Boekenbattle 2

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Boekenbattle
Jullie nemen het in groepjes tegen elkaar op.
jouw taak is om te zorgen dat het publiek geïnteresseerd raakt in jouw boek!

Bouw de presentatie op volgens de opdracht en hou rekening met de beoordelingscriteria
(opdracht en criteria doornemen)

Slide 2 - Slide

Situatie
Team A neemt het op tegen team B. Team A begint hun presentatie met een korte inleiding, vervolgens leidt team B hun boek in, waarbij de inleiding voldoet aan de eisen in de rubric. Daarna trapt team A af met het beoordelingswoord ‘sfeervol’. Team B haakt daarop door te vertellen dat hun boek juist erg avontuurlijk is. 
Team A probeert de luisteraar weer voor zich te winnen door te vertellen hoe leerzaam hun boek is. Team B beargumenteert dat hun boek juist goed is opgebouwd etc.

Aan het einde kun je aan de klas vragen wie er voor het boek van team A of van team B kiest. De docent neemt uiteindelijk de beslissing welke presentatie het meest voldoet aan de eisen in de rubric.


Slide 3 - Slide

Beoordelingswoorden
* Iedere leerling moet in zijn spreekbeurt tenminste één beoordelingswoord voor het boek geven en dit argument onderbouwen.
De leerlingen kunnen kiezen uit de volgende 13 beoordelingswoorden:

1. Spannend 4. Ontroerend 7. Leerzaam 10. Levensecht
2. Mysterieus 5. Sfeervol 8. Schokkend 11. Boeiend
3. Meeslepend 6. Afwisselend 9. Avontuurlijk 12. Goed opgebouwd
13. Eigen beoordelingswoord

Slide 4 - Slide

State, Explain en Illustrate (SExI)
 Je begint je argument met een beoordelingswoord (state). Het is hierbij belangrijk om maximaal tien woorden te gebruiken, zodat het makkelijker wordt voor de ontvanger om de kern van jouw argument te onthouden. 

De tweede stap is uitleggen wat je hiermee bedoelt (explain). Hier moeten twee cruciale vragen bij worden gesteld: waarom is dat waar? En waarom is dat belangrijk? 

Tot slot wil je dit natuurlijk toelichten (illustrate). Dit kan met een kort voorbeeld, maar ook met feiten, statistieken of theorieën. Heb je deze drie onderdelen gebruikt? Dan is je argument af! 



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Theorie vinden
De theorie kun je vinden in het boek Op Niveau (vwo) vanaf bladzijde 53. Blok 1 Onderdeel spreken, kijken en luisteren, blok 3 vanaf bladzijde 146, blok 4 vanaf bladzijde 192 en blok 5 vanaf bladzijde 238.

Voor havo is het blok 1 vanaf bladzijde 44, blok 2 vanaf bladzijde, blok 3 vanaf bladzijde 140, blok 4 vanaf bladzijde 192 en blok 5 vanaf bladzijde 245


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Lichaamstaal
  • je houding
  • je mimiek
  • je gebaren
  • oogcontact

Slide 14 - Slide

stemgebruik
  • toonhoogte
  • tempo
  • volume
  • intonatie

Slide 15 - Slide

leestekens
  • spreekpauzes
  • uitroeptekens
  • vragende zinnen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Opdracht
Samen met je groepje ga je nu aan de slag. Wissel de verschillende rollen af.
  • Spreker: Kies een recent nieuwsbericht of een stukje uit je boek (maximaal 250 woorden).
  • Sta op en lees het bericht 2 keer voor. 
  • De eerste keer lees je neutraal voor, alsof je een nieuwslezer bent. 
  • De tweede keer pas je je voorleesstijl aan aan de inhoud van de tekst. Gebruik je stem,  lichaamstaal en leestekens om het bericht sensationeel te brengen.
  • Beoordelaar: Luister en beoordeel de spreker. Benoem het effect van de verschillende   manieren. 
  • Wissel van rol en voer de opdracht nogmaals uit.

Ben je klaar, werk dan verder aan je spreekplan/presentatie.

Slide 18 - Slide

Bepaal samen welke manier je het meest geschikt vindt voor de nieuwslezer van het journaal. Licht je antwoord toe.

Slide 19 - Open question