Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Leerdoelen toets toetsweek
Je kent de verschillende schrijfdoelen
Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen.
Je kunt een kernzin benoemen.
Je kunt deelonderwerpen benoemen.
Je kunt titels en tussenkopjes beoordelen.
Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is een tekstdoel?
Slide 3 - Open question
Tekstdoelen (1)
Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn moet zorgen.
Er zijn een aantal tekstdoelen.
Slide 4 - Slide
Tekstdoelen (2)
In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 hoofddoel met zijn tekst.
Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde schrijfdoel hoort een bepaalde tekstsoort.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Video
-
Schrijfdoelen
Slide 7 - Slide
0
Slide 8 - Video
Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren
Slide 9 - Quiz
Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.
Slide 10 - Open question
Lees de tekst.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Welk tekstdoel?
Slide 14 - Open question
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Welk tekstdoel?
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Welk tekstdoel?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Slide
Welk tekstdoel?
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Indeling van een tekst.
- inleiding
-middenstuk
-slot
Slide 25 - Slide
Leerdoelen toets toetsweek
Je kent de verschillende schrijfdoelen
Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen.
Je kunt een kernzin benoemen.
Je kunt deelonderwerpen benoemen.
Je kunt titels en tussenkopjes beoordelen.
Je kent het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten
Slide 26 - Slide
Wat wordt bedoeld met 'het onderwerp van een tekst'?