nederlands woordenschat

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Ik heb een PRIJSOPGAVE per mail ontvangen
Welk woord heeft dezelfde betekenis als het grote lettertype?

1. factuur
2. offerte
3. specificatie
4. duurder

Een moeilijke keus uit twee dingen/zaken.
Welk woord past bij de omschrijving?

1. Dilemma
2. Incident
3. Futiliteit
4. Lastig

Alle medewerkers stellen zich LOYAAL op
Wat is de bet. van LOYAAL?

1. Netjes
2. Beschaafd
3. Braaf
4. Trouw

Ik vind dat DUBIEUS,wat bet. DUBIEUS?

1. Vervelend
2. Interessant
3. Twijfelachtig
4. Dubbel

Dat vak is SUMMATIEF, wat bet. SUMMATIEF?

1. Toets
2. Examen vak
3. niet belangrijk
4. in de zomer

Zich COULANT houden, wat bet. COULANT?

1. Netjes
2. rustig
3. Toegeeflijk
4. boos maken

De uitbarsting van een vulkaan.
Welk woord past bij de omschrijving?

1. implosie
2. eruptie
3. explosie
4. lava

implosie. tegenovergestelde van explosie. Een gebouw stort vanuit binnen in elkaar

Parijs is een metropool,wat bet.metropool?

1. stad met veel metro's
2. lichtstad
3. Wereldstad
4. veel inwoners

Mijn jongste neefje is over het algemeen heel TIMIDE. Wat bet. TIMIDE?

1. Agressief
2. Verlegen
3. Angstig
4. Boos

Wat bet. cruesli?

1. noten
2. rozijnen
3. pinda's
4. veel ontbijtgranen bij elkaar

Zij zijn BEDUCHT VOOR strafmaatregelen. Wat is de juiste betekenis?

1. Bang voor
2. Voorstander van
3. Slachtoffer van
4. Beroemd

Die school heeft veel POTENTIE.
Wat bet. POTENTIE?

1. Uitstraling
2. Mogelijkheden
3. Personeel
4. Invloed

Ik maak een ALINEA, wat bet. ALINEA?

1. een zalf
2. een winkel
3. liniaal gebruik
4. een witte regel

Hoe laat is het hier?

12.19 hoe laat is dat?

1. ongeveer 12 uur
2. 11 minuten voor half 1
3. geen idee
4. 19 minuten voor half 1

Wat is PVB op je stage?

1. personeel van 't bedrijf
2. precies voorstel beroep
3. proeve van bekwaamheid
4. heb ik niet op stage