Cellen deel 2

Cellen deel 2
Zoals ze er echt uit zien... 

Je kunt het vergelijken met fabriekjes waarin celorganellen keihard werken om allerlei lichaamsfuncties mogelijk te maken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Cellen deel 2
Zoals ze er echt uit zien... 

Je kunt het vergelijken met fabriekjes waarin celorganellen keihard werken om allerlei lichaamsfuncties mogelijk te maken

Slide 1 - Slide

Deze les:
- Terugblik
- Invullen en bespreken tabel cel-organellen
- Uitleg
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Een plant kan 3 type plastiden (korrels) hebben. Welke 3? (R)

Slide 3 - Open question

Tomaten die rijp worden veranderen van kleur. Ze veranderen van groen naar uiteindelijk rood (T1)
A
Chloroplasten veranderen in amyloplasten
B
Chloroplasten veranderen in chromoplasten
C
Chromoplasten veranderen in amyloplasten
D
Chromoplasten veranderen in chloroplasten

Slide 4 - Quiz

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Vergelijk met een groepje (max 4) wat je hebt opgeschreven.
timer
2:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Doorlopend leerdoel
Ik ken de verschillende onderdelen van een (dierlijke) cel

Slide 8 - Slide

Welke binas tabel gaat over dierlijke cellen?

Slide 9 - Open question

Welk celorganel hoort er (meestal) bij een dierlijke cel?
WEL
NIET
Mitochondrium
Celkern
Chloroplast
Endoplasmatisch
reticulum
Grote centrale Vacuole
Golgi-systeem

Slide 10 - Drag question

Leerdoel
Ik ken de functies van de celkern, ribosomen en het endoplasmatisch reticulum




Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat zit er in de celkern? (R)

Slide 13 - Open question

Wat is de functie van dat DNA? (R)

Slide 14 - Open question

Kan DNA de celkern verlaten? (R)
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Conclusie
- De celkern bevat DNA

- DNA bevat de informatie dat alles in de cel regelt en aanstuurt

- DNA zelf kan de celkern nooit verlaten

- Wat gebeurt er dan wel?


Slide 16 - Slide

DNA in de praktijk
1. DNA kan worden afgelezen en worden gekopieerd. Deze kopie heet RNA

2. RNA kan de celkern wel uit via de kernporiën in het celkernmembraan

3. RNA kan buiten de celkern worden afgelezen, hierbij worden eiwitten gevormd

4. Eiwitten zetten vervolgens allerlei processen in de cel op gang


Slide 17 - Slide

Ribosomen
RNA (kopie van DNA) wordt afgelezen door ribosomen
Hierbij worden eiwitten gevormd


Slide 18 - Slide

Het ruw endoplasmatisch reticulum (RER)
  • Deelt poriën met de celkern
  • Bevat ribosomen
  • Transporteert eiwitten naar de rest van de cel




Slide 19 - Slide

Het glad endoplasmatisch reticulum (GER)
Speelt rol bij stofwisseling en functie is afhankelijk van het celtype

Bevat géén ribosomen



Is dit te onderscheiden van het Golgi-apparaat?


Slide 20 - Slide

Wat is het grote verschil tussen de RER en de GER? (T1)

Slide 21 - Open question

Huiswerkopdracht
Neem de tabel over en vul deze in met de celorganellen die we besproken hebben tot nu toe. Zorg dat je meer kan toevoegen. Deze tabel kun je gebruiken bij het leren voor de toets.
Type celorganel
Plant en/of dierlijke cel?
Wat is de functie?
Hoeveel zitten er in één cel

Slide 22 - Slide

Nog steeds een mysterie?

Slide 23 - Slide