Phrases apprendre 7

Ik heb nog een vraag.
  • Ik heb
  • J'ai
  • nog
  • encore
  • een vraag.
  • une question. 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ik heb nog een vraag.
  • Ik heb
  • J'ai
  • nog
  • encore
  • een vraag.
  • une question. 

Slide 1 - Slide

Ik heb nog een vraag.

J'ai encore une question.

Slide 2 - Slide

Ik heb nog een vraag.

Slide 3 - Open question

Ik wil me graag inschrijven.
  • Ik wil graag
  • je voudrais
  • me inschrijven.
  • m'inscrire.

Slide 4 - Slide

Ik wil me graag inschrijven.

Je voudrais m'inscrire.

Slide 5 - Slide

Ik wil me graag inschrijven.

Slide 6 - Open question

Wat is dat?
  • Wat
  • Qu'est-ce que
  • is dat?
  • c'est?

Slide 7 - Slide

Wat is dat?

Qu'est-ce que c'est?

Slide 8 - Slide

Wat is dat?

Slide 9 - Open question

Ik neem de salade.
  • Ik neem
  • Je prends
  • de salade.
  • la salade.

Slide 10 - Slide

Ik neem de salade.

Je prends la salade.

Slide 11 - Slide

Ik neem de salade.

Slide 12 - Open question

Ja het was heerlijk.
  • Ja
  • Oui
  • het was
  • c'était
  • heerlijk.
  • délicieux.

Slide 13 - Slide

Ja het was heerlijk.

Oui c'était délicieux.

Slide 14 - Slide

Ja het was heerlijk.

Slide 15 - Open question

De rekening alstublieft.
  • De rekening
  • L'addition
  • alstublieft.
  • s'il vous plaît.

Slide 16 - Slide

De rekening alstublieft.

L'addition s'il vous plaît.

Slide 17 - Slide

De rekening alstublieft.

Slide 18 - Open question

Kunt u langzamer praten?
  • Kunt u praten
  • Vous pouvez parler
  • langzamer?
  • plus lentement?

Slide 19 - Slide

Kunt u langzamer praten?

Vous pouvez parler plus lentement?

Slide 20 - Slide

Kunt u langzamer praten?

Slide 21 - Open question

Kunt u (het) herhalen?
  • Kunt u (het)
  • Vous pouvez
  • herhalen?
  • répéter?

Slide 22 - Slide

Kunt u (het) herhalen?

Vous pouvez répéter?

Slide 23 - Slide

Kunt u (het) herhalen?

Slide 24 - Open question