1.4 Kom je uit met je geld? basis

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 44 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startklaar?
Je legt het volgende op tafel:
  • Rekenmachine 
  • JDW-map 
  • Boek 
  • Pen/potlood
  • Laptop
Hersenkraker:

  • 21% van €650

Slide 2 - Slide

Gedragsverwachtingen
1. Telefoons in de zakkie
2. Rustig praten
3. Elkaar laten uitpraten
4. We lachen elkaar niet uit

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  1. Welke soorten inkomens zijn er?
  2. Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.
  3. Bedrag omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
  4. Welke drie soorten uitgaven zijn er?

Slide 4 - Slide

Wat hoort bij elkaar?
product moet gezond en veilig zijn
Controleert of producten gezond en veilig zijn
Product doet waar het voor gemaakt is en heeft een bepaalde levensduur
Deugdelijk product
NVWA
Warenwet

Slide 5 - Drag question

Soorten inkomens
Loon
Winst
Uitkering
Zakgeld

Slide 6 - Slide

Begroting 
-
Inkomsten
Uitgaven
Zakgeld
€ 26,-
Schoolpas opladen
€ 17,50
Klusjes
€ 25,-
Cadeau broer
€ 10,-
Telefoon
€ 15,-
Totaal
€ 51,-
€ 42,50

Slide 7 - Slide

Rekenen
Van week naar maand:


Van maand naar week:

Slide 8 - Slide

Je ontvangt €20 zakgeld per week. Bereken je zakgeld per maand.

Slide 9 - Open question

Uitgaven
 Vasten lasten  
Dagelijkse uitgave                             Incidentele uitgaven

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maken: 1.4 opgaven 52, 53, 54, 57, 58, 61, 64
Tijd: 17 min


Hoe: duo's
Klaar: bespreek je antwoorden met 
een andere duo
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Leerdoelen: reflectie
  1. Welke soorten inkomens zijn er?
  2. Je kunt een begroting van je inkomsten en uitgaven opstellen.
  3. Bedrag omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
  4. Welke drie soorten uitgaven zijn er?

Slide 12 - Slide

Wanneer je van maanden naar weken wilt rekenen moet je ....
A
eerst :12, daarna x52
B
eerst x12, daarna :52
C
eerst :52, daarna x 12
D
eerst x52, daarna :12

Slide 13 - Quiz

Wat zijn GEEN vaste lasten?
A
wekelijkse brood kopen bij de bakker
B
telefoonabonnement
C
lidmaatschap voetbal
D
huur

Slide 14 - Quiz

Hoe ging het deze les?
1. Telefoons uit en in de zakkie
2. Rustig praten
3. Elkaar laten uitpraten
4. We lachen elkaar niet uit

Slide 15 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 16 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 17 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 18 - Open question