.

Waarin is de voorstelling afwijkend in vergelijking met zuid europese portretten?

Slide 43 - Open question

Leg uit hoe haar calvinistische karakter als weduwe wordt verbeeld in dit schilderij aan de hand van 2 aspecten van de voorstelling

Slide 44 - Open question

Leg uit waaruit valt af te leiden dat ze welgesteld is. Noem drie zaken.

Slide 45 - Open question

In het schilderij wordt de vrouw driekwart weergegeven. Hoewel niet midden in de voorstelling ligt de nadruk toch op het gezicht. Dit komt onder andere door de een aantal aspecten van de VORMGEVING.

Welke stelling is NIET juist m.b.t. de VORMGEVING.
De nadruk licht op het gezicht door...
A
de gedetailleerde uitwerking/hanteringswijze
B
het licht donker contrast met de kraag en de donkere achtergrond
C
haar strenge blik die contact maakt met de toeschouwer
D
de compositorische opbouw die van linksonder via de handen naar het gezicht leidt.

Slide 46 - Quiz

voorstelling/inhoud versus vormgeving
Vragen over een kunstwerk kunnen gaan over 
de inhoud/het verhaal/de voorstelling/afbeelding
               of over 
 de vormgeving = hoe het gemaakt is, de middelen waarmee.
Op de volgende dia zie je aspecten van de vormgeving per kunstdiscipline 

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide