This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Slide 1 - Slide
In deze les:
Terugblik: zins- en alineaverbanden
Uitleg: citaten
Samen doen: opdracht 5, 4.5 B
Zelfstandig maken:
4.5 Citaten B. Deel 1: Citaten C. Deel 2: Keuzetekst 'Vrij zijn is … speuren naar fossielen'
Bespreken: een aantal opdrachten van 4.5 B
Terugkijken naar de doelen
Doelen van deze les:
1. Aan het einde van de les kun je een citaat kunt herkennen;
2. Aan het einde van de les kun je vertellen waar je de naam van de geciteerde persoon kunt vinden;
3. Aan het einde van de les kun je citeervragen beantwoorden.
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen
Slide 3 - Slide
4.4 Zin- en alineaverbanden
Slide 4 - Slide
Zins- en alineaverbanden
Zinnen staan niet zomaar naast elkaar. Ze hebben iets met elkaar te maken. Signaalwoorden geven zinsverbanden en alineaverbanden aan. Ze maken van een zin en een tekst één geheel. Hoe meer signaalwoorden je kent, des te beter je teksten zult begrijpen.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
4.5 Citaten
Slide 7 - Slide
Een citaat
De tekst die een schrijver letterlijk van iemand anders overneemt, noem je een citaat. In een tekst staat een citaat altijd tussen aanhalingstekens.
De naam van de geciteerde persoon kan in de tekst zelf staan of eronder, in de bronvermelding:
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Citeren van een zin
Soms moet je bij een vraag van een toets (enkele) woorden, zinsgedeeltes, één zin of een aantal zinnen citeren. Dan noteer je dus wat er letterlijk in een tekst staat.
Slide 10 - Slide
Voorbeeld van een toetsvraag
Citeer de zin waarin de schrijver zijn mening over grote schoolklassen geeft.
Antwoord: ‘Het is bijna crimineel, zo veel leerlingen in één klas!’ (regel 12-13)
‘Het is...één klas!’ (regel 12-13)
Je noteert altijd de regelnummers van het stukje tekst dat je citeert.
Slide 11 - Slide
Zelfstandig:
4.5 Citaten
B. Deel 1: Citaten
Klaar? Ga verder met: C. Deel 2: Keuzetekst 'Vrij zijn is … speuren naar fossielen'