Semaine 10

V2, Semaine 10, 1er cours
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

V2, Semaine 10, 1er cours

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Aan het eind van deze les kan ik...
  • de woorden die te maken hebben met iets bestellen. 
  • en weet ik hoe ik mannelijke en vrouwelijke woorden makkelijker leer.

Slide 2 - Slide

Activités en cours

  • Overhoren vocabulaire A 
  • Exercice 7 (traduire et parler)
  • Exercice 8 (mannelijk of vrouwelijk)
  • Lire texte B

Slide 3 - Slide

Traduis F-N:
la glace

Slide 4 - Open question

Traduis F-N:
bon

Slide 5 - Open question

Traduis F-N:
tu peux

Slide 6 - Open question

Traduis F-N:
détester

Slide 7 - Open question

Traduis F-N:
Un coca et une pizza, s'il vous plaît.

Slide 8 - Open question

Traduis N-F:
ik neem

Slide 9 - Open question

Traduis N-F:
ik zou graag willen

Slide 10 - Open question

Traduis N-F:
de tafel

Slide 11 - Open question

Traduis N-F:
dol zijn op

Slide 12 - Open question

Traduis N-F:
Ober, de kaart alstublieft

Slide 13 - Open question

Activités en cours

  • Exercice 7 (traduire et parler)
  • Exercice 8 (mannelijk of vrouwelijk)
  • Lire texte B

Slide 14 - Slide

Fin du cours!
Aan het eind van deze les kan ik...
  • de woorden die te maken hebben met iets bestellen. 
  • en weet ik hoe ik mannelijke en vrouwelijke woorden makkelijker leer.

Slide 15 - Slide

V2, Semaine 10, 2e cours

Slide 16 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Aan het eind van deze les kan ik ...
  • een Franse menukaart begrijpen.
  • woorden die te maken hebben met eten en drinken begrijpen en weet ik hoe ik de betekenis van woorden kan raden.

Slide 17 - Slide

Activités en cours
  • Exercice 9 (culture)
  • Exerice 10 (tekstbegrip)
  • Exercice 11 (tuyau et vocabulaire)
  • Exercice 12 (écrire et parler)

Slide 18 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
Aan het eind van deze les kan ik ...
  • een Franse menukaart begrijpen.
  • woorden die te maken hebben met eten en drinken begrijpen en weet ik hoe ik de betekenis van woorden kan raden.

Slide 19 - Slide