This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Redekundig ontleden
Zinsdelen:
bijvoeglijke bepaling
Slide 1 - Slide
Wat je al weet en kunt
Je kan een zin in zinsdelen verdelen.
Je kan de zinsdelen benoemen: van persoonsvorm t/m bijwoordelijke bepaling.
Slide 2 - Slide
Doel van deze les
Je kan binnen de zinsdelen de bijvoeglijke bepalingen vinden.
Je kan de bijvoeglijke bepalingen op de juiste manier noteren.
Slide 3 - Slide
Weet je nog?
Zinsontleden betekent: de zin in stukjes verdelen en ieder
stuk een naam geven.
Slide 4 - Slide
Zinsdelen benoemen; even herhalen.
Persoonsvorm (verander de tijd, getalproef (vragend maken))
Onderwerp (wie + pv? of wat + pv?)
Werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden in de zin, zww + hww)
Naamwoordelijk gezegde (kww + nw-deel)
Lijdend voorwerp (wie + alle benoemde zinsdelen?)
Meewerkend voorwerp (aan/voor wie + alle benoemde zinsdelen?)
Bijwoordelijke bepaling (alle overgebleven zinsdelen: tijd en plaats)
Slide 5 - Slide
Bij welke optie is de zin goed verdeeld in zinsdelen?
Hij gaf de lastige klus aan zijn slimme collega.
A
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn | slimme collega.
B
Hij gaf | de lastige klus | aan
| zijn slimme collega.
C
Hij | gaf | de lastige klus | aan zijn slimme collega.
D
Hij | gaf | de lastige klus | aan | zijn slimme collega.
Slide 6 - Quiz
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.
Slide 7 - Drag question
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Hangjongeren
hebben
de burgemeester
veel problemen
bezorgd
afgelopen zomer.
Slide 8 - Drag question
Hoe zat het ook al weer...?
Een werkwoordelijk gezegde drukt een actie uit
Een naamwoordelijk gezegde drukt een situatie uit
zie hier:
Hij fotografeert de drummer (wwgez)
Hij ziet de drummer (wwgez)
Hij is de drummer (nwgez)
Slide 9 - Slide
Naamwoordelijk gezegde:
Het naamwoordelijk gezegde heeft altijd een koppelwerkwoord plus een naamwoordelijk deel. Het kww koppelt het naamwoordelijk deel aan het onderwerp in de zin.
*Hij is docent geworden.
In een nw. gez zit NOOIT een lv.
Slide 10 - Slide
Hoe vind je het nw gez?
Je zoekt in de zin naar het belangrijkste ww:
1. Deze taart is heerlijk.
2. Deze taart schijnt heerlijk te zijn.
Controleer: is het ww een kww?
koppelt dit ww het ow aan het nw-deel?
Let op: in zin 2 is schijnt een hww.
Slide 11 - Slide
Vind je het lastig of lukt het nog niet helemaal?
*Je kunt de opdrachten over het naamwoordelijk gezegde nogmaals maken in de methode (zeg het me en ik wis je eerdere antwoorden zodat je nogmaals kunt oefenen).
*Oefen op cambiumned.nl
*Een meet in het 8e uur (daltonuur) kan ook!
Slide 12 - Slide
Hoofdstuk 4
Uitleg over de bijvoeglijke bepaling.
Maak alle opdrachten!
Slide 13 - Slide
Een bijvoeglijke bepaling is GEEN APART ZINSDEEL, maar een deel van een ander zinsdeel.
Zoals van
het onderwerp,
het lijdend voorwerp,
het meewerkend voorwerp en/of
de bijwoordelijke bepaling(en) …
Slide 14 - Slide
Bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling is een stukje van een zinsdeel.
Een bvb geeft je extra informatie over de kern van dat zinsdeel.
De bekende regisseur van deze thriller / heeft / tot mijn grote verrassing / al eerder / heel mooie films / gemaakt.
Slide 15 - Slide
Nog een voorbeeld
De beroemde popster / rent / door de straten.
De rode auto om de hoek / is / van mij.
LET OP:
de kern is hier een zelfstandig naamwoord : popster en auto.
Slide 16 - Slide
Hoe vind je de bvb?
Je zoekt altijd eerst het znw, de kern van het zinsdeel. Een bijvoeglijke bepaling kan voor of achter de kern staan:
Voorbeeld: De oudste zoon van de president | heeft | een auto van de buurman | gekocht.
Oudste, van de president = bijvoeglijke bepaling bij zoon
van de buurman = bijvoeglijke bepaling bij auto
Slide 17 - Slide
Schrijf de kernwoorden op: In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals | bekeken.
Slide 18 - Open question
Schrijf nu de bvb op: In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals | bekeken.
Slide 19 - Open question
In die nieuwe zaal van het museum | heeft | dat leuke meisje uit mijn klas | een prachtig schilderij van Frans Hals | bekeken.
De correcte schrijfwijze is deze:
nieuwe = bvb bij zaal
van het museum = bvb bij zaal
leuke = bvb bij meisje
uit mijn klas = bvb bij meisje
prachtig = bvb bij schilderij
van Frans Hals = bvb bij schilderij.
Je schrijft dus ook altijd op waar de bvb bij hoort!
Slide 20 - Slide
Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke
bepaling
De
dikgedrukte
woorden
noemen
we
bijvoeglijke
bepalingen.
Slide 21 - Drag question
Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
kern
bijvoeglijke
bepaling
Met
de
nieuwe
vriend
van mijn zus
kan
ik
goed
opschieten.
Slide 22 - Drag question
Doel
Je kan binnen de zinsdelen de bijvoeglijke bepalingen vinden.
Je kan de bijvoeglijke bepalingen op de goede manier noteren.
Slide 23 - Slide
Ik kan binnen de zinsdelen bijvoeglijke bepalingen vinden en op de juiste wijze noteren.