This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wat weet je over de jeugdcultuur in de 2e helft van de 20ste eeuw?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Wat is een subcultuur of ken je een voorbeeld van een subcultuur?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Waar kan een subcultuur zich mee onderscheiden?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Wat is de rol van massamedia binnen de massacultuur?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Hippiecultuur
Slide 13 - Mind map
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Heb je de pagina's in het boek gelezen (huiswerk)?
Ja
Nee
Slide 21 - Poll
Wat weet je nog over het Bauhaus?
Slide 22 - Mind map
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Oskar Schlemmer beschouwt de danser op een nieuwe manier. Hij ziet dansers vooral als....
A
'Expressieve uitingen'
B
'Bewegende machines'
C
'Abstracte vormen'
D
'Symbolen'
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Welke uitspraak over het Constructivisme is ONJUIST?
A
Het betreft ook veel toegepaste kunst
B
Het bevat een abstracte of geabstraheerde vormentaal
C
Het sluit aan bij de principes vh Expressionisme
D
Het werd ingezet als propaganda in Rusland
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Wat zijn kenmerken van de vormgeving van het Constructivisme?
Slide 35 - Open question
Het Constructivisme ontstond in 1913 kunst van de Russische Revolutie, die uiteindelijk leidde tot de oprichting van de eerste communistische staat, de Sovjet-Unie. Welke symbolen/thema's passen bij deze nieuwe maatschappij?
Slide 36 - Open question
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Welk begrip hoort NIET bij Method Acting?
A
Naturalisme
B
Illusie
C
Imiteren
D
Eigen emotie
Slide 41 - Quiz
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Welk begrip hoort NIET bij het Episch theater van Bertold Brecht?