Begin vandaag Thema 1

1
Hallo Suzana. Hoe gaat het?
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

1
Hallo Suzana. Hoe gaat het?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zeg je als je iemand begroet?
- Hallo!
- .....

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kennismaken
Hallo!
Hoe gaat het (ermee)?                                                      🙂 Goed!
Hoe is het (ermee)?                                                            😐Het gaat wel!
Hoe gaat het met jou/je?                                                 ☹️Niet zo goed!
Hoe is het met jou/je?                                                       ☹️Slecht!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
- Je krijgt een kaartje van de juf.
- Loop door het lokaal.
- Vraag aan de ander hoe het gaat
- Geef antwoord met een zin die bij jouw plaatje past.
🙂😐 ☹️

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kennismaken
Hallo!
Hoe gaat het (ermee)?                                                      🙂 Goed!
Hoe is het (ermee)?                                                            😐Het gaat wel!
Hoe gaat het met jou/je?                                                 ☹️Niet zo goed!
Hoe is het met jou/je?                                                       ☹️Slecht!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een vraag klinkt als...

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

2
Hoe heet jij?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

De h klinkt als....

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Welke klank hoor je?
Sleep het woord naar het goede vakje.
G
H

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Lettergrepen
Woorden kun je in stukjes verdelen.
Die stukjes heten lettergrepen.
let-ter-gre-pen.
Je kunt de woorden makkelijker in lettergrepen verdelen door mee te klappen.


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lettergrepen oefenen
1 lettergreep              boom
2 lettergrepen          bo-men
3 lettergrepen          bla-de-ren
4 lettergrepen          boom-bla-de-ren       

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Klemtoon
Als je de woorden uitspreekt, dan zeg je een lettergreep van een woord harder en soms langer dan de andere delen.
Dat heet de klemtoon. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Samen de klemtoon oefenen
boom
bo-men
bla-de-ren
boom-bla-de-ren
vo-gel
com-pu-ter

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waar zit de klemtoon?
A
B
C

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waar zit de klemtoon?
A
B
C

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Waar zit de klemtoon?
A
B
C

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Namenketting
We gaan in een kring zitten.
Oefening:

Ik heet juf Linda.
Ik heet .... Ik zit in de klas bij juf Linda.
Ik heet .... Ik zit in de klas bij juf Linda en ....

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

3
Uit welk land kom jij?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zeg uit welk land jij komt
Loop door de klas. Vraag elkaar uit welk land je klasgenoot komt. 
- Uit welk land kom jij?
- Ik kom uit ...
En jij?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Luisteren
4. Eerste luisterronde.
Hoor je de naam of het land? Of hoor je beide? Omcirkel de letter(s) van het juiste antwoord.

1
2
3

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Luisteren
4. Tweede luisterronde.
Uit welk land komen deze mensen? Zet een X in de juiste kolom.

1
2
3

Slide 26 - Slide

Fotokaarten 975-980 uit de materialenkoffer.
Uitspraak
Je schrijft land met een d, maar je zegt /l a n t/. 
De d klinkt aan het einde van een woord als een t.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Welke taal spreek jij?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Zeg welke taal je spreekt.
- Welke taal spreek jij?
- Ik spreek ...

(Oekraïens, Pasjtoe, Arabisch, Tigrinya, Pools, Somalisch...) 
 

Slide 29 - Slide

Kaart 984 uit de materialenkoffer
 Luisteren
6. Eerste luisterronde.
Hoor je de naam, het land of de taal?  Omcirkel de letter(s) van de juiste antwoorden.

1
2
3

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

 Luisteren
6. Tweedeluisterronde.
Welke taal spreken deze mensen? Omcirkel de talen die je hoort.

1
2
3

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

 Luisteren
7. Eerste luisterronde.
Hoor je de naam, het land of de taal? Omcirkel de letter(s) van de juiste antwoorden.

1
2

Slide 32 - Slide

Kaarten 975-977 en 980-981 uit de materialenkoffer.
 Luisteren
7. Tweede luisterronde.
Welke taal spreken deze mensen? Zet een x in de juiste kolom.

1
2

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

5
Waar woon jij?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Zeg waar je woont.
- Waar woon jij?
- Ik woon in ...
- En jij?

Slide 35 - Slide

Kaart 985 uit de materialenkoffer
6
Hoe ga jij naar de les?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

9. Zeg hoe jij naar de les gaat.
Hoe ga jij naar de les?
Ik ga...
-lopend.
-met de bus.
-op de fiets.
-met de auto.
-met de trein.
-met de metro.
-met de tram.

Slide 37 - Slide

Kaart 986 uit de materialenkoffer.
10. Eerste luisterronde
Wie hoor je?
A
Twee vrouwen
B
Twee mannen
C
Een vrouw en een man

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

10. Tweede luisterronde
Wat weet je over de vrouw?
Omcirkel de juiste antwoorden in je boek. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

10. derde luisterronde
Wat weet je over de man?
Omcirkel de juiste antwoorden in je boek. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Interview vier klasgenoten
Schrijf een kort antwoord op in je boek. 

Slide 41 - Slide

Kaart 982-986 van de materialenkoffer.