Aan het einde van de les weet ik waarom en dat iedere tekst en iedere schrijver van een tekst een doel heeft
Aan het einde van de les kan ik 5 tekstdoelen/ tekstsoorten benoemen
Slide 17 - Slide
Wat is een tekstdoel? Probeer dat in je eigen woorden uit te leggen.
Slide 18 - Open question
Tekstdoelen (1)
Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn moet zorgen.
Er zijn een aantal tekstdoelen.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Tekstdoelen (2)
In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 doel met zijn tekst.
Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde tekstdoel hoort een bepaalde tekstsoort.
Slide 21 - Slide
Welk tekstdoel staat er op deze bushalte?
Activerende tekst
kenmerken?
het staat (vaak) in de gebiedende wijs
het wil je overhalen om iets te DOEN/ actie te ondernemen
Slide 22 - Slide
Welk tekstdoel staat er op dit scherm?
Activerende tekst
kenmerken?
het staat (vaak) in de gebiedende wijs
het wil je overhalen om iets te DOEN/ actie te ondernemen
Slide 23 - Slide
Welk tekstdoel heeft dit bord?
Activerende tekst
kenmerken?
het staat (vaak) in de gebiedende wijs
het wil je overhalen om iets te DOEN/ actie te ondernemen
Slide 24 - Slide
Welk tekstdoel heeft dit bord?
Activerende tekst
kenmerken?
het staat (vaak) in de gebiedende wijs
het wil je overhalen om iets te DOEN/ actie te ondernemen
Slide 25 - Slide
Welk tekstdoel heeft deze tekst?
Informerende tekst
kenmerken?
het wil je iets vertellen/ informatie geven
het bevat (vaak) feiten die je op waarheid kan checken
Slide 26 - Slide
Welk tekstdoel heeft deze reclame?
Overtuigende tekst
kenmerken?
het probeert je ergens van te overtuigen
het wil je overhalen om op een bepaalde manier te laten DENKEN
Slide 27 - Slide
Welk tekstdoel heeft deze reclame?
Overtuigende tekst
kenmerken?
het probeert je ergens van te overtuigen
het wil je overhalen om op een bepaalde manier te laten DENKEN
Slide 28 - Slide
Welk tekstdoel heeft deze tekst?
Instruerende tekst
kenmerken?
het geeft je een instructie
het legt je stap voor stap uit hoe je iets moet doen
het staat (vaak) in de gebiedende wijs (en de aanvoegende wijs)
Slide 29 - Slide
Welk tekstdoel heeft deze tekst?
Amuserende tekst
kenmerken?
het probeert je te laten lachen
het is alleen bedoeld als vermaak
er zijn heel veel verschillende soorten amuserende teksten
Jullie krijgen zometeen van mij allemaal drie post- its
Op ieder van de post- its schrijf je voor iedere teskt wat het doel van die tekst is EN waarom je dit doel erbij vindt passen.
Je plakt de post- its op de teksten.
Daarna plak je de teksten onder het juiste tekstdoel op het vel papier dat voorin de klas hangt. LET OP: knip de teksten eerst tot een redelijk formaat zodat alle teksten erop passen
Jullie krijgen hier 15 minuten de tijd voor.
Als je klaar bent kan je beginnen aan opdracht 2, 3 en 5 van p. 25, §3 uit je boek: dit is HW voor volgende week maandag.