Boekenbattle 2

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Uitleg State Explain en Illustrate
  • Spreekplan
  • Lichaamstaal
  • Stemgebruik
  • Leestekens

Slide 2 - Slide

State, Explain en Illustrate (SExI)
  • Je begint je argument met een beoordelingswoord (state). Het is hierbij belangrijk om maximaal tien woorden te gebruiken, zodat het makkelijker wordt voor de ontvanger om de kern van jouw argument te onthouden. 

  • De tweede stap is uitleggen wat je hiermee bedoelt (explain). Hier moeten twee cruciale vragen bij worden gesteld: waarom is dat waar? En waarom is dat belangrijk? 

  • Tot slot wil je dit natuurlijk toelichten (illustrate). Dit kan met een kort voorbeeld, maar ook met feiten, statistieken of theorieën. Heb je deze drie onderdelen gebruikt? Dan is je argument af! 



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Lichaamstaal
  • je houding
  • je mimiek
  • je gebaren
  • oogcontact

Slide 6 - Slide

stemgebruik
  • toonhoogte
  • tempo
  • volume
  • intonatie

Slide 7 - Slide

leestekens
  • spreekpauzes
  • uitroeptekens
  • vragende zinnen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Opdracht
Samen met je groepje ga je nu aan de slag. Wissel de verschillende rollen af.
  • Spreker: Kies een recent nieuwsbericht of een stukje uit je boek (maximaal 250 woorden).
  • Sta op en lees het bericht 2 keer voor. 
  • De eerste keer lees je neutraal voor, alsof je een nieuwslezer bent. 
  • De tweede keer pas je je voorleesstijl aan aan de inhoud van de tekst. Gebruik je stem,  lichaamstaal en leestekens om het bericht sensationeel te brengen.
  • Beoordelaar: Luister en beoordeel de spreker. Benoem het effect van de verschillende   manieren. 
  • Wissel van rol en voer de opdracht nogmaals uit.

Ben je klaar, werk dan verder aan je spreekplan/presentatie.

Slide 10 - Slide

Bepaal samen welke manier je het meest geschikt vindt voor de nieuwslezer van het journaal. Licht je antwoord toe.

Slide 11 - Open question