Week 2 Dieren op een zorgboederij (hfst. 2)

Leerdoelen hfst. 2
  1. Je kunt benoemen welke activiteiten met dieren er op een zorgboerderij zijn en welke functie ze voor clienten hebben.
  2. Je kunt uitleggen hoe je met dieren omgaat.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Groene zorgMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen hfst. 2
  1. Je kunt benoemen welke activiteiten met dieren er op een zorgboerderij zijn en welke functie ze voor clienten hebben.
  2. Je kunt uitleggen hoe je met dieren omgaat.

Slide 1 - Slide

2.Type zorgboerderijen met dieren

Slide 2 - Slide

2. Dieren op een zorgboederij


- Je kunt benoemen welke activiteiten er met dieren te doen zijn en wat de functie ervan is.


- je kunt uitleggen hoe je met dieren omgaat.

Slide 3 - Slide

2.2 Met dieren omgaan





            De vijf vrijheden:
  • dieren zijn vrij van honger en dorst
  • dieren zijn vrij van ongemak
  • dieren zijn vrij van pijn, verwonding en ziekte
  • dieren zijn vrij van angst en stress
  • dieren kunnen normaal gedrag vertonen

Slide 4 - Slide

2.1 Gedrag
Inwendige prikkels + uitwendige prikkels
Drempelwaarde 
Gedrag   
Afwijkend gedrag(stereotiep of apathie)

Slide 5 - Slide

Gedrag in de praktijk

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

2.3 Dieren op de zorgboerderij

Hanteren 

benaderen of verplaatsen

Fixeren

zo vasthouden dat het dier zich niet kan bewegen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

2.3 Dieren op de zorgboerderij

Landbouwhuisdieren

  • Paard: verzorgen, geeft een gevoel van vrijheid
  • Koe: straalt rust uit, kalf voeren met de fles
  • Geit: koppig, onvoorspelbaar

Slide 10 - Slide

Opdracht keuze voor een dier

Slide 11 - Slide

Gedragsleer of Ethologie

Uitleg opdracht:

  1. Dier bestuderen
  2. Dierverrijking praktische opdracht

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk gedrag van een kat komt door een inwendige prikkel
timer
0:25
A
de rug krommen met de vacht omhoog
B
vogeltjes vangen om op te eten
C
een kind krabben dat de kat oppakt
D
kopje geven

Slide 14 - Quiz

Way is afwijkend gedrag van een dier?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
timer
0:25
A
op jacht gaan
B
wegvluchten als je het dier wilt aaien
C
gedrag zonder doel steeds herhalen
D
andere dieren verwonden

Slide 15 - Quiz

De vijf vrijheden voor dierenzijn de uitgangspunten voor een goed dierenwelzijn. Wat hoort er niet bij?
timer
0:25
A
vrij van angst en chronische stress
B
vrij om maximaal te produceren en te groeien
C
vrij van lichamelijk en chronisch ongemak
D
vrij van honger, dorst en ondervoeding

Slide 16 - Quiz

Als je rekening houdt met de vijf vrijheden van dieren, wat bereik je dan?
timer
0:25
A
je bereikt dan dat de dieren veel aandacht krijgen
B
je bereikt dan dat de dieren zich rustig gedragen
C
je bereikt dan dat de dieren geen angst of stress hebben
D
je bereikt dan dierenwelzijn

Slide 17 - Quiz

Voor welke doelstelling is de omgang met een paard niet geschikt?
timer
1:00
A
verbreden van contacten
B
in beweging komen
C
verminderen van overactiviteit
D
vertrouwen kweken, angst overwinnen

Slide 18 - Quiz

Wat kunnen cliënten met kippen meestal niet doen?
timer
0:25
A
eieren uithalen
B
stal uitmesten
C
kippen aaien
D
kippen voeren

Slide 19 - Quiz

Waarom passen kippen bij cliënten die autistisch zijn?
timer
0:25
A
een kip houdt afstand tot de mens
B
een kip is een groepsdier
C
een kip kun je goed aanraken
D
een kip maakt graag lawaai

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Open bestrating

Gesloten bestrating.
klinkerbestraing
Tebetonpadkst

Slide 22 - Drag question