Oefenen met stof toetsweek 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Hoe noem je een groepje regels in een gedicht?

1. Een synoniem is één woord met verschillende betekenissen.
2. Een antoniem is een woord met een tegengestelde betekenis.

1. 1 = juist 2= onjuist
2. 1 = onjuist 2= juist
3. 1 en 2 zijn beide juist
4. 1 en 2 zijn beide onjuist

Wat is het antoniem van toenmalig?

Het antoniem van tenzij is:

1. maar
2. want
3. mits
4. omdat

Wat is het antoniem van gierig?

De mannetjesgorilla is erg dominant in de groep.

dominant =

De stof van dat hoofdstuk moet je globaal kennen.

globaal =

Maak een afgeleide woordvorm van het woord: exposeren.
De woordsoort moet een zelfstandig nw. zijn.

Maak een afgeleide woordvorm van het woord: zon.
De woordsoort moet een bijvoeglijk nw. zijn.

Tijdens deze opdracht worden lezen en schrijven gecombineerd.

Combineren =

1. samenvoegen
2. uitkiezen
3. laten zien
4. integreren

Het is belangrijk om de kwaliteit van voedsel te waarborgen.

kwaliteit =

1. hoeveelheid
2. kenmerk
3. mate waarin iets goed of slecht is
4. omvang