1.4 Kom je uit met je geld? kader

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Startklaar?

Je legt het volgende op tafel:

• Rekenmachine 
• JDW-map 
• Boek 
• Pen/potlood
• Laptop

Startklaar:

• wat is een deugdelijk product?

Gedragsverwachtingen

1. Telefoons uit en in de zakkie

2. Rustig praten

3. Elkaar laten uitpraten

4. We lachen elkaar niet uit

Leerdoelen

1. Welke soorten inkomens zijn er?
2. Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.
   
3. Bedrag omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
4. Welke drie soorten uitgaven zijn er?
5. De reservering per maand berekenen.

Wat hoort bij elkaar?

product moet gezond en veilig zijn

Controleert of producten gezond en veilig zijn

Product doet waar het voor gemaakt is en heeft een bepaalde levensduur

Deugdelijk product

NVWA

Warenwet

Soorten inkomens

Loon

Winst

Uitkering

Zakgeld

Begroting 

-

Inkomsten			Uitgaven
Zakgeld	€ 26,-		Schoolpas opladen	€ 17,50
Klusjes	€ 25,-		Cadeau broer	€ 10,-
			Telefoon	€ 15,-
Totaal	€ 51,-			€ 42,50

Rekenen

Van week naar maand:

Van maand naar week:

Je ontvangt €20 zakgeld per week. Bereken je zakgeld per maand.

Uitgaven

 Vasten lasten  

Dagelijkse uitgave                             Incidentele uitgaven

Reserveren 

Reserveren = geld sparen

Reservering per maand = benodigde bedrag : aantal maanden

Je wilt over 5 maanden een kano kopen voor 200 euro. Hoeveel moet je per maand reserveren? 

200:5= 40 euro 

Je wilt over 7 maanden een PS5 kopen voor €500. Je hebt al €100 gespaard. Hoeveel moet je per maand reserveren?

Aan de slag

Maken: 1.4 opgaven 44, 46, 47, 49, 50, 53, 55

Tijd: 15 min

Hoe: duo's

Klaar: bespreek je antwoorden met 

een andere duo

Leerdoelen: reflectie

1. Welke soorten inkomens zijn er?
2. Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.
   
3. Bedrag omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
4. Welke drie soorten uitgaven zijn er?
5. De reservering per maand berekenen.

Wanneer je van maanden naar weken wilt rekenen moet je ....

1. eerst :12, daarna x52
2. eerst x12, daarna :52
3. eerst :52, daarna x 12
4. eerst x52, daarna :12

Wat zijn GEEN vaste lasten?

1. wekelijkse brood kopen bij de bakker
2. telefoonabonnement
3. lidmaatschap voetbal
4. huur

Hoe ging het deze les?

1. Telefoons uit en in de zakkie

2. Rustig praten

3. Elkaar laten uitpraten

4. We lachen elkaar niet uit

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen