Les doelstellingen

• Bewegingsonderwijs
• MBO
• Studiejaar 2

Doelstellingen

Doelstelling; Wat en waarom?

• Doelstelling -> Iets waarnaar je streeft of het hebben van een bedoeling

• Nastreven van doelstellingen: Het als lesgever willen bereiken van een gedragsverandering bij de persoon of groep die je les geeft

Didactisch model

• Er is altijd sprake van een wisselwerking tussen de beginsituatie en de doelstelling

• De inhoud van de les wordt gestuurd door de gekozen doelstelling

Didactisch model

• Doelstelling geeft richting aan de overige 4 didactische componenten:

1. Lesopbouw
2. Organisatie
3. Bewegingsvormen
4. Didactische werkvormen

Doelen stellen!

Doelstellingen zijn nodig om:

• Aan te geven wat je wilt bereiken
• Je aan te zetten tot nadenken over wat je gaat doen
• Te komen tot een optimaal leerresultaat
• Richting te geven aan de praktische invulling van de les
• Je te kunnen verantwoorden tegenover anderen

Soorten doelstellingen

Aan het eind van de les kan iedere deelnemer minimaal vijf fouten en correcties opnoemen van de handstandoverslag

1. Motorische doelstelling
2. Cognitieve doelstelling
3. Sociaal- affectieve doelstelling
4. Didactische doelstelling

Aan het eind van de lessenreeks kan iedere deelnemer een duurloop van tien kilometer lopen

1. Motorische doelstelling
2. Cognitieve doelstelling
3. Sociaal- affectieve doelstelling
4. Didactische doelstelling

Aan het eind van de lessenreeks kan iedere deelnemer de beslissingen van de scheidsrechter accepteren

1. Motorische doelstelling
2. Cognitieve doelstelling
3. Sociaal- affectieve doelstelling
4. Didactische doelstelling

Aan het eind van de les kunnen de deelnemers de techniek van de lay-up benoemen.

1. Motorische doelstelling
2. Cognitieve doelstelling
3. Sociaal- affectieve doelstelling
4. Didactische doelstelling

1. Beschrijf de bewegingsvorm

Je beschrijft de beweging en de wijze waarop de beweging moet worden uitgevoerd. Het gaat om de inhoud van wat je wilt zien aan het einde van de les.

Voorbeelden van de beschrijving van de bewegingsvorm:

• De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek demonstreren
• De SB-deelnemers kunnen een duurloop van 10 km uitvoeren
• De SB-deelnemers kunnen een voorwaartse salto springen

2. Beschrijf het waarneembaar eindgedrag

Het waarneembaar eindgedrag moet  aan twee voorwaarden voldoen:

• Het gewense eindgedrag is waarneembaar
• In de doelstelling is het waarneembaar eindgedrag als handeling beschreven

Je gebruikt bij het formuleren van waarneembaar eindgedrag altijd een werkwoord zoals; demonsteren, springen, werpen, opnoemen en geven.  

3. Beschrijven van de voorwaarden of omstandigheden

Beschrijf de voorwaarden of de omstandigheden waaronder de SB-deelnemer het gewenste eindgedrag uit moet voeren.

Voorbeelden van de beschrijving:

• De deelnemers kunnen de wreeftrap toepassen in een spelsituatie
• De deelnemers kunnen de bovenhandse techniek in een driehoeksopstelling demonstreren
• De deelnemers kunnen een voorwaartse salto vanuit aanloop met afzet van een minitrampoline springen

4. Beschrijving minimumprestatie

In de minimumprestatie beschrijf je hoe volmaakt de SB-deelnemer het eindgedrag moet vertonen. Daarmee geef je de grens tussen voldoende en onvoldoende aan. 

Voorbeelden van een minimale eis:

• De SB-deelnemers kunnen de bovenhandse volleybaltechniek in een driehoeksopstelling zodanig demonstreren dat de strekking van de armen en benen goed zichtbaar is

Benoem de vier stappen voor jouw eigen te geven les

Maak de doelstelling volledig! Maak er een goed lopende zin van