Voorbereiding examen Nederlands 'gesprekken'

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands, eerste les domein: gesprekken

Eerste les domein 'gesprekken'

Vandaag 

Uitleg examen gesprekken op 19 mei

Herhaling van begrippen 

Nieuwe informatie open vragen en gesloten vragen

Examen duo's vormen

Stelling kiezen voor het examen 

Informatie opzoeken & uitwerken

 

Na deze les: 

• Weet je hoe het examen 'gesprekken' eruit gaat zien. 
• Heb jij in jouw duo één stelling gekozen voor het examen. 
• Weet jij het verschil tussen een open vraag en een gesloten vraag. 

Het examen gesprekken 

• Examen duurt in totaal 9 á 10 min ​
  
• 4 min elkaar interviewen ​
  
• Vragen formuleren ​
  
• Doorvragen​

• 5 min discussiëren over stelling ​
• Voor of tegen (krijg je pas tijdens examen te horen)​
• Elkaars argumenten bevragen en ontkrachten 

DUO's

Je wordt in tweetallen geëxamineerd.​

Ook de voorbereiding doe je in tweetallen.​

Je hebt elkaar nodig voor een voldoende.

Herhaling

Pak je telefoon :) 

Er volgen nu voorbeelden van stellingen, argumenten, feiten en meningen. 

Wat is een argument?

1. Dat is een reden waarom je iets vindt
2. Dat is wat je vindt

In welke zin staat een argument?

1. Ik vind blauw mooi, maar ik vind geel ook mooi.
2. Ik vind school leuk, want ik leer daar veel.
3. Ik vind dat het weer lekker is en dat we veel eten krijgen vandaag.
4. Ik ga dit jaar niet op vakantie.

Door welk woord herken je vaak een argument?

Feit of mening?
Lezen is leuk

1. feit
2. mening

Een feit is....

Alle lantaarnpalen moeten ’s nachts uit.

1. Stelling
2. Feit
3. Argument

Feit of mening?

Roken is ongezond.

1. Feit
2. Mening

Open vraag: gericht op informatie en uitleg

Gesloten vraag: Ja/nee, kort antwoord 

Voorbeeld: Ben jij het eens met deze stelling? OF 
Wat vind jij hier van? 

Belangrijk verschil:

 open vragen en gesloten vragen. 

Open vraag

Gesloten vraag

Gericht op uitleg

Kort antwoord

Ja/nee antwoord

Informatie krijgen

Hulp bij het formuleren van open vragen:

5 W’s en 1 H​ 

• Wie​
  
• Wat ​
  
• Waar​
  
• Waarom​
  
• Wanneer​
  
• Hoe​

Aan de slag! 

Opdracht:

1. Maak duo's, schuif tafels bij elkaar. 
2. Kies samen één stelling
3. Je gaat informatie verzamelen over je stelling. Bijvoorbeeld: Social Media 

Voorbeeld stelling:

Social media is slecht voor je schoolresultaten.

Jullie mogen deze stelling gebruiken. Jullie mogen ook zelf een stelling bedenken. Deze moet ik eerst goedkeuren. 

Huiswerk opdracht:​

Vergelijk de informatie die jullie hebben verzameld en werk dit samen uit. In totaal moeten jullie uitkomen op 10 vragen.​

Wie – 2 vragen​

Wat – 2 vragen​

Waar – 2 vragen ​

Waarom – 2 vragen ​

Wanneer – 2 vragen ​

Hoe – 2 vragen ​

Zorg ervoor dat je allebei gebruik kan maken van de uitwerking. ​

​

UITWERKING FLIPOVER: 

Vergelijk de informatie die jullie hebben verzameld en werk dit samen uit. In totaal moeten jullie uitkomen op 10 vragen.​

• Wie – 2 vragen​ die beginnen met: Wie...
• Wat – 2 vragen​ die beginnen met: Wat...
• Waar – 2 vragen ​die beginnen met: Waar...
• Waarom – 2 vragen ​die beginnen met: Waarom...
• Wanneer – 2 vragen ​die beginnen met: Wanneer...
• Hoe – 2 vragen ​die beginnen met: Hoe...

Zorg ervoor dat je allebei gebruik kan maken van de uitwerking. ​

​

Uitwerking niet af? geen zorgen, wordt huiswerk.  

Nabespreken opdracht

Stelling bedenken / voorbeeld gebruiken
Informatie verzamelen
Huiswerk = uitwerking

Vooruitblik 

Huiswerk (uitwerking) bespreken. 

TIPS & TRICKS examen. 

Gesprek vormgeven.

Wat zijn voor jou de belangrijkste begrippen van vandaag?

Wat vond je van deze les? Geef niet alleen je mening, maar ook een argument.