1.1 Rivieren: Kenmerken

1.1 Rivieren: kenmerken
1 / 41
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.1 Rivieren: kenmerken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

We gaan het hebben over...

Nederland

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voordat we starten


Waar gaat het hoofdstuk over?

Introductie (blz 10)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1.1 Rivieren: kenmerken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions


  Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Debiet
Hoeveel water voert een rivier af op een bepaald punt (in m3 per seconde).


Klein debiet
Groot debiet

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Wat is kenmerkend voor het regiem van een gemengde rivier? Regiem is gelijkmatiger gedurende het jaar dan een regenrivier

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is het gevolg voor het debiet van de Nederlandse rivieren?

Slide 16 - Open question

Debiet wordt groter.
Wat is het gevolg voor het regiem van de Nederlandse rivieren?

Slide 17 - Open question

Het regiem wordt onregelmatiger.

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verval tussen Lobith en de monding?

Slide 19 - Open question

14 meter
Bij Lobith stroomt de Rijn ons land binnen op +14m NAP.

De Rijn mondt 175 km verder uit in de Noordzee.

Wat is het verhang?

Slide 20 - Open question

14 m : 175 km = 8 cm per km

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
- type rivier
- welk deel van de loop
    - verhang groot/ klein
    - erosie/ sedimentatie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak opdracht 1 -> 3 minuten

Dan deel II uitleg + aantekeningen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions


Piekafvoer
Piekafvoer
Maximale afvoer tijdens een hoogwaterperiode.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verstedelijking
Vertragingstijd: De tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen.


Piekafvoer sneller bereikt



Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verband tussen deze verstening en de vertragingstijd?

Slide 28 - Open question

Het water van een regenbui heeft steeds minder tijd nodig om in de rivier terecht te komen.

Hoe meer/groter verstening, hoe korter de vertragingstijd
 

Maak de volgende zin af: Hoe groter de verstedelijking, ….

Slide 29 - Open question

hoe korter de vertragingstijd.

Slide 30 - Slide

Wat is het verschil tussen buitendijks en binnendijks?
Buitendijks is het gebied tussen de zomerdijken in het zomerbed. Binnendijks is het gebied bin­nen de dijk, aan de dro­ge zij­de van de dijk.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Buitendijkse land
Gebied langs de rivier of zee wat niet beschermd wordt door de dijken.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Binnendijkse land
Gebied langs de zee of rivier wat wel beschermd wordt door de dijken.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Uiterwaarden
Gebied naast de rivier tot aan de winterdijk.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

Doodtij eb
Springtij vloed

Slide 38 - Slide

De rivieren kunnen hun water niet lozen.

Zeer hoge waterstand in mondingen van Rijn, Maas en Westerschelde.

Als er een verhoogde piek-afvoer ontstaat door veel neerslag.

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. De kenmerken van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas noemen;
  2. Uitleggen hoe het veranderende klimaat en menselijk ingrijpen de waterafvoer van de Rijn en de Maas beïnvloeden;
  3. Een verband leggen tussen overstromingsgevaar en de manier waarop het rivierengebied is ingericht;
  4. beschrijven hoe in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta overstromingen en wateroverlast kunnen ontstaan. 

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
1, 2, 3, 4 en 6 c

Slide 41 - Slide

This item has no instructions