This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Modalverben in T.T., V.T. en V.T.T
H3 Kapitel 4
Slide 1 - Slide
Doelen
In deze les leer je wat Modalverben zijn
Je leert deze te vervoegen zowel in tegenwoordige tijd, verleden tijd en in de voltooid tegenwoordige tijd
Slide 2 - Slide
Modalverben ? WTF?
Wat is het?
Een hulpwerkwoord is een werkwoord dat, in tegenstelling tot zelfstandige werkwoorden, een betekenis toevoegt aan een ander werkwoord en daardoor in principe niet zelfstandig voorkomt:
Ik dans
Ik kan dansen
Slide 3 - Slide
Modalverben? WZF?
Hetzelfde is ook in het Duits het geval:
ich tanze
ich kann tanzen
Slide 4 - Slide
Tijden
Net als in het Nederlands (ik kan dansen --> ik kon dansen)
veranderen ook in het Duits de vormen van hulpwerkworden wanneer ze in een andere tijd gebruikt worden (ich kann tanzen --> ich konnte tanzen). Bekijk de uitleg van de tegenwoordige tijd:
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Samenvatting
In de tegenwoordige tijd vallen 2 dingen op:
1. bij de ich, du en er/sie/es/man vorm verandert de klinker in de stam van het werkwoord. --> können stam= könn --> ich kann
2. de ich en de er/sie/es/man vorm hebben geen uitgang --> ich kann NIET ich kanne
Slide 7 - Slide
T.T. van können,müssen,wollen, wissen
Slide 8 - Slide
Vul de juiste vormen in
Slide 9 - Slide
Ich (kunnen) ___ schlafen. Gerd (weten) _____ wie spät es ist. Frank und Sanna (moeten) ____ noch lernen.
Slide 10 - Open question
Verleden tijd
kijk nu wat in de verleden tijd gebeurt:
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Samenvatting
In de verledentijd:
- geen umlaute (ö,ä,ü) maar o,a,u
- aan de stam komt -te- voor de verleden tijd
- de ich en de er,sie,es,man vorm heeft geen uitgang
- bij wissen verandert de i in de stam naar u
Slide 13 - Slide
V.T. van können,müssen,wollen en wissen
Slide 14 - Slide
Vul de juiste vormen in
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Open question
En nu nog de V.T.T.
Slide 18 - Slide
Samenvatting V.T.T.
net als bij andere werkwoorden bestaat ok de V.T.T. van hulpwerkwoorden uit een vorm van haben/sein die vervoegd wordt: Ich habe gewusst maar du hast gewusst