Les 4 OSP

Ondersteuningsplan
Les 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ondersteuningsplan
Les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les weet je hoe je goede vragen kan stellen om aan informatie te komen
  • Aan het einde van de les weet je wat intercultureel vakmanschap is en hoe je het moet inzetten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie les 
  • Zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De cliënt laat tijdens de groepsactiviteit zien dat hij de kleuren die hij gebruikt voor zijn kunstwerk kan herinneren.
Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit?
A
Sociaal- emotioneel gebied
B
Cognitief gebied
C
Lichamelijk gebied

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De cliënt laat tijdens een groepsactiviteit zien dat hij zijn pen op de juist manier vastpakt en het alfabet kan opschrijven. Onder welke ontwikkelingsgebied valt dit
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek
C
Middelmatige motoriek

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de bovenste laag van de Piramide van Maslow?
A
Behoefte aan waardering en erkenning
B
Behoefte aan sociaal contact
C
Zelfontplooiing
D
Lichamelijke behoeften

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Meneer broekman kan onder begeleiding twee keer in de week zijn kamer opruimen.
Onder welke laag van de piramide van Maslow valt dit?
A
Behoefte aan veiligheid en zekerheid
B
Behoefte aan waardering en erkenning
C
Zelfontplooiing
D
Behoefte aan sociaal contact

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Theorie les 
Pak je aantekeningen/notities erbij

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tips voor het stellen van vragen ​:
Bedenk vooraf hoe je je vragen stelt. Jouw manier van vragen stellen bepaalt voor een belangrijk deel welke antwoorden je krijgt. Het is goed je daarvan bewust te zijn.​ 

Op gesloten vragen zoals: ‘Gaat het goed met je?’ krijg je vaak een kort ‘ja’ of ‘nee’ als antwoord. Maar op een open vraag zoals: ‘Hoe vind je dat het de afgelopen tijd is gegaan?’ krijg je vaak een uitgebreider antwoord.​

Cliënten hebben te maken met ziekte, handicap, beperkingen en teleurstelling. Door te vragen naar moeilijkheden of problemen kom je vaak terecht in een negatieve spiraal. Het is beter je te richten op de eigen kracht van de cliënt om problemen het hoofd te bieden: ‘Wat kun je, wat wil je, wat weet je?’

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Goed omgaan met diversiteit noem je ook wel intercultureel vakmanschap: Je hebt aandacht voor de diversiteit van mensen en culturen: bij collega’s, cliënten en jezelf.

Het is belangrijk dat je de kennis, houding en vaardigheden hebt om goed te kunnen communiceren en werken met cliënten uit verschillende culturele groepen. Belangrijk daarbij is: 
- cultureel bewustzijn;
- culturele gevoeligheid;
- kennis.

Slide 10 - Slide

Door goed om te gaan met intercultureel vakmanschap kan je goed de beginsituatie van de cliënt in kaart brengen
Je bent bewust van je eigen cultuur en waardesysteem.

Je stelt jezelf de volgende vragen:
- Wie ben je en waar kom je vandaan?
- Wat is jouw cultuur en culturele identiteit?
- Heb je vooroordelen en gebruik je stereotypen? (Dit zijn uitspraken over groepen mensen zoals: ‘Nederlanders zijn gierig’ en ‘Friezen zijn stug’.)
Cultureel bewustzijn 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Interculturele gevoeligheid

Als begeleider heb je een nieuwsgierige, open houding en je toont respect voor andere culturen. 
Je moet dus rekening houdt met de levensbeschouwing, dagelijkse gewoonten, de familiestructuur en voedingsgewoonten van de cliënt. 

Hoe doe je dat:
Luister en kijk zonder vooroordelen naar de mens achter het probleem, de ziekte of aandoening. Wees nieuwsgierig naar hoe iemand in het leven staat. Toon aandacht en stel vragen. Stel de cliënt op zijn gemak, zodat die zich vrij voelt om over zichzelf te vertellen en om zelf vragen te stellen. Bouw een goede band op met zowel de cliënt als zijn familie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kennis
Je hebt kennis nodig van je eigen normen en waarden: welke heb je zelf meegekregen vanuit je opvoeding en de cultuur waarin je bent opgegroeid?
Daarnaast heb je kennis nodig van verschillende culturen en specifieke aandachtspunten. Je moet je kunnen inleven in de leefwereld van elke cliënt, ongeacht zijn achtergrond en afkomst.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Maken thiememeulenhoff opdrachten:
Boek persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen 
thema 2.7 opdrachten: 1AB, 2A, 3C, 5AB

Klaar?
Opdracht 1 maken (zie lesplanner) volgende week 9 oktober deadline. Inleveren op Teams, document goed voor jezelf bewaren!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions