What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
signaalwoorden 3
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar
1 / 18
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
omdat
B
zoals
C
en
D
maar
Slide 1 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
tenslotte
C
tegenover
D
zoals
Slide 2 - Quiz
"Dus" is een signaalwoord voor een....
A
conclusie
B
reden
C
tegenstelling
D
voorbeeld
Slide 3 - Quiz
Toch
is een signaalwoord voor..
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 4 - Quiz
OOK
is een signaalwoord voor
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Volgorde van tijd
Slide 5 - Quiz
'Maar' is een signaalwoord bij
A
tegenstelling
B
opsomming
C
tijd
Slide 6 - Quiz
'zo' is een signaalwoord voor:
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 7 - Quiz
Ik ga mee, ZODAT ik weet wat er aan de hand is.
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorbeeld
Slide 8 - Quiz
Ik ben vandaag iets later thuis, WANT ik ga eerst nog even boodschappen doen
A
Samenvatting
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Reden
Slide 9 - Quiz
VANWEGE het lawinegevaar konden we niet gaan skiën.
A
Reden
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Conclusie
Slide 10 - Quiz
Hij ging op tijd van huis vanmorgen. TOCH mistte hij de trein
A
Oorzaak-gevolg
B
reden
C
Tegenstelling
D
Conclusie
Slide 11 - Quiz
Kortom, ik zie maar één mogelijkheid, stoppen met roken
A
Conclusie
B
Toelichting
C
Samenvatting
D
Opsomming
Slide 12 - Quiz
Ik ga naar mijn oma, bovendien naar mijn buurvrouw.
A
Oorzaak-gevolg
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Doel-middel
Slide 13 - Quiz
Mijn broertje wil graag een ijsje, een appeltaart, een glas drinken EN een pizza.
A
Tegenstelling
B
Oorzaak-gevolg
C
Opsomming
D
Toelichting
Slide 14 - Quiz
Op vakantie lopen mensen vaak ziektes op...……
malaria en het zika-virus.
A
zoals
B
zodat
C
als gevolg van
D
echter
Slide 15 - Quiz
Ik wil graag een nieuwe fiets kopen.....
dit kan niet want ik heb geen geld
A
daardoor
B
dus
C
maar
D
toch
Slide 16 - Quiz
We zijn nog geen achttien jaar...…
we mogen nog geen alcohol kopen
A
tenzij
B
dus
C
zodat
D
want
Slide 17 - Quiz
Het had geregend, ......... dat maakte me niets uit.
A
maar
B
omdat
C
kortom
D
bijvoorbeeld
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
Oefenen met signaalwoorden
November 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Oefenen met signaalwoorden
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 80: Oefenen met signaalwoorden
May 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Oefenen met signaalwoorden
March 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Oefenen met signaalwoorden
September 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Samenhang en signaalwoorden
March 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalblokken verbanden
May 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalblokken verbanden
September 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1