6.1 - Eten en gegeten worden

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Thema 6

Ecologie

Wat is ecologie?

1. De omgeving en het milieu waar het organisme in leeft.
2. Het bestuderen van de relaties tussen organismen en hun milieu.
3. De relaties tussen organismen onderling.
4. Het is een soort voedsel voor een ander organisme.

Welke zijn biotische factoren?

1. Temperatuur
2. Roofdieren
3. Soortgenoten
4. Water

Wat is een populatie?

1. Een ecosysteem.
2. Alle levende organismen in een gebied.
3. Een enkeling van een soort.
4. Een groep individuen van dezelfde soort.

Wat is een ecosysteem?

1. Alle biotische factoren in een bepaald gebied
2. Alle abiotische factoren in een bepaald gebied
3. Alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied

Zet de termen van klein naar groot in de juiste volgorde

Individu

Populatie

Levens-

gemeenschap

Ecosysteem

Is dit een voedselweb of een voedselketen?

1. Voedselweb
2. Voedselketen

Wie zijn de producenten van de voedselkringloop

1. planten
2. dieren
3. schimmels
4. bacteriën

Welke aanpassing hoort bij een plant die in een droge omgeving leeft?

1. Huidmondjes aan de oppervlakte van bladeren.
2. Behaarde bladeren
3. Klein wortelstelsel
4. Luchtkanalen in hun stengels om zuurstof op te nemen

Noem een keten van 3 schakels uit dit voedselweb

6.1 - Eten en gegeten worden

Leerdoelen

6.1.1 Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt. 

6.1.2 Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.

Voedselketen

Een reeks/rij soorten, laat zien welk soort een ander eet

Bestaat uit verschillende schakels, eerste schakel altijd een plant*, alles daarna een dier

Pijl betekent wordt gegeten door

Voedselweb

In een gebied zijn meerdere voedselketens die door elkaar heen lopen

Al deze ketens samen vormen een voedselweb

Een dier kan in meerdere ketens voorkomen

Fotosynthese

• In bladgroenkorrels
• Energiearme stoffen --> energierijke stoffen

Verbranding

• Bij planten en dieren
• Opgeslagen energie komt vrij
• Belangrijkste brandstof is glucose

Stofwisseling

Producenten en consumenten

Producenten: zetten energiearme stoffen om in energierijke stoffen --> de planten

Consumenten: leven van de energierijke stoffen gemaakt door producenten --> de dieren

• Planteneters: altijd consument 1e orde
• Alleseters: eten planten en dieren,
  kunnen 1e orde of hoger zijn
• Vleeseters: altijd consument 2e orde
  of hoger

Reducenten en kringloop

dode resten worden afgebroken

1. afvaleters: bv insecten en wormen
2. reducenten: bacteriën en schimmels

reducenten zetten energierijke stoffen om naar energiearme stoffen, co2, water en mineralen

energiearme stoffen worden opgenomen door planten, zo ontstaat een kringloop

Aan de slag!

Thema 6, basisstof 1

Opdracht 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8

Je mag fluisterend overleggen met buurman/vrouw

Klaar? Vraag om een nakijkboekje en kijk zelfstandig na