- Tijd over? Leren voor de toets, tijd om vragen te stellen
STRAKS PAS INLOGGEN, HOEFT NU NOG NIET!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat gaan we vandaag doen?
- SO bespreken
- Oefentoets in LessonUp vorm.
- Tijd over? Leren voor de toets, tijd om vragen te stellen
STRAKS PAS INLOGGEN, HOEFT NU NOG NIET!
Slide 1 - Slide
Wat nu?
- In 5 tot 10 minuten
- SO vragen even bij langs
- Geen behoefte aan? In STILTE leren voor de toets
Wie was er niet en wil het SO nog inhalen? Woensdag?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Oefentoets
- In tweetallen (eigen naam gebruiken!)
- Vragen beantwoorden via LessonUp (meerkeuze)
- Let op: je hebt beperkte tijd per vraag
- Tussendoor vraag bespreken
- Je mag geen hulpmiddelen gebruiken (alleen pen en papier)
- Winnende duo krijgt iets!
Slide 8 - Slide
We gaan beginnen!
Let dus op de tijd!
Slide 9 - Slide
Welk proces is exotherm?
A
Het bakken van een ei
B
Het smelten van kaarsvet
C
Het verbranden van aardgas
D
Elektrolyse van water
Slide 10 - Quiz
Zal een reactie met een hoge activeringsenergie sneller of of minder snel verlopen dan een reactie met een lage activeringsenergie?
A
Sneller
B
Minder snel
C
Even snel.
Slide 11 - Quiz
Sleep de omschrijving naar de juiste energiediagram
endotherm
exotherm
reactie heeft continu energie nodig
er komt energie vrij bij de reactie
Slide 12 - Drag question
Waarmee kun je een reactie NIET versnellen?
A
Dichtheid verhogen
B
Temperatuur verhogen
C
Katalysator toevoegen
D
Hoeveelheid stof verhogen
Slide 13 - Quiz
De reactiesnelheid is hoger bij
A
Fijne verdelingsgraad
B
Minder fijne verdelingsgraad
C
Verdelingsgraad is niet van invloed
Slide 14 - Quiz
Reactie A verloopt bij kamertemperatuur en reactie B bij 10 graden. Welke reactie verloopt sneller?
A
Reactie A
B
Reactie B
C
Verlopen even snel
D
Kan je niet zeggen
Slide 15 - Quiz
Wat is de molmassa van methaan? C = 12 u en H = 1 u
A
12 g/mol
B
16 g/mol
C
12 u
D
4 u
Slide 16 - Quiz
Antwoord vorige vraag heb je voor volgende 2 vragen nodig.
Molmassa van methaan = 16 g/mol
Slide 17 - Slide
Je hebt 32 gram methaan, hoeveel mol is dit?
A
0,5 mol
B
1 mol
C
2 mol
D
4 mol
Slide 18 - Quiz
Je hebt 0,2 mol methaan, hoeveel gram is dit?
A
0,0125 g
B
3,2 g
C
80 g
D
112 g
Slide 19 - Quiz
CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O H = 1 u, C = 12 u en O = 16 u Je hebt in totaal 80 gram zuurstof. Hoeveel gram methaan heb je dan nodig om met alle zuurstof te reageren?
A
5 g
B
10 g
C
15 g
D
20 g
Slide 20 - Quiz
waterstof en stikstof --> ammoniak Wat zijn de scheikundige weergaven voor die drie stoffen?
A
H, N, NH3
B
H2, N2, NH3
C
H2O, N, HNO2
D
O2, N2, NO2
Slide 21 - Quiz
NH3
N2, H2
N2, H2, NH3
Slide 22 - Drag question
Welke weersverwachting geef jij voor de toets?
Slide 23 - Poll
Welke onderwerpen vind je nog lastig/ heb je nog vragen? Noteer die hier!
Slide 24 - Open question
Nu leren voor de toets
- Vragen stellen
- Overzicht 'wat te leren voor de toets' doornemen