informatie 3

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Welkom allemaal!!

Al weer hoe gaat het met je?

1. heel goed (prachtig)
2. een beetje goed (moe)
3. niet goed
4. helemaal niet goed (slecht)

welke woorden kan je nog van de vorige lessen?

wat betekent micro-voedingsstoffen?

weet je wat is de andere woord al weer niet (micro-voedingsstoffen) maar...

en wat was het betekent al weer?

wat is voedingsstoffen al weer?

en wat was voedingsmiddelen ook?

now we gaan iets van de vorige les herhalen ik wil kijken als jullie het snappen of als jullie nog weten. Wat is het moeilijke woord van (straf)?

weet je wat betekent het woord (eenzaamheid)? leg uit (schrijf de betekenis).

eenzaamheid

maak een zin met het woord (eenzaamheid).

wat betekent depressie?

depressie

maak een zin met het woord depressie.

kan je verschil maken tussen het twee woorden (eenzaamheid en depressie)?

1. ja
2. nee
3. een beetje
4. echt niet

weet je wat betekent ministerie? probeer het.

miniterie

maak een zin met het woord (ministerie).

welke dieren kan je van de letter (v), in een minuut.

schrijf heel veel woorden van de letter (B)
moeilijk en makkelijke woorden in 1 minuut.

weet je wat betekent de hoofdzaak? probeer het even een keer.

maak een zin met het woord (hoofdzaak).

now nu moet je het woord bijzaak (bijzaken) uitleggen.

en nu moet je een zin met het woord (bijzaak/bijzaken).

En now als een (belangrijke informatie die staat vaak vooraan of achteraan in een alinea) noem je.....

wat betekent toelichting?

maak een zin met het woord (toelichting).

Wat vind je nog lastig?

Wat vind je nog lastig of van de woorden die wij hebben nu geleerd?

Dictee

Now we gaan dictee maken, ik ga een paar zinnen voorlezen en jullie gaan het schrijven in de volgende pagina.

de dictee, schrijf hier onder.

now goedgedaan!

weet je wat is de tekstdoel, probeer om het uit te leggen..

tekstdoel

Het tekstdoel is de bedoeling die een schrijver heeft met zijn tekst. Als een schrijver meer doelen heeft, dan is altijd één doel het belangrijkste.

een tekst heeft 4 soorten van tekstdoelen en die zijn.....
now welke van die vier weet jij?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

als de tekstdoel is informeren, dan de schrijver wil de lezer......

en als de tekstdoel is overtuigen, dan de schrijver wil

now en nu als de tekstdoel is activeren, dan wilt de schrijver de lezer....

en als de tekstdoel is amuseren, dan wilt de schrijver de lezer...

welke soort van de tekstdoelen begrijp je niet?

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren
4. amuseren

de tekstkenmerken

De tekstkenmerken heeft (onderwerp, hoofdgedachte, inleiding en slot) we gaan samen kijken naar die 4 tekstkenmerken en samen bespreken.

wat betekent de onderwerp?

now voo dat we de volgende woord gaan bespreken en leren ik wil vragen als je het woord (samenvatting) weet probeer het een keer.

en nu weet je wat hoofdgedachte is?
probeer om het uitleggen.

en nu wat is inleiding?

En de laatste nu, wat is de slot van een tekst?

En nu heb je een vragen over die nieuwe woorden? of heb je een woord die jij niet snapt??

Schrijf het meervoud op van: Lolly

Dit heb ik geleerd vandaag:

Wat vonden jullie van de les?
Welk deel van de les vond je het leukst?

now we zijn klaar, hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃