What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling komma
Komma
Wanneer en waar gebruik je een komma in een zin?
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
11 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Komma
Wanneer en waar gebruik je een komma in een zin?
Slide 1 - Slide
Wanneer gebruik je een komma?
Wanneer je twee zinnen samenvoegt, gebruik je een komma.
T
ussen twee persoonsvormen
: Als je naar bed
gaat
,
maak
dan het licht uit.
Voor
verbindingswoorden:
maar, nadat, omdat, terwijl, want: Ik heb honger, maar ik mag pas eten in de pauze.
Bij een
opsomming
: brood, boter, eieren.
Slide 2 - Slide
Wanneer gebruik je een komma?
Als iemand met zijn naam wordt aangesproken.
Tussen de naam en de mededeling/vraag
komt dan een komma.
Liv, kom je zo?
Kom je zo, Liv?
Slide 3 - Slide
Wanneer gebruik je een komma?
Na een naam, aanhef en uitroep
aan het begin van de zin: "Meneer De Vries, u bent aan de beurt."
Voor een naam, aanhef of uitroep
aan het einde van de zin: - Let jij ook op, Huib? - We zijn te laat, helaas.
Slide 4 - Slide
Een komma geeft aan dat:
A
er een nieuwe zin komt
B
je even moet wachten voor je verder leest
C
dat er een nieuwe alinea komt
Slide 5 - Quiz
Waar moet de komma?
A
Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
B
Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
C
Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
D
Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.
Slide 6 - Quiz
Waar moet de komma?
A
Ik rijd hard want ik heb haast.
B
Ik rijd hard, want ik heb haast.
C
Ik rijd hard want, ik heb haast.
D
Ik rijd hard , want ik heb haast.
Slide 7 - Quiz
Waar moet de komma?
A
Piet, hoe oud ben jij?
B
Piet hoe oud, ben jij?
C
Piet hoe, oud ben jij?
D
Hier hoeft geen komma
Slide 8 - Quiz
waar moet de komma?
A
Toen ze thuis kwam, zag ze dat de lamp al brandde.
B
Toen ze thuis kwam zag ze dat de lamp al brandde.
Slide 9 - Quiz
Wat hebben jullie geleerd?
deze les hebben jullie (hopelijk) geleerd:
- wanneer je een komma schrijft;
- waar in de zin je de komma zet.
Slide 10 - Slide
Deze les heeft me geholpen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 11 - Poll
More lessons like this
herhaling vd komma Djamilla Annouk
October 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
herhaling vd komma Djamilla Annouk
December 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Spelling les 2
May 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H BME Spelling les 6
October 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdletters klas 5
October 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
P2 Spelling: Leestekens
March 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
P1 Leestekens (oefening baart kunst)
August 2024
- Lesson with
39 slides
012 A2B 27 september 2023
September 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2