H2 Spelling 2HV

H2 Spelling
Leenwoorden 
timer
1:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Spelling
Leenwoorden 
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Lesdoel + aanpak
2. Bespreken huiswerk

3. Aan de slag
4. Boekopdracht en andere zaken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. Je weet hoe je Engelse en Franse leenwoorden schrijft. 

2. Je kent het accent aigu, het accent grave en het accent circonflexe.

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
 opdracht 2, 3 en 4 (blz. 65)

Slide 4 - Slide

Aan de slag
  • Je maakt opdracht 1 en 2 van het stencil

  • Je werkt 15 minuten in STILTE

  • Klaar? Lees verder in je leesboek
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat weet je nu over leenwoorden?

Slide 6 - Slide

Afsluiting les en vooruitblik
1.Boekopdracht 1: inleveren 22 december

2.Volgende week laatste paragraaf Spelling

3.Foto's bestellen

Slide 7 - Slide

Uitleg
Engelse leenwoorden:
1. Je schrijft de woorden zoveel mogelijk aan elkaar: latenightshow, voicemail.

2. Is het rechterdeel van de samenstelling een voorzetsel, dan plaats je een koppelteken:  time-out, all-in, black-out

3. Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep. Dan schrijf je de delen los: second opinion, low budget. 

Slide 8 - Slide

Wanneer plaats je een koppelteken bij een Engels leenwoord?
A
Als het een samenstelling is
B
Als het begint met een hoofdletter
C
Als het rechterdeel van een samenstelling een voorzetsel is
D
Na elke klinker

Slide 9 - Quiz

Welk woorden zijn leenwoorden?
(geef meer dan 1 antwoord.)
A
dessert
B
gadgets
C
huiskamer
D
e-reader

Slide 10 - Quiz

Hoeveel procent van onze taal bestaat uit leenwoorden?
A
10%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 11 - Quiz

Welk woord is een leenwoord?

A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel

Slide 12 - Quiz

Welke Franse leenwoorden ken jij?

Slide 13 - Open question

Uitleg
Franse leenwoorden:
1. In sommige Franse woorden schrijf je op een klinker een accent.
Accent Aigu: decolleté
Accent grave: crèche
Accent circonflexe: enquête 

Sommige Franse woorden schrijf je zonder accenttekens: controle, diner.

Slide 14 - Slide

Welk woord is een leenwoord?

A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen

Slide 15 - Quiz

Welk van de volgende woorden is een leenwoord
A
bodyguard
B
afspraakje
C
proefwerk
D
model

Slide 16 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord 'trottoir'?
A
Engels
B
Duits
C
Frans

Slide 17 - Quiz

Uit welke taal komt het leenwoord:
sowieso
A
Russisch
B
Duits
C
Engels
D
Zweeds

Slide 18 - Quiz

Benoem het leenwoord.
Ze draagt het liefst sneakers en een broek.
A
draagt
B
broek
C
liefst
D
sneakers

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Link

Volgende les
Tweetallen op basis van het resultaat Kahoot
Oefenstof en plus opdrachten

Slide 21 - Slide