This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Bijles Kirsten 09-12-2024
- 50 toetsvragen WKPV-2
Slide 1 - Slide
Een man overtreedt de bepalingen van de Wet milieubeheer door autobanden te storten in een bosperceel. Is hier sprake van een gewoon delict of een economisch delict?
A
Een economisch delict
B
Dat hangt af van opzet of schuld
C
Een gewoon delict
Slide 2 - Quiz
Welke economische delicten worden als misdrijf aangemerkt?
A
economische delicten waarbij sprake is van opzet
B
de aangewezen economische delicten waarbij sprake is van opzet
C
de aangewezen economische delicten waarbij sprake is van schuld
D
economische delicten waarbij sprake is van schuld
Slide 3 - Quiz
Achter een garagebedrijf staat een 100 liter vat, dat voor ongeveer 90% is gevuld met afgewerkte olie. Er zit geen deksel op het vat. Bij een hevige regenbui loopt het vat over, waardoor het regenwater vermengd met olie in de bodem loopt. Is hier sprake van handelen in strijd met de zorgplicht van artikel 10.1 Wet milieubeheer?
A
Ja, zonder meer, zo'n vat mag niet zonder deksel worden gebruikt
B
Nee, bij vermenging van stoffen met regenwater is daar geen sprake van
C
Daar kan sprake van zijn, maar dan moet worden aangetoond dat de garagehouder wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat door zijn handelen nadelige gevolgen voor het milieu ontstonden of konden ontstaan.
Slide 4 - Quiz
De Winkeltijdenwet stelt regels met betrekking tot......
A
sluitingstijden van winkels
B
openingstijden van winkels
C
WED overtredingen/misdrijven
Slide 5 - Quiz
Op een braakliggend terrein aan de rand van de gemeente wordt een grote markt voor de verkoop door particulieren van tweedehands en incourante goederen georganiseerd. Andere goederen mogen niet worden verhandeld. Op de markt staan ruim 100 kramen. Is hier sprake van een vergunningplichtige snuffelmarkt?
A
Ja, er worden uitsluitend tweedehands en incourante goederen verhandeld.
B
Een snuffelmarkt van meer dan 100 kramen is altijd vergunningplichtig, ook in de open lucht.
C
Nee, de markt wordt niet in een voor het publiek toegankelijk gebouw gehouden.
Slide 6 - Quiz
Café’ Het Biljart is een horeca-inrichting, waarvoor door de burgemeester een Drank- en Horecawetvergunning is afgegeven. Buiten het cafébezoek om vinden er in dit café geen andere activiteiten plaats. De activiteiten van het café zijn hoofdzakelijk gericht op personen van 18 jaar en ouder. Hier is sprake van ….
A
laagdrempelige inrichting
B
hoogdrempelige inrichting
Slide 7 - Quiz
Welke 2 soorten speelautomaten zijn er?
Slide 8 - Open question
Onder wat voor automaat valt een flipperkast?
A
speelautomaat
B
behendigheidsautomaat
C
oefenautomaat
Slide 9 - Quiz
Wat is eigenlijk een behendigheidsautomaat?
A
Een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen
B
Een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur
C
Een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot het recht op gratis spellen
Slide 10 - Quiz
Het is de vergunninghouder verboden personen beneden de leeftijd van ....... jaar een kansspelautomaat te laten bespelen?
Slide 11 - Open question
Als je vist in een water in de lijst van viswateren met een vis pas mag je vissen met hoeveel hengels?
A
3
B
1
C
2
Slide 12 - Quiz
Chakir is 13 jaar en vist samen met zijn vader, die in het bezit is van een geldige VIS pas. Chakir vist met één hengel en heeft zelf geen VIS pas. Heeft Chakir een VIS pas nodig?
A
Nee, hij heeft geen VIS pas nodig.
B
Ja, hij heeft een jeugdVISpas nodig.
Slide 13 - Quiz
Een handhaver die de Visserijwet 1963 controleert, ziet een man vissen met vier hengels. Hij vraagt de man naar zijn VIS pas en laat hem het uitstaande vistuig ophalen. Welke aanvullende bevoegdheden heeft de handhaver verder nog?
A
Hij is bevoegd de hengels in beslag te nemen.
B
Hij kan de visser aan zijn kleding onderzoeken
Slide 14 - Quiz
Wat moet je naast de vis pas nog meer bij je hebben als je gaat vissen?
A
mobiele telefoon
B
vis planner / lijst met viswateren
C
identiteitsbewijs
Slide 15 - Quiz
De bestuurder van een personenauto stopt op een overweg, stapt uit, vraagt een baanwerker van NS naar de weg, stapt weer in en rijdt weg. Is deze bestuurder strafbaar?
A
Ja, op een overweg geldt een stopverbod
B
Nee, op een overweg geldt geen stopverbod.
C
Nee, even naar de weg vragen en direct je weg vervolgen valt niet onder een stopverbod
Slide 16 - Quiz
Een automobilist stopt op de rijbaan langs een fietsstrook, stapt uit, loopt over de fietsstrook naar het trottoir, stopt enkele brieven in een daar staande brievenbus, waarna hij direct terugloopt naar zijn auto, instapt en wegrijdt. Is de automobilist strafbaar?
A
Nee, even een brief posten valt niet onder een stop of parkeerverbod
B
Ja, op een fietsstrook mag je niet lopen.
C
Ja, langs een fietsstrook geldt een stopverbod.
Slide 17 - Quiz
Een duidelijk herkenbare verkeersregelaar strekt zijn beide armen zijwaarts. Een fietser nadert de verkeersregelaar van achteren. Is dit teken ook voor de fietser bedoelt?
A
Ja, de verkeersregelaar gebruikt een officieel gebaar uit het RVV 1990 dat ook geldt voor verkeer dat hem van achteren nadert
B
Nee, de verkeersregelaar gebruikt geen officieel gebaar uit het RVV 1990
C
Nee, de verkeersregelaar gebruikt geen officieel gebaar uit het RVV 1990
Slide 18 - Quiz
Noury rijdt op het fiets/bromfietspad van de zeilstraat op zijn bromfiets. Hij draagt een helm. In welk geval voldoet hij niet aan de helmplicht?
A
Als de helm niet goed past.
B
Als de helm geen vizier heeft
C
Als de helm niet van een voorgeschreven merk is.
Slide 19 - Quiz
Een bestuurder van een voertuig gaat stiltaan langs een gele doorgetrokken streep om even te bellen, mag dat?
A
Nee, dat mag niet
B
Ja, bellen valt niet onder parkeren
C
Ja, bellen valt niet onder stoppen
Slide 20 - Quiz
Wanneer mogen particulieren rond de jaarwisseling vuurwerk afsteken?
A
Op 31 december vanaf 12.00 uur ’s middags tot 04.00 uur ’s nachts op 1 januari.
B
Op 31 december vanaf 18.00 ’s avonds tot 02.00 uur ’s nachts op 1 januari.
C
Op 31 december 2 uur voor middernacht en op 1 januari tot 03.00 uur ’s nachts.
Slide 21 - Quiz
Een jongere is 17 jaar en werkt in een horecabedrijf. Mag deze jongere alcoholhoudende drank bij zich aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben?
A
nee, volgens de drank en horecawet mag dit pas vanaf 18 jaar
B
nee, je mag pas dienst doen in een horecabedrijf vanaf je 21e jaar
C
ja, dit valt onder de uitzondering volgens artikel 45 lid 1 drank en horecawet
Slide 22 - Quiz
Jeanette haalt bij de supermarkt een fles wijn om aan haar moeder cadeau te doen. De cassière vraagt naar haar ID. Ze zegt dat ze die vergeten is, waarna de cassiére haar schouders ophaalt en de fles wijn afrekent. Jeanette is 17 jaar. Als de cassière hiermee wordt geconfronteerd verontschuldigt ze zich door te zeggen dat ze wel naar de ID heeft gevraagd, maar dat de klant deze niet bij zich had en zo op het oog wel 18 jaar oud leek te zijn. Volstaat dit?
A
Nee, de cassière had in dit geval de fles wijn niet mogen verstrekken.
B
Ja, als de klant zo op het oog 18 jaar of ouder lijkt hoeft niet perse een ID te worden overhandigd.
C
Ja, dit volstaat omdat er slechts sprake is van zwakalcoholische drank en niet van sterke drank.
Slide 23 - Quiz
Werknemers moeten in staat worden gesteld hun werkzaamheden te verrichten zonder daarbij hinder of overlast van roken door anderen te ondervinden. Wie moet daarvoor de nodige maatregelen nemen?
A
De werknemer zelf.
B
De overheid.
C
De werkgever.
Slide 24 - Quiz
De gepensioneerde Harry haalt een pakje shag bij de tijdschriftenwinkel. De winkelier vraagt Harry om zijn ID. “Nou, jongen,” zegt Harry, “die hoef ik niet meer te laten zien, hoor!” Heeft Harry gelijk?
A
Ja, de ID hoeft niet te worden gevraagd als iemand onmiskenbaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
B
Nee, iedereen die tabak wil kopen moet zijn ID tonen als daarom gevraagd wordt.
C
Hij is niet verplicht zijn ID te laten zien, maar dan krijgt hij ook geen tabak.
Slide 25 - Quiz
Sonja zit met een uitgeklapte kinderwagen in een metro-treinstel. Ondanks herhaaldelijke aanwijzingen van het metropersoneel weigert Sonja haar kinderwagen in te klappen en zo de weg vrij te maken voor in- en uitstappende passagiers. Zij beroept zich op het feit dat zij een geldig kaartje heeft en dat er nergens staat dat kinderwagens ingeklapt moeten zijn. Is Sonja strafbaar?
A
Ja, zij voldoet niet aan ambtelijk bevel
B
Ja, zij volgt een aanwijzing niet op
C
Ja, zij veroorzaakt gevaar en hinder
Slide 26 - Quiz
Artikel 72 Wet personenvervoer 2000 luidt: Het is een ieder verboden zich in een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleide systeem voortbewogen voertuig dan wel in of in de onmiddellijke nabijheid van een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften zodanig te gedragen dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord. Voor wie geldt bovenstaande verbodsbepaling?
A
alle gebruikers
B
een ieder
C
de reizigers
Slide 27 - Quiz
Over het zogenaamde rouw- en trouwvervoer kan worden opgemerkt dat...
A
tot het openbaar vervoer behoort, zodat de Wet personenvervoer 2000 er op van toepassing is.
B
niet tot het openbaar vervoer behoort, zodat de Wet personenvervoer 2000 er niet op van toepassing is.
C
dat het een bijzondere vorm van openbaar vervoer betreft waarop enkele bijzondere bepalingen van de Wet personenvervoer 2000 van toepassing zijn.
Slide 28 - Quiz
Drie jongens lopen op straat en drinken ieder uit een frisdrankblikje. Als één van hen zijn blikje leeg heeft gedronken, gooit hij het zo ver mogelijk de gracht in waar ze op dat moment langs lopen. De beide anderen volgen zijn voorbeeld om te zien wie zijn blikje het verst weggooit. Als dat is vastgesteld, lopen de drie jongens verder en drijven er drie blikjes in de gracht. Is de Waterwet hierop van toepassing?
A
Nee, op dergelijke kleine hoeveelheden is de Waterwet niet van toepassing
B
Nee, dit valt niet onder het brengen van afvalstoffen in een oppervlaktewater
C
Ja, hier is sprake van een directe lozing van afvalstoffen in een oppervlaktewater
Slide 29 - Quiz
Voor de woning van George is een plantsoen met een vijver. George is de benzinetank van een bromfiets aan het opknappen. De binnenzijde van de tank is verroest en vervuild. Daarom laat George wat benzine met roestresten uit de tank in de bodem van de oever van de vijver lopen. Wat verstaat de Waterwet onder andere onder het begrip oppervlaktewaterlichaam?
A
Een oppervlaktewaterlichaam is een samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem en oevers.
B
Een oppervlaktewaterlichaam is een samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem.
C
Een oppervlaktewaterlichaam is een samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water.
Slide 30 - Quiz
Met welke voertuigen kan openbaar vervoer worden verricht?
A
Auto, bus, scooter, tram, trein, metro.
B
Alle voertuigen die in de drie andere antwoorden zijn genoemd.
C
Auto, bus, tram, trein, fietstaxi.
D
Auto, bus, tram, trein, metro of een voertuig dat door een geleidesysteem wordt voortbewogen.
Slide 31 - Quiz
De voetbalvereniging organiseert een kampeerweekend voor leden van 12 tot 16 jaar, onder leiding van een paar volwassenen. De jongeren gaan meestal rond een uur of 12 naar bed, maar de ouderen blijven nog wel wat langer zitten en nemen dan wel eens een neutje. Op een avond, als de jongeren al naar bed zijn gegaan en de volwassenen de fles cognac tevoorschijn halen, komt één van de jongens uit bed en gaat naar de volwassenen toe. Hij vraagt of hij ook eens een glaasje mag proeven. De volwassenen barsten in gelach uit en besluiten hem een bodempje cognac te geven, om eens te proeven. Mogen de volwassenen dit wel doen?
A
Ja, want het gaat hier maar om een kleine hoeveelheid cognac.
B
Ja, de volwassenen mogen dit doen, omdat het hier niet om een bedrijfsmatig verstrekken gaat.
C
Nee, hierdoor verstrekken zij alcohol aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
Slide 32 - Quiz
Waar mag een voetganger die een aanhangwagen voortbeweegt die kennelijk bestemd is om door een motorvoertuig te worden voortbewogen, deze aanhangwagen parkeren volgens het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990?
A
Zij mogen voor het parkeren van hun voertuig de rijbaan en andere weggedeelten gebruiken, waaronder het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad.
B
Zij mogen voor het parkeren van hun voertuig uitsluitend de voor parkeren bestemde weggedeelten gebruiken.
C
Zij mogen voor het parkeren van hun voertuig de rijbaan en andere weggedeelten gebruiken, behalve het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad.
Slide 33 - Quiz
Op 1 januari om 1 uur ’s middags constateert u dat een 16-jarige jongen in het centrum van het dorp rotjes afsteekt. U houdt hem staande. U handelt deze overtreding af via een …......
A
politiestrafbeschikking
B
OM-strafbeschikking
C
bestuurlijke strafbeschikking
Slide 34 - Quiz
Sligro is een winkel waar snackbars, cafés en restaurants hun inkopen kunnen doen. Het is ingericht als een supermarkt, maar er word alleen verkocht aan groothandels. Inkopers van de horecagelegenheden kunnen met een karretje langs de schappen lopen en in hun wagen doen wat ze nodig hebben. Is Sligro een winkel in de zin van de Winkeltijdenwet?
A
Ja, want er worden goederen verkocht.
B
Nee, want er worden geen goederen aan particulieren verkocht.
Slide 35 - Quiz
Valt een fietsenverhuurbedrijf dat uitsluitend fietsen verhuurt onder het begrip winkel in de zin van de Winkeltijdenwet?
A
Nee, want verhuur is geen verkoop maar dienstverlening.
B
Ja, want verhuur is een commerciële activiteit.
C
Ja, want het gaat hier om goederen.
Slide 36 - Quiz
De stationshal wordt behalve door treinreizigers ook gebruikt door passanten, die via de hal van het ene naar het andere stadsdeel lopen. Bij de ingangen van de stationshal heeft de vervoerder pictogrammen met een skateverbod aangebracht. Voor wie gelden deze pictogrammen?
A
Alleen voor de treinreizigers.
B
Alleen voor de passanten.
C
De treinreizigers en de passanten.
Slide 37 - Quiz
In de Zadelstraat staat een personenauto geparkeerd op een plaats waar een stopverbod geldt, dat is aangeduid door een doorgetrokken gele streep. Bussen van het openbaar vervoer kunnen nauwelijks passeren en lopen daardoor forse vertraging op. Kan in dit geval bestuursdwang worden toegepast met betrekking tot het overbrengen en bewaren van voertuigen en, zo ja, op wiens last?
A
Ja in het belang van de vrijheid van het verkeer kan de wegsleepregeling worden toegepast op last van de politie.
B
Ja in het belang van de vrijheid van het verkeer kan de wegsleepregeling worden toegepast op last van burgemeester en wethouders.
C
Nee, hier is geen sprake van zodanig gevaar of zodanige hinder dat de wegsleepregeling kan worden toegepast.
Slide 38 - Quiz
Op een kermis in Bussum staat een automaat waar je eerder gekochte kermismunten kunt ingooien. Met een beetje geluk vallen ze op zo’n manier dat er weer meer kermismunten uit komen. Met de gewonnen kermismunten kunnen dan prijzen worden uitgezocht. Is voor deze automaat een merkteken nodig?
A
Nee, automaten op kermissen vallen buiten de Wet op de kansspelen.
B
Ja, deze automaat is tenslotte een kansspelautomaat.
C
Ja, deze automaat is tenslotte een behendigheidsautomaat.
Slide 39 - Quiz
Welk teken wordt in deze afbeelding gegeven?
A
Een stopteken voor het verkeer dat zowel van voren als van achteren nadert.
B
Een stopteken voor het verkeer dat van achteren nadert.
C
Een stopteken voor het verkeer dat van voren nadert.
Slide 40 - Quiz
Terwijl u in diensttijd op de Botermarkt in uw standplaats loopt, ziet u dat een man van middelbare leeftijd waggelend en lallend in de richting van een geparkeerde auto loopt. Hij roept daarbij met zogenaamd dubbele tong en af en toe overslaande stem, dat hij nu toch echt naar huis gaat. De man is stomdronken. Als hij bij de auto is, pakt hij een sleutel uit zijn zak en probeert het portier te openen. Wat zijn in dit geval uw bevoegdheden?
A
In verband met rijden onder invloed, waarvan hier (bijna) sprake is, heb ik geen bevoegdheden, waardoor ik helaas niets kan doen.
B
Ik houd deze man aan ter zake openbare dronkenschap, voor welk feit ik wel opsporingsbevoegdheid heb, en vraag de politie ter plaatse te komen om de verdachte over te brengen naar het politiebureau.
C
Ondanks het feit dat ik geen bevoegdheden heb ten aanzien van rijden onder invloed, waarschuw ik de politie met het verzoek zo snel mogelijk ter plaatse te komen.
Slide 41 - Quiz
Janosz heeft een hond die veel beweging nodig heeft. Hij neemt hem daarom elke zondag mee naar een speelweide voor kinderen, waar hij hem loslaat, zodat hij even lekker kan ravotten. Mag de hond daar loslopen?
A
Ja, de hond mag daar loslopen, tenzij het college die plaats heeft aangewezen als plaats waar honden moeten worden aangelijnd.
B
Nee, dat is niet toegestaan. Honden moeten in principe altijd worden aangelijnd als ze worden uitgelaten.
C
Nee, een eigenaar mag een hond niet laten verblijven of laten lopen op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, speelweide, etc.
Slide 42 - Quiz
In welke van onderstaande situaties is sprake van het verstoren van de openbare orde?
A
Jongeren schreeuwen anti-Joodse leuzen tijdens een herdenking van gevallenen van de Tweede Wereldoorlog, waardoor onder de aanwezigen de nodige opschudding ontstaat.
B
Omwonenden ondervinden geluidsoverlast doordat voetbalsupporters een langsrijdend voetbalteam dat kampioen is geworden toejuichen.
C
Tijdens een bruiloft in een door het bruidspaar afgehuurde zaal ontstaat ruzie tussen verschillende familieleden. Een aantal feestgangers slaat stoelen kapot en gaat elkaar met de stoelpoten te lijf, waardoor het feest ernstig verstoord wordt.
Slide 43 - Quiz
Artikel 73 Wet personenvervoer 2000 luidt: Een ieder is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt. Is een bord een geldige aanwijzing van de vervoerder?
A
Ja, maar alleen als het bord in de Wet personenvervoer 2000 is opgenomen.
B
Ja, een bord geldt ook als een aanwijzing van de vervoerder.
C
Nee, aanwijzingen kunnen alleen door BOA’s en toezichthouders gegeven worden.
Slide 44 - Quiz
De meubelwinkel All for Life houdt een grote uitverkoopactie op zondag. Mag de winkel op die dag open zijn?
A
Ja, dit mag altijd
B
Nee, tenzij er een vrijstelling of ontheffing is verleend
C
Nee, want winkels mogen nooit open zijn op zondag
Slide 45 - Quiz
In welk geval hoeft een motorrijtuig buiten de weg niet verzekerd te zijn?
A
Als met dat motorrijtuig niet aan het verkeer wordt deelgenomen.
B
Als voor dat motorrijtuig een kenteken(bewijs) is afgegeven.
C
Elk motorrijtuig moet buiten de weg verzekerd zijn.
Slide 46 - Quiz
Mevrouw de Vries maait het gras en dumpt vervolgens het maaiafval in een hoek van de tuin. Is hier sprake van het op of in in de bodem brengen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke stoffen (Artikel 3.40b Besluit activiteiten leefomgeving)?
A
Nee, het afval is niet gevaarlijk en het is ook geen bedrijfsafval.
B
Ja, er worden afvalstoffen op de bodem gebracht.
Slide 47 - Quiz
Welk criterium geldt voor het uitoefenen van de bevoegdheden uit de WED?
A
De bevoegdheden uit de WED kunnen worden uitgeoefend ter controle of een economisch delict wordt of is gepleegd; dat wil zeggen dat er sprake is van toezichtbevoegdheden.
B
De bevoegdheden uit de WED zijn opsporingsbevoegdheden; dat wil zeggen dat er een concrete verdenking moet bestaan dat een economisch delict wordt of is gepleegd.
C
De bevoegdheden uit de WED kunnen worden uitgeoefend in het belang van de opsporing; dat wil zeggen dat er nog geen concrete verdenking hoeft te bestaan, maar wel op z'n minst aanwijzingen zijn dat een economisch delict wordt of is gepleegd.
Slide 48 - Quiz
Wanneer is er sprake van een milieubelastende activiteit in de zin van het Besluit activiteiten leefomgeving?
A
Als gevaarlijke afvalstoffen op of in de bodem worden gebracht.
B
Als bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen in de bodem worden gebracht.
C
Als afvalstoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu, op de bodem worden gebracht.
Slide 49 - Quiz
Een toevallige voorbijganger gooit op een afstand van ongeveer vijftien meter van een fabriek een blikje in de struiken. Is de directie van de fabriek ervoor verantwoordelijk om te zorgen dat dit blikje opgeruimd wordt?
A
Ja, de etenswaren binnen een straal van 25 meter van de locatie van de activiteit, moet worden verwijderd.
B
Nee, dit geldt alleen voor sport- of spelmaterialen.
C
Nee, dit hoeft alleen te gebeuren met etenswaren die van de activiteit afkomstig zijn en binnen een straal van 25 meter van de locatie van die activiteit liggen.
Slide 50 - Quiz
Wat is de minimum leeftijd voor alcohol, tabak en het bespelen van een kansspelautomaat? ... jaar