Der – Die – Das – Die
Der: mannelijke woorden
Bijvoorbeeld: der Löwe (=de leeuw), der Junge
Die: vrouwelijke woorden
vaak woorden die op een –e eindigen
Zoals: die Blume (= de bloem), die Katze
Das: onzijdige woorden
Vaak woorden die in het Nederlands het lidwoord ‘’het’’ hebben
Zoals: das Kind, das Haus, das Tier
Die: meervoud
Zoals: die Bäume (= de bomen), die Autos