nederlands woordenschat

Ik heb een PRIJSOPGAVE per mail ontvangen
Welk woord heeft dezelfde betekenis als het grote lettertype?
A
factuur
B
offerte
C
specificatie
D
duurder
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ik heb een PRIJSOPGAVE per mail ontvangen
Welk woord heeft dezelfde betekenis als het grote lettertype?
A
factuur
B
offerte
C
specificatie
D
duurder

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Een moeilijke keus uit twee dingen/zaken.
Welk woord past bij de omschrijving?
A
Dilemma
B
Incident
C
Futiliteit
D
Lastig

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Alle medewerkers stellen zich LOYAAL op
Wat is de betekenis van LOYAAL?
A
Netjes
B
Beschaafd
C
Braaf
D
Trouw

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Ik vind dat DUBIEUS, wat betekent DUBIEUS?
A
Vervelend
B
Interessant
C
Twijfelachtig
D
Dubbel

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Dat vak is SUMMATIEF, wat betekent SUMMATIEF?
A
Toets
B
Examenvak
C
niet belangrijk
D
in de zomer

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Zich COULANT houden, wat betekent COULANT?
A
Netjes
B
rustig
C
Toegeeflijk
D
boos maken

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De uitbarsting van een vulkaan.
Welk woord past bij de omschrijving?
A
implosie
B
eruptie
C
explosie
D
lava

Slide 7 - Quiz

implosie. tegenovergestelde van explosie. Een gebouw stort vanuit binnen in elkaar
Parijs is een METROPOOL, wat betekent METROPOOL?
A
stad met veel metro's
B
lichtstad
C
Wereldstad
D
veel inwoners

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Mijn jongste neefje is over het algemeen heel TIMIDE. Wat betekent TIMIDE?
A
Agressief
B
Verlegen
C
Angstig
D
Boos

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is CRUESLI?
A
noten
B
rozijnen
C
pinda's
D
veel ontbijtgranen bij elkaar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Zij zijn BEDUCHT VOOR strafmaatregelen. Wat is de juiste betekenis?
A
Bang voor
B
Voorstander van
C
Slachtoffer van
D
Beroemd

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Die school heeft veel POTENTIE.
Wat betekent POTENTIE?
A
Uitstraling
B
Mogelijkheden
C
Personeel
D
Invloed

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Ik maak een ALINEA, wat betekent ALINEA?
A
een zalf
B
een winkel
C
liniaal gebruik
D
een witte regel

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe laat is het hier?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

12.19 hoe laat is dat?
A
ongeveer 12 uur
B
11 minuten voor half 1
C
geen idee
D
19 minuten voor half 1

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is PVB op je stage?
A
personeel van 't bedrijf
B
precies voorstel beroep
C
proeve van bekwaamheid
D
heb ik niet op stage

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag met woordzoeker 1: opleidingen Entree
timer
5:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions