SO Erfelijkheid en Evolutie BS 1-3 MAX (Havo)

SO BS 1-3 Thema 5


Erfelijkheid en evolutie = Thema 5
Let op: Je kunt alleen vooruit navigeren, dus beantwoord eerst de vraag voordat je verder gaat!
De toets bestaat uit 20 vragen.
Je hebt 30 min. de tijd.
Klaar? Lr § 5.1 tm § 5.3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

SO BS 1-3 Thema 5


Erfelijkheid en evolutie = Thema 5
Let op: Je kunt alleen vooruit navigeren, dus beantwoord eerst de vraag voordat je verder gaat!
De toets bestaat uit 20 vragen.
Je hebt 30 min. de tijd.
Klaar? Lr § 5.1 tm § 5.3

Slide 1 - Slide

Hiernaast zie je chromosomen uit een bepaald organisme
1. Is dit DNA van een mens?
2. Is dit DNA van een man of van een vrouw?
A
1. Ja - 2.man
B
1.Ja - 2.vrouw
C
1.Nee - 2.man
D
1.Nee - 2.vrouw

Slide 2 - Quiz


Verandert je genotype als je ouder wordt? En je fenotype?
A
Beide veranderen
B
Alleen genotype verandert
C
Alleen fenotype verandert
D
Geen van beide verandert

Slide 3 - Quiz


Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt
C
Bij meiose worden lichaamscellen gemaakt
D
Bij mitose worden zaadcellen gemaakt

Slide 4 - Quiz


1. Genen in een zaadcel komen enkelvoudig voor.
2. In een bevruchte eicel komen genen in paren voor

A
beide waar
B
beide niet waar
C
1 waar 2 niet waar
D
1 niet waar 2 waar

Slide 5 - Quiz


Waar komen enkelvoudige allelen voor?
A
In een eicel
B
In een spiercel
C
In een levercel
D
In een zenuwcel

Slide 6 - Quiz

Na de dood van Chao's rijke ouders stond opeens Jianguo op de stoep. "Ik ben je broer" zei hij.

Kan op grond van dit deel van het DNA-verwantschapsonderzoek Jianguo inderdaad een broer van Chao zijn?
A
Nee, niet alle bandjes zijn hetzelfde als bij Chao
B
Nee, want Jianguo heeft andere bandjes van de vader gekregen
C
Ja, ze hebben beide evenveel bandjes van de vader als van de moeder
D
Ja, sommige bandjes hebben ze hetzelfde net als hun vader

Slide 7 - Quiz


Een tweeling.
Wat is waar?
A
één-eiïge tweeling met hetzelfde genotype
B
één-eiïge tweeling met verschillend genotype
C
twee-eiïge tweeling met hetzelfde genotype
D
twee-eiïge tweeling met verschillend genotype

Slide 8 - Quiz



Zet in de juiste volgorde van groot naar klein
A
Cel- celkern- allel- chromosoom
B
Celkern - cel - chromosoom- allel
C
allel- chromosoom-celkern-cel
D
Cel - celkern- chromosoom -allel

Slide 9 - Quiz

Kwaadaardig gezwel
Goedaardig gezwel
Groeit snel
Groeit langzaam
Verstoort de bouw van weefsels
Verstoord de bouw van weefsels niet
kan uitzaaien
Zaait niet uit

Slide 10 - Drag question


Welke celkernen bevatten 23 chromosomen?
A
B en E
B
C en F
C
B, C, E en F
D
A en D

Slide 11 - Quiz

In de afbeelding zie je de chromosomen in een lichaamscel van iemand met het syndroom van Down.

Chromosomenpaar 23 zijn de geslachtschromosomen.
Wat is de functie van de geslachtschromosomen?

Slide 12 - Open question


We spreken van een mutant, wanneer
A
een mutatie zichtbaar is in het genotype.
B
een mutatie niet zichtbaar is in het genotype.
C
een mutatie zichtbaar is in het fenotype.
D
een mutatie niet zichtbaar is in het fenotype.

Slide 13 - Quiz


Je ziet het mogelijke ontstaan van een tweeling op het plaatje.
Welke cellen bevatten 46 chromosomen?
A
3, 6 en 9
B
7, 8, 9, 10 en 11
C
1, 2, 4, 5, 7, 8 en 10, 11
D
3, 6, 9, 10 en 11

Slide 14 - Quiz


Wanneer laten mensen een prenataal onderzoek uitvoeren?
A
Vóór de bevruchting
B
Tijdens de zwangerschap
C
Ná de geboorte

Slide 15 - Quiz


Wat is mutatie?

Slide 16 - Open question

In de afbeelding hiernaast zie je een volwassen tapir met een jongen.
a. Heeft het jonge dier hetzelfde fenotype als het volwassen dier?

b. Heeft het jonge dier hetzelfde genotype als het volwassen dier?

Slide 17 - Open question


Hoe komt het dat je chromosomen in paren hebt? (twee chromosomen met dezelfde eigenschappen)

Slide 18 - Open question


Een fruitvlieg heeft 8 chromosomen. Hoeveel paar chromosomen heeft hij?

Slide 19 - Open question


Een spiercel van een hengst bevat 66 chromosomen.
Hoeveel chromosomen bevat een zaadcel van deze hengst?

Slide 20 - Open question