1.3 woorden vwo 3

Woorden

1.3

vwo 3

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woorden

1.3

vwo 3

Slide 1 - Slide

Lezen....
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Hoe onthoud jij een woord gemakkelijk? Wat is jouw tip?

Slide 3 - Open question

tips om woorden te onthouden...
  1. gebruik emotie
  2. schep goede voorwaarden (geen afleiding)
  3. visualiseer (gebruik beelden)
  4. samenhang (andere woorden of context)
  5. herhaal (minimaal 5 x :) )

Slide 4 - Slide

Framing
  • Je gebruikt taal om emoties en wereldbeelden op te roepen
  • Gevolg: publiek overtuigen
  • Een frame heeft een goed verhaal dat met enkele woorden (metaforen of steotypen) wordt geactiveerd in de hersenen
  • frame roept beeld/emotie op, blijft goed hangen, werkt onbewust, biedt samenhang en betekenis


Slide 5 - Slide

Sturen met taal
Doen we dus altijd en allemaal!

We kiezen en sturen met wat we zeggen en hoe we het zeggen.

Wordt ook framing genoemd. Wat als je niet alleen goede bedoelingen hebt bij je sturing met taal?

Slide 6 - Slide

Chips die ‘65 procent vetvrij’ is

Slide 7 - Slide

condooms die voor

95% veilig zijn....



Condooms worden beter verkocht als wordt benadrukt dat ze 95% betrouwbaar zijn, dan wanneer wordt gezegd dat ze 5% onbetrouwbaar zijn (blijkt uit onderzoek).

Slide 8 - Slide

In deze light frisdrank zit 20% minder suiker dan in andere frisdranken.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Opdracht 1
Kies samen met je groep (3-4 personen) een product en schrijf daar twee korte reclames over. Eentje met framing en eentje zonder. Maak een filmpje van maximaal 1 minuut!

Slide 11 - Slide

opdracht 2

Je neemt het artikel met jouw voorbeeld van een frame mee.
Je bantwoordt gezamenlijk:
                      1. Waarom is dit wel/niet een voorbeeld van een frame?
                      2. Wat is de hoofdgedachte van de schrijver?
                      3. Welk beeld probeert de schrijver over te brengen?
                      4. Welk voorbeeld vinden jullie succesvol?

Slide 12 - Slide

huiswerk

1.5 1 t/m 7

Slide 13 - Slide