OSP Oefentoets

Ondersteuningsplan
Oefentoets
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Ondersteuningsplan
Oefentoets

Slide 1 - Slide

Als een cliënt zelf dingen mag bepalen of beslissen is dit een vorm van...
A
Eigen verantwoordelijkheid
B
Zelfregie
C
Zelfredzaamheid

Slide 2 - Quiz

Een cliënt gaat zelfstandig met het openbaar vervoer om naar de bibliotheek te gaan.
Onder welke van de onderstaande termen past dit voorbeeld het meest?
A
Eigen kracht
B
Zelfregie
C
Zelfredzaamheid
D
Eigen verantwoordelijkheid

Slide 3 - Quiz

Valt ADD onder constante gegevens of variabele gegevens?
A
constante gegevens
B
variabele gegevens

Slide 4 - Quiz

Onder welke recht valt het volgende: Om te achterhalen wat er in zijn/haar ondersteuningsplan staat kijkt hij/zij in zijn dossier.
A
Recht op inzage
B
Recht op privacy
C
Recht op toestemming

Slide 5 - Quiz

Als begeleider heb je geheimhoudingsplicht.
Onder welk recht valt dit?
A
Recht op informatie
B
Recht op privacy

Slide 6 - Quiz

Onder welk levensgebied/levensdomein valt het volgende: vragen waar de cliënt energie/plezier uit haalt.
A
Zingeving
B
Dagbesteding
C
Psychisch functioneren

Slide 7 - Quiz

De cliënt laat tijdens de groepsactiviteit zien dat hij de kleuren die hij gebruikt voor zijn kunstwerk, kan herinneren.
Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?
A
Sociaal- emotioneel gebied
B
Cognitief gebied
C
Lichamelijk gebied

Slide 8 - Quiz

De cliënt laat tijdens een groepsactiviteit zien dat hij zijn pen op de juist manier vastpakt en het alfabet kan opschrijven. Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek
C
Middelmatige motoriek

Slide 9 - Quiz

Wat is de bovenste laag van de Piramide van Maslow?
A
Behoefte aan waardering en erkenning
B
Behoefte aan sociaal contact
C
Zelfontplooiing
D
Lichamelijke behoeften

Slide 10 - Quiz

Meneer Broekman kan onder begeleiding twee keer in de week zijn kamer opruimen.
Onder welke laag van de piramide van Maslow valt dit?
A
Behoefte aan veiligheid en zekerheid
B
Behoefte aan waardering en erkenning
C
Zelfontplooiing
D
Behoefte aan sociaal contact

Slide 11 - Quiz

Welke van onderstaande aspecten speelt geen rol bij ontwikkelingsgerichte dagbesteding?
A
De persoon die de activiteit organiseert.
B
De waarde van de dagbesteding.
C
De aard van de dagbesteding zelf.
D
De omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt.

Slide 12 - Quiz

Waar stond ADML voor?
A
Huishoudelijke verrichtingen zoals koken, de was doen, stofzuigen.
B
De handelingen die mensen dagelijks verrichten die horen bij je verzorging.
C
Het zelfstandig functioneren in de samenleving.
D
Alle handelingen die een cliënt verricht met als doel in leven te blijven, zijn gezondheid te handhaven of te bevorderen en zijn welbevinden te waarborgen.

Slide 13 - Quiz

Je gaat een cliënt tijdens een kringgesprek observeren. Je schrijft bij je observatie op dat de cliënt boos is op de begeleider, omdat zij op alles wat de begeleider aan haar vraagt ‘nee’ zegt. Is dit interpretatie ?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Client Q kan binnenkort een HDL-activiteit uitvoeren en mag zelf bepalen welke uitvoering dat is.
Is dit SMART geformuleerd?
A
JA
B
NEE

Slide 15 - Quiz

Tijdens de uitvoering van het ondersteuningsproces is het van belang dat je de taken van de cliënt overneemt als hij/zij er niet uitkomt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Je evalueert de ondersteuningsuitkomsten alleen met de cliënt wegens privacy beleid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Een afspraak in een ondersteuningsplan is wie verantwoordelijk is voor de verschillende onderdelen van de hulpverlening.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat houdt een multidisciplinaire samenwerking in?
A
De samenwerking tussen verschillende hulpverleners
B
De samenwerking tussen cliënt, begeleider en sociaal netwerk
C
De samenwerking tussen cliënt en hulpverleners

Slide 19 - Quiz

Als je op huisbezoek gaat bij een cliënt voor het bespreken van het ondersteuningsplan, richt je je alleen op de doelen en afspraken die erin voorkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Er zijn meer voordelen voor een papieren begeleidingsplan dan voor een digitaal begeleidingsplan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz